Woordvolgorde

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Woordvolgorde in het Engels

Een Engelse zin is anders opgebouwd dan een Nederlandse zin.

Wat is anders?

In het Nederlands noemen we eerst de bepaling van tijd en daarna pas de plaats . In het Engels is dat juist andersom.	In het Engels staan alle werkwoorden uit de zin bij elkaar . In het Nederlands hoeft dat niet, of klinkt dat soms zelfs gek.
We gaan morgen naar Amsterdam . We travel to Amsterdam tomorrow .	We kunnen morgen naar Amsterdam gaan . We can go to Amsterdam tomorrow.

Woordvolgorde

WHO	DOES	WHAT	WHERE	WHEN
wie	doet	wat	waar	wanneer
Gandalf	left	his horse	at the stables	this morning.
Frodo	carried	the ring	to Mordor.
Sam	ate	all the bread		last night.
Legolas	jumped		over the wall.

WHO

DOES

WHAT

WHERE

WHEN

years ago

the ring

lost

The Gollum

in the caves

WHO

DOES

WHAT

WHERE

WHEN

INTO MORDOR

ONE

DOES NOT SIMPLY WALK

One does not simply walk into Mordor.

Met het werkwoord "to be"

Boromir was always strange.

Met alle andere werkwoorden

Boromir always acted strangely.

One does not simply walk into Mordor.

Wanneer er verschillende bijwoordelijke bepalingen in de zin staan is er een volgorde:

1. manier

2. plaats

3. frequentie

4. tijd

Arwen rode quickly across the river several times before nightfall.

1. manier

2. plaats

3. frequentie

4. tijd

always

the Shire

The Hobbits

to leave

wanted

ale

in the local pub

used to drink

The Hobbits

every evening

WHO

DOES

WHAT

WHERE

WHEN

every few years

his friends

visited

Gandalf

at the Shire

wanted

away from home

always

to live an adventure

Bilbo

WHO

DOES

WHAT

WHERE

WHEN

Make a sentence with 5 words.

1. manier

2. plaats

3. frequentie

4. tijd

WHO

DOES

WHAT

WHERE

WHEN

Make a sentence with 10 words.

1. manier

2. plaats

3. frequentie

4. tijd

WHO

DOES

WHAT

WHERE

WHEN

Make a sentence with 15 words.