week 5 wetten

Doel van deze les
Klinisch redeneren d.m.v. casus.
Theorie wetten.
Werken aan je casus.

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel van deze les
Klinisch redeneren d.m.v. casus.
Theorie wetten.
Werken aan je casus.

Slide 1 - Tekstslide

casus
Dhr g.
darmca met botuitzaaingen. dhr heeft een Cad en een colonstoma.

Dhr ligt al 2 maanden bij jouw op de palliatieve afdeling en is niet meer te behandelen. 
Dhr is bedlegerig en heeft een wensdieet.
Medicatie: dexametason 8 mg 1 x dgs , movilcolon zn , paracetamol 4 x 1000 mg, oxycodon 5 mg snelwerkende zn 4-6 x dgs, fentanyl 25 mcg a 3 dagen, metoclopramide 10 mg zn.
Je hebt dagdienst en je start bij dhr. G , hij is altijd als 1 van de eerste zorgvragers die wakker is. 
Als je op zijn kamer komt, hoor je dhr kreunen. je doet het licht aan en dhr geeft aan erg misselijk te zijn en erge buikpijn te hebben.
dhr ligt op zijn zij en hangt een beetje over zijn bedhek heen. Dhr. ziet grauw en is constant aan het kreunen.
Je komt dichter bij dhr. staan en ziet hem ook transpireren.
In zijn cad zak zit urine in, met een normale kleur urine. 
Zijn stoma zak ziet er heel erg gevuld uit en staat duidelijk bol van de ontlasting.






Slide 2 - Tekstslide

Wet en regelgeving

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

ZVW

Zorgverzekeringswet



Verplicht!
Ziektekosten.
Eigen risico.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Zorg vanuit Zorgverzekeringswet
niet geïndiceerde         o.a            - basiszorg
                                                              - huisarts
                                                                                - geneesmiddelen
                                                                             - ziekenhuiszorg
                                                                                     - ambulance vervoer
geïndiceerde zorg                                            
                                              - thuis of instelling korter dan drie jaar

Slide 7 - Tekstslide

Wet Langdurige Zorg 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voor wie is de WLZ bedoeld?
De WLZ is bedoeld voor mensen met een:
  • Somatische aandoening of beperking en/ of
  • Psychogeriatrische aandoening of beperking en/ of
  • verstandelijke handicap en/ of
  • lichamelijke handicap en/ of
  • Zintuigelijke handicap


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Waarvoor staat WMO?
WMO staat voor wet maatschappelijke ondersteuning.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wet en regelgeving


Slide 17 - Tekstslide

Waarvoor staan de letters WMO
A
Wegens Maatregelen Onvoldoende
B
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
C
Wet Maatschappelijke Opvoeding
D
Wet Menselijke Orde

Slide 18 - Quizvraag

Voor wie is de WLZ?


A
mensen met een beperking
B
mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben
C
mensen die permanent toezicht nodig hebben
D
ouderen

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent CIZ?

Slide 20 - Open vraag

PGB staat voor:
persoons gebonden bijdrage
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Tegen een uitspraak van het gerechtshof kun je in beroep gaan bij de Hoge Raad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Wat is mediation?
A
een vorm van rechtsbijstand
B
Gratis juridisch advies
C
Bemiddeling

Slide 23 - Quizvraag

WMO (wet maatschappelijke ondersteuning)
WLZ (wet langdurige zorg)
Participatiewet
Jeugdwet
ZvW (Zorgverzekeringswet) 
Mnr Pietersen heeft een vervelende hoesten gaat naar de huisarts
De dochter van mvr Hendriks is al maanden angstig en durft niet meer naar school
meneer de Vries en de thuiszorg medewerkers ondernemen actie omdat zijn demente vrouw nu wel heel hard achteruit gaat.

Slide 24 - Sleepvraag

De letter WGBO staan voor.....
A
Wet gebruik en behandelingsovereenkomst
B
Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
C
Wet gehandicapten behandelingsovereenkomst
D
Wet geneeskundige basisovereenkomst

Slide 25 - Quizvraag

Zodra je bij een huisarts komt met een bultje op je arm, ga je een geneeskundige behandelingsovereenkomst aan.
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

In de WGBO staat onder meer dat de patiënt recht heeft op informatie.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quizvraag

Een zorgvrager is niet verplicht alles te vertellen wat van belang is voor de behandeling.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Waarvoor staan de letters BIG
A
Bedrijven in Gezondheidszorg
B
Beroepen Individuele Gezondheidszorg
C
Bezwaarcommissie In Gezondheidszorg
D
Beroepsprocedure in Gezondheidszorg

Slide 29 - Quizvraag

Wat houdt WGBO in ?
A
Wat er in het zorgdossier moet staan
B
De rechten en plichten van clienten en zorgverleners

Slide 30 - Quizvraag

Je bent volgens de WGBO als patiënt verplicht om je zorgverlener volledig en eerlijk op de hoogte te brengen van je problematiek
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Onvrijwillige zorg is volgens de wet zorg en dwang
A
zorg die door de arts verplichtend word opgelegd
B
zorg waarmee de zorgvrager niet instemt en zich tegen verzet
C
zorg die door de familie/ vertegenwoordiger verplichtend wordt opgelegd

Slide 32 - Quizvraag

''Beschermd tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen''
Over welke wet hebben we het?
A
WGBO
B
Civiel recht
C
Rechtsstaat
D
Wet BIG

Slide 33 - Quizvraag

De Wet zorg en dwang geldt niet alleen in instellingen, maar bijvoorbeeld ook in de thuissituatie of in kleinschalige woonvormen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Hoeveel BIG geregistreerde verpleegkundigen telt Nederland
(maart 2023)
A
27.000
B
151.000
C
83.000
D
221.605

Slide 35 - Quizvraag

De Wet zorg en dwang regelt rechtsbescherming voor mensen met een psychische stoornis.


A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

''Wet waarbij je een behandelingsovereenkomst aangaat met de patient.''
A
BIG
B
WGBO

Slide 37 - Quizvraag

Welke wet regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psycho-geriatrische aandoening?

A
BOPZ
B
Wet zorg en dwang
C
Wet BIG
D
WvGGZ

Slide 38 - Quizvraag

Nee tenzij
Uit welke wet is dit een belangrijke regel?
A
BOPZ
B
WvGGZ
C
Wet zorg en dwang
D
Wet BIG

Slide 39 - Quizvraag

'een maatregel voor mensen die een zwaar misdrijf hebben gepleegd''
Over welke maatregel gaat dit?
A
Verplichte zorg
B
TBS
C
WvGGZ
D
Wet zorg en dwang

Slide 40 - Quizvraag

Als iemand TBS krijgt opgelegd betekend dit dat het gepleegde misdrijf hem niet (volledig) kan worden aangerekend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag

Niet bekwaam is niet bevoegd betekent
A
Dat je een handeling mag uitvoeren na scholing
B
Dat je een handeling mag uitvoeren na het oefenen ervan
C
Dat je een handeling niet mag uitvoeren.
D
Dat je een handeling mag uitvoeren na bijscholing en oefening

Slide 42 - Quizvraag

Een verpleegkundige mag een cliënt aangeven bij de politie als hij of zij een strafbare feit heeft gepleegd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Wat hoort hier NIET bij in de bekwaamheidseisen van de wet BIG?
A
Opleiding
B
Ervaring
C
Bijscholing
D
Aantal werkuren

Slide 44 - Quizvraag

Een verpleegkundige die een medicatiefout maakt, met de dood van een cliënt als gevolg, valt onder..
A
Civielrecht
B
Tuchtrecht
C
Bestuursrecht
D
Strafrecht

Slide 45 - Quizvraag

Toepassen van de wetten in een casus

  • Maak groepjes van ong 4
  • Lees de casus door
  • Benoem welke wetten er van toepassing zijn en geef een uitleg hierbij 

Slide 46 - Tekstslide

Casus
Mevrouw de Vries is 89 jaar. Ze is weduwe en woont alleen in een rijtjeshuis. Mevrouw heeft 3x in de week thuiszorg. De thuiszorg helpt mevrouw met schoonmaakwerkzaamheden en de was. Daarnaast helpt de thuiszorg mevrouw, tijdens een kopje thee, met het invullen van het boodschappenbriefje. De boodschappen haalt mevrouw 1x in de week met haar dochter. 

Mevrouw de Vries heeft last van botontkalking en oedeem. Hiervoor draagt mevrouw dagelijks steunkousen. Voor het aan- en uittrekken van de steunkousen krijgt mevrouw in de ochtend en avond thuiszorg. Omdat mevrouw de Vries lichte dementieklachten laat zien, helpt de wijkverpleegkundige bij de inname van de medicatie in de ochtend. 

Slide 47 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
met welke wet- en regelgeving heeft mevrouw de Vries te maken. 
Leg je antwoord uit.

Slide 48 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 49 - Tekstslide

Uitkomsten bespreken
ZVW: mevrouw de Vries heeft een zorgverzekering omdat ze boven de 18 is
WMO: Hierin wordt de thuiszorg geregeld 
WLZ: niet aan orde, want mevrouw heeft geen indicatie en woont nog zelfstandig
CIZ: mevrouw woont niet in een instelling
PGB: mevrouw kan aanspraak maken op PGB vanuit de WMO, maar dit staat niet beschreven in de casus. 

Slide 50 - Tekstslide