3.1 Relative Clauses


Relative clauses
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les


Relative clauses

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer?
* Om extra informatie te geven zonder een nieuwe zin te beginnen


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'relative pronouns' zijn er?
  • * Who (die) - gebruikt bij mensen
  • That man, who has very nice hair, stole my dog!
  • * Which  (dat)- gebruikt bij dieren en dingen
  • Do you see the sheep which has black wool?
  • * that (die/dat) - mensen, dieren, dingen
  • I don't like the man that stole my dog.
  • * Whose (van wie)- om bezit aan te geven 
  • That is the girl whose dog I've stolen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

That en komma's
  • Als de gegeven informatie noodzakelijk is mag je nooit een komma gebruiken.
  • Do you know the girl who is talking to Tom? (multiple girls)
  • The boy who we met yesterday is very nice.
  • Als de gegeven informatie extra is dan gebruik je komma's en mag je het woord THAT NIET gebruiken.
  • Do you know the girl, who is talking to Tom? (one girl)
  • Jim, whom we met yesterday, is very nice.

Slide 4 - Tekstslide

Do you know the girl who is talking to Tom: 5 meisjes maar slechts 1 praat met Tom

Do you know the girl, who is talking to Tom: slechts 1 meisje
Wat moet je kunnen / kennen?
* de juiste relative pronoun/adverb invullen

* een komma op de juiste plaats kunnen zetten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercise
Complete the sentence with the correct relative pronoun or adverb.
Don't use that
Type only the missing word

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

That is the man .....
helped me when I fell down in the street.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is that your car? No, mine is the one .....
is parked just opposite the bank.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That is the woman ....
complained about the room service.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

This is the man .....
taught me English.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

So, James is the man ....
son came on the school trip with us? I didn't know.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

If you have any question, ask the girl ....
is standing at the desk. She'll help you

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

They had to put away the dog ....
bit the boy. It was too dangerous.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm looking for a person ....
surname begins with a "k".

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you still go to that pub ....
we used to go to as students?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

The heating is not working. Do you know anyone .... can fix it?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Oefen het gebruik van relative pronouns, adverbs en clauses op de volgende websites.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies