Goniometrie

Goniometrie herhaling 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goniometrie herhaling 

Slide 1 - Tekstslide

Goniometrie
Onderwerpen van deze les:
  • Een rechthoekige driehoek 
  • Symbolen, zijden en 
    drieletternotatie
  • Afronden 
  • Hellingspercentage berekenen
  • Overstaande en aanliggende                                             rechthoekszijde bepalen                  


  • Tangens van een hoek berekenen
  • Hoek in graden berekenen met tangens van die hoek
  • Aanliggende rechthoekszijde berekenen
  • Overstaande rechthoekszijde berekenen
1

Slide 2 - Tekstslide

Samenvatting van H5
Een rechthoekige driehoek bestaat uit:
  • 3 hoeken (bijvoorbeeld: A, B en C)
  • 2 rechthoekzijden die aan de rechte hoek liggen
  • 1 langste zijde (ook wel schuine zijde genoemd)
  • een rechthoekteken die de rechte hoek aangeeft.

2

Slide 3 - Tekstslide

Symbolen, zijden en 
drieletternotatie (voorkennis)
  • Het symbool voor een hoek is ∠
  • Het symbool voor graden is °
  • De naam van een zijde wordt bepaald door de hoekpunten. De zijde tussen ∠A en ∠C heet dus zijde AC 

We kunnen een hoek ook met drie letters noteren. Dit is de drieletternotatie. 
∠B loopt bijvoorbeeld van A, via B,  naar C. De drieletternotatie van ∠B is dus ∠ABC.

3

Slide 4 - Tekstslide


Welke zijden zijn
de rechthoekszijden?
hulp
∠B is de rechte hoek
A
AB en AC
B
AB en BC
C
AC en BC
D
CA en BA

Slide 5 - Quizvraag


Wat is de drieletternotatie van de hoek met het vraagteken?
hulp
Bij de drieletternotatie staat de hoek waar het om gaat altijd in het midden
A
∠F
B
∠GEF
C
∠EGF
D
∠EFG

Slide 6 - Quizvraag

Afronden 
(voorkennis)
Een antwoord moet je vaak afronden op een gegeven aantal decimalen. Decimalen zijn de cijfers achter de komma. 

Als je niet meer precies weet hoe dat moet, bekijk dan het extra uitlegfilmpje over afronden en klik op het oogje.

Filmpje afronden (Nederlands)
4

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de breuk -- als een getal met een komma en rond af op 2 decimalen

162
hulp
Bij 2 decimalen, staan er 2 cijfers achter de komma, maar het derde cijfer achter de komma bepaalt wel of het tweede cijfer achter de komma gelijk blijft of 1 omhoog gaat.
A
0,1
B
0,12
C
0,125
D
0,13

Slide 8 - Quizvraag

Hellingspercentage
Hellingspercentage 


Het hellingspercentage geeft aan hoe steil  een schuine lijn loopt ten opzichte van een horizontale lijn.

Het antwoord is altijd in procent (%)
5

Slide 9 - Tekstslide

Hellingspercentage berekenen (1)
Om het hellingpercentage te berekenen moet je weten:
  • Wat is het hoogteverschil? 
  • Wat is de horizontale afstand                               
Gebruik deze formule:
6
Filmpje hellingspercentage (Nederlands)

Slide 10 - Tekstslide


Wat is het hellingspercentage van ∠C?
(rond af op 1 decimaal)
hulp
hoogteverschil = 3 en horizontale afstand = 5
hulp
gebruik de formule: hoogteverschil / horizontale afstand x 100
A
60,0%
B
0,6%
C
166,7%
D
1,7%

Slide 11 - Quizvraag

Hellingspercentage berekenen (2)
Als je weet hoe groot een hoek is in graden, kun je ook het hellingspercentage van die hoek berekenen.

Daarvoor heb je de tan-knop van je rekenmachine nodig.

tan is een afkorting voor: tangens. Hiermee gaan we zo mee verder.
Let op!
Op sommige rekenmachines kan de tangens-knop ook ergens anders zitten
7

Slide 12 - Tekstslide

Hellingspercentage berekenen (2)
Als je weet hoe groot een hoek is in graden, gebruik je de volgende formule om het hellingspercentage te berekenen: 
 
 
 
Dus bij het voorbeeld rechts bereken je de hellingspercentage van ∠C als volgt:  
                                  tan(20°) x 100

      
hellingspercentage = tan(hoek in graden) x 100
8

Slide 13 - Tekstslide


Wat is het hellingspercentage van ∠C?

hulp
bereken tan(20°) x 100
A
36,3 %
B
36,39 %
C
36 %
D
36,4 %

Slide 14 - Quizvraag

Overstaande en aanliggende rechthoekszijde bepalen
De tangens van een hoek is een getal waarmee je later ook de hoek in graden kunt uitrekenen.

Daarvoor moet je eerst bepalen wat de overstaande rechthoekszijde  van die hoek is en wat de 
aanliggende rechthoekszijde                   van die hoek is.
Kijk vanuit een hoek naar de overkant. Dit is je overstaande rechthoekszijde. De andere rechthoekszijde is dan de aanliggende rechthoekszijde. Hieronder kijk je bijvoorbeeld vanuit ∠C. 
AB = de overstaande rechthoekszijde
AC = de aanliggende rechthoekszijde
9

Slide 15 - Tekstslide


Wat is de overstaande rechthoekszijde van ∠A?
hulp
Kijk van hoek A naar de overkant. Welke lijn ligt daar?
A
AB
B
BD
C
BC
D
BA

Slide 16 - Quizvraag


Wat is de aanliggende rechthoekszijde van ∠C?
hulp
Kijk van ∠C naar de overkant. Welke lijn ligt daar? Dat is je overstaande rechthoekszijde. De andere rechthoekszijde is dan dus de aanliggende rechthoekszijde,
A
AB
B
BD
C
BC
D
BA

Slide 17 - Quizvraag

De tangens 
van een hoek berekenen
Om de tangens van een hoek te bereken gebruik je de volgende formule:






Deze formule kun je afkorten als 
t=ao
Voorbeeldvraag
Hieronder staat ΔEFG. Bereken de tangens van ∠G. 
De overstaande rechthoekszijde = EF (2 cm)
De aanliggende rechthoekszijde = EG (5 cm)

De tangens van ∠G = 

52=0,4
10

Slide 18 - Tekstslide


Bereken de tangens van ∠F

(rond af op 1 decimaal)
hulp
De overstaande rechtshoekszijde = EG en de aanliggende rechthoekszijde = EF
A
2,5
B
0,4
C
3,0
D
0,5

Slide 19 - Quizvraag

Hoek in graden berekenen met de tangens van die hoek.
Als je eenmaal de tangens van een hoek hebt berekend, kun je die hoek ook in graden berekenen. 

Daarvoor moet je de tan  knop gebruiken.
Om die te kunnen gebruiken moet je op je rekenmachine eerst de shift knop indrukken en dan de tan knop.

De tan  knop rekent de tangens van een hoek om in graden.

Voorbeeldvraag
De tangens van ∠G=  

Hoeveel graden is ∠G ?   
Rond af op 1 decimaal

52=0,4
-1
-1
Antwoord:    ∠G = tan  (0,4) = 21,8°   
-1
11

Slide 20 - Tekstslide


Hoeveel graden is ∠F ?

(rond af op 1 decimaal)
hulp
De overstaande rechtshoekszijde = EG en de aanliggende rechthoekszijde = EF. De tangens van ∠F is dus 5/2=2,5
A
21,8°
B
68,1°
C
68,19°
D
68,2°

Slide 21 - Quizvraag

De aanliggende rechthoekszijde berekenen
Stel je weet van een hoek hoe groot deze is in graden en hoe lang de overstaande rechthoekszijde is. Dan kun je ook de lengte van de aanliggende rechthoekszijde berekenen door de formule 


te herschrijven als:


Voorbeeldvraag
Van onderstaande ΔABC is bekend dat
        ∠C = 30°      en      zijde  AB = 2,5 cm  
(AB is de overstaande rechthoekszijde van ∠C)

Hoe lang is zijde AC ?
(AC is de aanliggende rechthoekszijde van ∠C)
Rond af op 1 decimaal


Antwoord:    BC =                                  cm
tan(30)2,5=4,3
Bedenk dat als je som 3 = 6/2  ook kunt herschijven als 2 = 6/3
12
a=to

Slide 22 - Tekstslide


Bereken de lengte van zijde AB
(rond af op 2 decimalen)
hulp
Aanliggende rechthoekszijde = lengte AC / tan(∠B)
A
0,54 cm
B
1,86 cm
C
1,87 cm
D
8,58 cm

Slide 23 - Quizvraag

De overstaande rechthoekszijde berekenen
Stel je weet van een hoek hoe groot deze is in graden en hoe lang de aanliggende rechthoekszijde is. Dan kun je ook de lengte van de overstaande rechthoekszijde berekenen door de formule 


te herschrijven als:


overstaande rechthoekszijde =
tangens hellingshoek x aanliggende rechthoekszijde 
Voorbeeldvraag
Van onderstaande ΔEFG is bekend dat
        ∠G = 25°      en      zijde  EG = 6 cm  
(EG is de aanliggende rechthoekszijde van ∠C)

Hoe lang is zijde EF ?
(EF is de overstaande rechthoekszijde van ∠C)
Rond af op 1 decimaal


Antwoord:    EF =  tan(25) x 6  =  2,8 cm
Bedenk dat als je som 3 = 6/2  ook kunt herschijven als 6 = 2x3
13
o=ta

Slide 24 - Tekstslide


Bereken de lengte van zijde EG
(rond af op 2 decimalen)
hulp
Overstaande rechthoekszijde = tan(∠B) x lengte EF
A
5,36 cm
B
1,17 cm
C
5,4 cm
D
1,2 cm

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video