Hechtingsontwikkeling en hechtingsproblematiek bij jonge kinderen

Hechtingsontwikkeling en hechtingsproblematiek bij jonge kinderen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hechtingsontwikkeling en hechtingsproblematiek bij jonge kinderen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeruitkomst
Aan het einde van deze les kun je de verschillende fasen van hechtingsontwikkeling bij jonge kinderen uitleggen en begrijpen hoe hechtingsproblematiek kan ontstaan. Ook kun je de symptomen van hechtingsproblematiek herkennen en begrijpen hoe deze symptomen kunnen verschillen afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind. Tot slot heb je kennis van verschillende hechtingsgerichte interventies en begrijp je hoe deze kunnen worden toegepast om de hechtingsrelatie tussen kinderen en hun verzorgers te verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

Geef aan het begin van de les duidelijk aan wat de studenten aan het einde van de les moeten kunnen.
Wat weet jij al over hechtingsontwikkeling bij jonge kinderen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hechting?
Hechting is de emotionele band tussen een kind en zijn/haar verzorger. Het is een fundamentele behoefte van kinderen en heeft invloed op de ontwikkeling van het kind.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat hechting is en waarom het belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind.
Fasen van hechtingsontwikkeling
Er zijn vier fasen van hechtingsontwikkeling bij jonge kinderen: pre-attachment, attachment-in-the-making, clear-cut attachment en formation of a reciprocal relationship.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf kort de vier fasen van hechtingsontwikkeling.
Pre-attachment fase
Tijdens deze fase (0-6 weken) bouwt een kind nog geen speciale band op met zijn/haar verzorger. Het kind reageert wel op sociale interacties en raakt gewend aan bepaalde verzorgers.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat er gebeurt tijdens de pre-attachment fase en wat de duur van deze fase is.
Attachment-in-the-making fase
Tijdens deze fase (6 weken - 6/8 maanden) ontwikkelt het kind voorkeur voor bepaalde verzorgers. Het kind begint te beseffen dat zijn/haar verzorger(s) beschikbaar zijn wanneer nodig.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat er gebeurt tijdens de attachment-in-the-making fase en wat de duur van deze fase is.
Clear-cut attachment fase
Tijdens deze fase (6/8 maanden - 1,5 jaar) raakt het kind echt gehecht aan zijn/haar verzorger(s). Het kind ziet de verzorger(s) als veilige haven en raakt in paniek als de verzorger(s) weggaan.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat er gebeurt tijdens de clear-cut attachment fase en wat de duur van deze fase is.
Formation of a reciprocal relationship fase
Tijdens deze fase (1,5 - 2 jaar en ouder) begint het kind de relatie met de verzorger(s) te begrijpen en kan het kind ook zelf een bijdrage leveren aan de relatie. De relatie wordt steeds meer wederzijds.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat er gebeurt tijdens de formation of a reciprocal relationship fase en wat de duur van deze fase is.
Hechtingsproblematiek
Hechtingsproblematiek ontstaat wanneer de ontwikkeling van de hechting van een kind verstoord is geraakt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door verwaarlozing of misbruik.

Slide 10 - Tekstslide

Leg kort uit wat hechtingsproblematiek is en hoe het kan ontstaan.
Symptomen van hechtingsproblematiek
Symptomen van hechtingsproblematiek kunnen verschillen afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind. Voorbeelden zijn: verminderde emotieregulatie, verminderde sociale vaardigheden en moeite met vertrouwen.

Slide 11 - Tekstslide

Geef voorbeelden van symptomen van hechtingsproblematiek en benadruk dat deze kunnen verschillen afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind.
Hechtingsgerichte interventies
Hechtingsgerichte interventies zijn gericht op het verbeteren van de hechtingsrelatie tussen kinderen en hun verzorgers. Voorbeelden zijn: video-feedbackinterventies en hechtingsgerichte speltherapie.

Slide 12 - Tekstslide

Noem enkele voorbeelden van hechtingsgerichte interventies en leg kort uit wat deze inhouden.
Video-feedbackinterventies
Tijdens video-feedbackinterventies wordt er videomateriaal gemaakt van de interacties tussen een kind en zijn/haar verzorger(s). Vervolgens wordt dit materiaal besproken met de verzorger(s) om zo de interacties te verbeteren.

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit wat video-feedbackinterventies zijn en hoe ze kunnen worden toegepast.
Hechtingsgerichte speltherapie
Tijdens hechtingsgerichte speltherapie wordt er spelenderwijs gewerkt aan de hechtingsrelatie tussen een kind en zijn/haar verzorger(s). Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van poppetjes en ander speelgoed.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat hechtingsgerichte speltherapie inhoudt en hoe het kan worden toegepast.
Leeftijd en hechtingsgerichte interventies
Het is belangrijk om bij het toepassen van hechtingsgerichte interventies rekening te houden met de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind. De interventies moeten aansluiten bij het niveau van het kind.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om rekening te houden met de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind bij het toepassen van hechtingsgerichte interventies.
Herkenning van hechtingsproblematiek
Het is belangrijk om hechtingsproblematiek op tijd te herkennen. Dit kan bijvoorbeeld door observatie van het kind en het bespreken van de ontwikkeling met de ouders/verzorgers.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om hechtingsproblematiek op tijd te herkennen en geef enkele manieren waarop dit kan worden gedaan.
Risicofactoren
Er zijn verschillende risicofactoren die de kans op hechtingsproblematiek vergroten, zoals mishandeling en verwaarlozing. Het is belangrijk om deze risicofactoren te kennen.

Slide 17 - Tekstslide

Noem enkele risicofactoren die de kans op hechtingsproblematiek vergroten en leg uit waarom het belangrijk is om deze te kennen.
Verschillende vormen van hechtingsproblematiek
Er zijn verschillende vormen van hechtingsproblematiek, zoals ambivalent-gehechte kinderen en gedesorganiseerd-gehechte kinderen. Het is belangrijk om deze vormen te herkennen.

Slide 18 - Tekstslide

Noem enkele vormen van hechtingsproblematiek en leg kort uit wat deze inhouden.
Ambivalent-gehechte kinderen
Ambivalent-gehechte kinderen zijn vaak angstig en wantrouwend tegenover hun verzorger(s). Ze willen wel graag nabijheid, maar hebben moeite met het accepteren van troost.

Slide 19 - Tekstslide

Leg uit wat ambivalent-gehechte kinderen zijn en hoe ze zich gedragen.
Gedesorganiseerd-gehechte kinderen
Gedesorganiseerd-gehechte kinderen hebben vaak geen duidelijke strategie om om te gaan met bedreigende situaties. Ze kunnen bijvoorbeeld tegenstrijdige signalen afgeven.

Slide 20 - Tekstslide

Leg uit wat gedesorganiseerd-gehechte kinderen zijn en hoe ze zich gedragen.
Oefening
In groepjes van twee bespreek je welke hechtingsgerichte interventie het meest geschikt is voor een kind met hechtingsproblematiek in een bepaalde leeftijdsfase.

Slide 21 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om in groepjes van twee te bespreken welke hechtingsgerichte interventie het meest geschikt is voor een kind met hechtingsproblematiek in een bepaalde leeftijdsfase. Geef aan hoeveel tijd de studenten hiervoor hebben.
Bespreken oefening
Bespreek in de groepjes welke interventie het meest geschikt is en waarom. Bespreek daarna klassikaal enkele groepjes.

Slide 22 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om in groepjes te bespreken welke interventie het meest geschikt is en waarom. Bespreek daarna klassikaal enkele groepjes.
Evaluatie
Wat vond je van deze les? Wat heb je geleerd? Wat vond je moeilijk? Wat vond je interessant?

Slide 23 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om kort te reflecteren op de les en wat ze hebben geleerd.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.