paragraaf 5.1

Hoofdstuk 5
Investeren moet!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Investeren moet!

Slide 1 - Tekstslide

5.1 Wat heb je nodig

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorraad staat tegen de inkoopprijs  op de balans!!!

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf in je schrift bij de aantekeningen wat vaste activa, vlottende activa, liquide activa en debiteuren zijn?
Schrijf ook steeds een voorbeeld erbij!

Slide 7 - Open vraag

Wat staat er aan de debetzijde van de balans?

Slide 8 - Open vraag

Leg uit waarom een balans altijd in evenwicht is?

Slide 9 - Open vraag

Op de kermis heeft Piet alvast 25 suikerspinnen gemaakt om te verkopen aan klanten. Is dit bezit een vaste activa of een vlottende activa?
A
vaste activa
B
Vlottende activa

Slide 10 - Quizvraag

Thomas koopt een tweedehands auto waarmee hij de schildersspullen voor zijn klusbedrijf kan vervoeren. Is dit bezit een vlotten of vaste activa
A
Vlottende activa
B
vaste activa

Slide 11 - Quizvraag

Marianne koopt voor haar kledingbedrijf 125 kledinghangers om kleding op te hangen. Is dit bezit een vaste activa of vlottende activa
A
vaste activa
B
vlottende activa

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk maken 1 t/m 10 (6 niet)

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het eigen vermogen op een balans?

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn vlottende activa?

Slide 15 - Open vraag

Noem twee voorbeelden van vaste activa.

Slide 16 - Open vraag

Bespreken opdracht 8 en 9

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 9a.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 9c.

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 8.

Slide 21 - Tekstslide