VB11 woordjes

2.5 Woordjes
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

2.5 Woordjes

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent het volgende woord?

Meetellen
A
je telt iets mee
B
erbij horen
C
geen zorgen hebben

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?

Ontroeren
A
het gevoel raken
B
stoppen met roeren
C
op je gemak zijn

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?

Initiatief
A
je voornamen
B
wat je als eerste voorstelt
C
wat je als laatste doet

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent het volgende woord?

Aangrijpend

Slide 5 - Open vraag

Wat is een ander woord voor...

Agressief
A
ontspannen
B
rustig
C
gewelddadig
D
hyper

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor...

Volmaakt
A
afgemaakt
B
klaar
C
defect
D
perfect

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor...

Attent
A
Op jezelf gericht zijn
B
Met zorg en aandacht voor anderen
C
Met elkaar praten
D
Opletten in de les

Slide 8 - Quizvraag

Bedenk een synoniem voor...

Over het algemeen

Slide 9 - Open vraag

Wat is het tegenovergestelde van...

Indrukwekkend
A
groots
B
wat veel indruk maakt
C
saai
D
ontroerend

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van...

Je hart uitstorten
A
heel veel bloed verliezen
B
iets voor je houden
C
alles zeggen wat je dwars zit
D
met iemand praten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van...

Opgelucht
A
Bezorgd
B
Veel regen
C
Geen zorgen meer hebben
D
Blij

Slide 12 - Quizvraag

Bedenk een woord dat het tegenovergestelde betekent van...
Spectaculair

Slide 13 - Open vraag

Abdullah is tijdens Nederlands in zijn element.
Wat betekent in je element zijn?

Slide 14 - Open vraag

Hij is via de e-mail met zijn docent aan het communiceren.
Wat betekent communiceren?

Slide 15 - Open vraag