Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Begrippen staatsinrichting
Democratie =
A
De koining regeert
B
Het volk regeert
C
Alleen rijke mensen regeren
D
Regeren
1 / 17
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Gs
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
10 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Democratie =
A
De koining regeert
B
Het volk regeert
C
Alleen rijke mensen regeren
D
Regeren
Slide 1 - Quizvraag
Het parlement is hetzelfde als de Tweede Kamer
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Het parlement is hetzelfde als de regering
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quizvraag
De Eerste en Tweede Kamer heten samen ook wel de Staten-Generaal
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Parlement = volksvertegenwoordiging
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Het volk regeert via gekozen volksvertegenwoordigers
Dit noem je:
A
Een dictatuur
B
Een monarchie
C
Een parlementaire democratie
D
Verkiezingen
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Constitutie is hetzelfde als monarchie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een constitutionele monarchie ?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
In de 19e eeuw kreeg Nederland een nieuwe grondwet die veel veranderde. Welk jaar?
A
1813
B
1870
C
1848
D
1830
Slide 11 - Quizvraag
De koning is
Onschendbaar
Slide 12 - Woordweb
De koning zegt op tv iets over het vluchtelingenbeleid van de regering. De minister van Binnenlandse Zaken krijgt hierdoor problemen. Waarom?
A
De koning iis niet altijd aanwezig in de Tweede Kamer dus de minister beantwoordt de vragen
B
De koning is onschendbaar, hij mag daarom zeggen wat hij wil.
C
De minister is de woordvoerder van de koning
D
De koning is onschendbaar en de minister verantwoordelijk
Slide 13 - Quizvraag
Censuskiesrecht =
A
Je mag stemmen als je genoeg belasting betaalt
B
Iedereen mag stemmen
C
Je kiest wie er koning wordt
D
Als je van adel bent mag je stemmen
Slide 14 - Quizvraag
Waarom gaf koning Willem II in 1848 toe aan de eis om een nieuwe grondwet te maken?
A
Hij vond zelf ook dat het parlement meer invloed moest krijgen
B
Hij zag dat er veel armoede was
C
Overal in Europa waren rellen, hij was bang voor zijn positie
D
De grondwet was ouderwets
Slide 15 - Quizvraag
Wie schreef de nieuwe grondwet?
Slide 16 - Open vraag
Grondrechten
1848
Slide 17 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Les met
31 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 4 - Wie doet wat in de politiek
September 2021
- Les met
31 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Begrippen staatsinrichting
September 2024
- Les met
33 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1.1 De Nederlandse staatsinrichting nu
March 2019
- Les met
35 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
Oefenvragen H1 Een nieuwe grondwet
March 2023
- Les met
50 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 4
Begrippen staatsinrichting en WOI
May 2021
- Les met
48 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Oefentoets 8.1 Democratie
September 2024
- Les met
30 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Politiek 1, kennismaking
March 2023
- Les met
19 slides
Burgerschap
MBO
Studiejaar 1