BS 6.5

BS 6.5 Aanpassingen bij dieren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 6.5 Aanpassingen bij dieren

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat deze bassistof over?
  • Waterdieren
  • Lanzoogdieren
  • Vogels

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Slide 3 - Tekstslide

                  Woordenlijst
  • gestroomlijnd
  • schutkleur
  • zoolgangers
  • teengangers
  • hoefgangers
  • kegelsnavel
  • pincetsnavel
  • haaksnavel
  • zeefsnavel
  • priemsnavel

Slide 4 - Tekstslide

Inleiding 

Een ijsbeer is met zijn dikke witte vacht goed aangepast aan de koude Noordpool. Ook andere dieren hebben aanpassingen zodat ze kunnen overleven in hun ecosysteem. De meeste aanpassingen zijn erfelijk.

Slide 5 - Tekstslide

Ecologie
Bs 5 Aanpassingen bij dieren 

Bekijk de video als uitleg voor de aanpassingen bij dieren.

Slide 6 - Tekstslide

Aanpassingen bij Waterdieren
Alle waterdieren zijn altijd gestroomlijndEen lichaamsvorm waardoor ze weinig weerstand hebben in het water
*Gladde huid (schubben en slijm)
*Kop romp en staart gaan in elkaar over
* Vinnen voor voortbeweging

Daardoor kunnen zij sneller door het water bewegen.

Niet alleen vissen hebben dit maar ook sommige zoogdieren (dolfijnen).

Slide 7 - Tekstslide

Schutkleur, Donkere bovenkant en lichte onderkant 

Slide 8 - Tekstslide

Landzoogdieren
Bij verschillende landzoogdieren zijn de poten aangepast op de ondergrond
*Zoolgangers: zachte ondergrond
*Teengangers: katachtigen
*Hoefgangers: harde ondergrond

Slide 9 - Tekstslide

Meer aanpassingen
Dieren in koude omgeving, meer haar om warmte vast te houden

Dieren in warme omgeving, grote oren om warmte te verliezen


Poolvos
Woestijnvos

Slide 10 - Tekstslide

Een sneeuwhaas
Een  Europese Haas

Slide 11 - Tekstslide

Vogels
Steltlopers, Roofvogels, Zangvogels en Watervogels

Slide 12 - Tekstslide

Steltlopers
Priemsnavel= lange snavel
Lange poten voor ondiep water

soms met zwemvliezen om
 niet door de bodem te zakken

Slide 13 - Tekstslide

Roofvogels
Haaksnavel= krom, 
naar beneden gebogen, 
scherpe punt

Poten met klauwen

Slide 14 - Tekstslide

Zangvogels
Kegelsnavel (zaden) of
Pincetsnavel (insecten)

Poten met 3 tenen voor 1 teen achter om zich aan takken te kunnen klemmen

Slide 15 - Tekstslide

Watervogels
Zeefsnavel
Zwemvliezen
Waterafstotende veren door speciale olie die ze produceren

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk

  • Lezen bs 6.5
  • Maken woordenlijst bs 6.5
  • Maken opdrachten bs 6.5 digitaal 

Slide 17 - Tekstslide