Zelfstandig werkwoord: in een wg heb je 1 zww, de rest van de werkwoorden is hww
Koppelwerkwoord: in een nwg heb je 1 kww, de rest van de ww is hww.
Hulpwerkwoord: de werkwoorden naast een zww of kww noem je hww.
Bekijk onderstaand filmpje over deze theorie