23 november pouvoir

Sports et passions
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sports et passions

Slide 1 - Tekstslide

  • Les devoirs - le verbe pouvoir
  • les heures
  • Parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik het werkwoord pouvoir toepassen in de tegenwoordige tijd / voltooid deelwoord
  • heb ik geoefend met klokkijken
  • heb ik geoefend met spreken

Slide 2 - Tekstslide

Les devoirs

Les exercices 8b, 8c, 8d, 8e page 57 et 58

Slide 3 - Tekstslide

Exercice 8b
1 pouvez
2 peut
3 peuvent
4 peut
5 peux
6 avons pu

Slide 4 - Tekstslide

exercice 8c
1 tu peux
2 le prof peut
3 je peux
4 mes parents peuvent
5 j’ai pu
6 ils ont pu

Slide 5 - Tekstslide

exercice 8d
1 Vous pouvez expliquer l’exercice ?
2 Nous pouvons / On peut nager demain ?
3 Tu peux m’aider avec les devoirs ?
4 Je peux participer à la finale ?
5 Je regrette / (Je suis) Désolé(e), mes parents ne peuvent pas venir.

Slide 6 - Tekstslide

exercice 8e
1 elle fait
2 vous faites
3 Les filles veulent
4 tu veux
5 les élèves font
6 nous voulons / on veut

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
'trois heures dix'

Slide 10 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
'minuit moins le quart'

Slide 11 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
'sept heures et demie'

Slide 12 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
'kwart over vijf'

Slide 13 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
'kwart over 12 's middags'

Slide 14 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
'10 voor 7

Slide 15 - Open vraag

Het is kwart over 7

Slide 16 - Open vraag


Het is kwart over 1

Slide 17 - Open vraag


Het is kwart over 12 's middags

Slide 18 - Open vraag


Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures dix
B
sept heures moins cinq
C
sept heures vingt
D
sept heures

Slide 19 - Quizvraag


Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.

Slide 20 - Quizvraag

Parler

Slide 21 - Tekstslide