Woordraadstrategieën brugklas

Welkom
Nederlands
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Uitleg/ herhaling woordraadstrategieën H1 t/m H6

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • ken je vijf woordraadstrategieën.

  • kun je uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken.

  • kun je bij voorbeelden herkennen en uitleggen welke woordraadstrategie je in moet zetten 

  • kun je bij het lezen van een tekst de betekenis van lastige woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 3 - Tekstslide



Slide 4 - Tekstslide

Eens? Ga staan! Oneens? Blijf zitten!
  • Je moet altijd een woordraadstrategie gebruiken als je een moeilijk woord ziet.
  • Een synoniem zoeken is een woordraadstrategie.
  • Een onbekend woord kun je het best gelijk in een woordenboek opzoeken.
  • Een woordraadstrategie gebruiken kost altijd heel veel tijd.
  • Woordraadstrategieën moet je kennen voor je toets.

Slide 5 - Tekstslide

Welke denkstappen zet je als je een onbekend woord tegenkomt?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  • synoniem
  • omschrijving
  • voorbeeld
  • tegenstelling
  • bekend woorddeel

Slide 8 - Tekstslide

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • Exact - Precies
  • vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor beduidend? (Het woord deze week beduidend warmer dan vorige week.)
A
Onbeduidend
B
Aanmerkelijk
C
Aanduiden
D
Onbelangrijk

Slide 10 - Quizvraag

Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft al een omschrijving (definitie) van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een synoniem?
A
Een ander woord dat dezelfde betekenis heeft
B
Een woord dat een andere betekenis heeft
C
Een gerecht uit Italië
D
Een woord dat iets aangeeft in de tekst, bijvoorbeeld 'omdat'

Slide 12 - Quizvraag

Woordraadstrategie: een voorbeeld zoeken:
Soms staan er in een tekst voorbeelden om onbekende woorden uit te leggen. Je weet dan meteen wat de schrijver bedoelt.
  • Bij een voorbeeld vind je vaak de volgende woorden: bijvoorbeeld, zo is er..., zoals, denk maar aan..., neem
  • Ook een dubbele punt kan aangeven dat er voorbeelden volgen: 'zij houden van balsporten: voetbal, volleybal, korfbal.'


Slide 13 - Tekstslide

'Ik heb verschillende biljetten in mijn portemonnee, bijvoorbeeld een van 50 euro.'
Wat denk je dat het woord 'biljet' betekent?
A
bon
B
briefje
C
munt

Slide 14 - Quizvraag

In een tekst worden soms voorbeelden gebruikt om de betekenis van woorden uit te leggen.
- na een signaalwoord (bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, ...)
- na een dubbele punt :
- voor een moeilijk woord of voordat een begrip wordt genoemd     
  (De dag van de leraar en Landelijke Secretaressedag zijn dagen waarop we een beroepsgroep in het zonnetje zetten.)

Slide 15 - Tekstslide

Woordraadstrategie tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.

  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.
Bijvoorbeeld:
Goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 16 - Tekstslide

Woordraadstrategie bekend woorddeel:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent. Zulke woorden noemen je samenstellingen. 

Bijvoorbeeld:

  • Lolbroek
  • Kletskous
  • Internetverslaafde

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

parkeergarage is dus een garage om in te parkeren...




Slide 18 - Tekstslide

Wat denk je dat het woord 'fotografiecursus' betekent?

Slide 19 - Open vraag

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
tegenstelling zoeken
C
alleen vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een woordraadstrategie?
A
woordenboek opzoeken
B
synoniem zoeken in de tekst
C
teruglezen
D
op google zoeken

Slide 21 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • ken je vijf woordraadstrategieën.

  • kun je uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken.

  • kun je bij voorbeelden herkennen en uitleggen welke woordraadstrategie je in moet zetten 

  • kun je bij het lezen van een tekst de betekenis van lastige woorden achterhalen door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 22 - Tekstslide

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open vraag

Extra woorden raden....


Welk spreekwoord of gezegde wordt op de volgende slides afgebeeld?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 30 - Tekstslide