Alinea's en kernzinnen
1 / 14
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Terugblik
Welke uitspraak is NIET waar?
Welke uitspraak is NIET waar?
A
De kern van een tekst heeft vaak meer dan één alinea.
B
De zinnen van een alinea horen bij elkaar.
C
Alle zinnen in een alinea zijn even belangrijk.
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar staan de kernzinnen?
A
In het slot
B
in de inleiding
C
In de kern en het slot
D
In bijna elke alinea
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de kernzin?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kernzin? En waar vind ik de kernzin vaak?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Vraag: wat is de kernzin?
Waar of niet waar?
De hoofdgedachte van de tekst is hetzelfde als het onderwerp.
De hoofdgedachte van de tekst is hetzelfde als het onderwerp.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Het verschil bespreken:
Algemeen/globaal (thema) versus wat de schrijver erover te zeggen heeft (samenvatting).
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
De samenvatting van een tekst in een zin.
B
Het hoofd van de gedachte.
C
De tekst ingedeeld in een alinea, kern en slot.
D
Ik weet het niet.
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke delen van een tekst moet je lezen om de hoofdgedachte van de tekst te bepalen?
A
kern en slot
B
inleiding en slot
C
alleen de kern
D
alleen het slot
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Het slot heeft altijd een functie.
Wat kan GEEN functie van een slot zijn?
Wat kan GEEN functie van een slot zijn?
A
een vraag stellen
B
een samenvatting geven
C
een conclusie trekken
D
een oplossing van een probleem geven
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
