Tijdvak 7-10

Wat kun je (bijvoorbeeld) gaan doen deze les?
- kaartjesopdracht/spel met de Kenmerkende aspecten (KA) (LET OP: NIET DE HELE LES!)
- KA uit je hoofd gaan leren (eventueel met behulp van de kaartjes, of de lijst in de ELO)
- Opgaven maken uit het boek (zie hiernaast, of overleg met de docent)
- De KA bestuderen en bespreken in tweetallen en van elk nagaan of je ze begrijpt en de essentie er van kunt weergeven. 
- Quizlet Kenmerkende Aspecten doen
- Oefenopgaven maken uit examenopgavenset

Vanaf volgende les kun je ook aangeven over welk KA je uitleg wilt.
GS compact: overzicht van oefeningen voor de KA toets in toetsweek 3
In principe kun je alle opgaven die staan aan het einde van elk tijdvak doen als oefening voor een toets over alle kenmerkende aspecten en tijdvakken. Om het je een beetje gemakkelijker te maken, staan hieronder telkens een tweetal opgaven per tijdvak geselecteerd om het overzichtelijk te houden:
Tijdvak 1: Opg. 3+4 blz. 14
Tijdvak 2: opg. 1+4 blz. 28
Tijdvak 3: Opg. 1+4 blz. 38
Tijdvak 4: Opg. 2+5 blz. 50
Tijdvak 5: Opg. 6+9 blz. 64
Tijdvak 6: Opg. 3+5 blz. 75
Tijdvak 7: Opg. 2+3 blz. 88
Tijdvak 8: Opg. 2+7 blz. 104
Ttijdvak 9: Opg. 2+6 blz. 126
Tijdvak 10: Opg. 4+6 blz. 140

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat kun je (bijvoorbeeld) gaan doen deze les?
- kaartjesopdracht/spel met de Kenmerkende aspecten (KA) (LET OP: NIET DE HELE LES!)
- KA uit je hoofd gaan leren (eventueel met behulp van de kaartjes, of de lijst in de ELO)
- Opgaven maken uit het boek (zie hiernaast, of overleg met de docent)
- De KA bestuderen en bespreken in tweetallen en van elk nagaan of je ze begrijpt en de essentie er van kunt weergeven. 
- Quizlet Kenmerkende Aspecten doen
- Oefenopgaven maken uit examenopgavenset

Vanaf volgende les kun je ook aangeven over welk KA je uitleg wilt.
GS compact: overzicht van oefeningen voor de KA toets in toetsweek 3
In principe kun je alle opgaven die staan aan het einde van elk tijdvak doen als oefening voor een toets over alle kenmerkende aspecten en tijdvakken. Om het je een beetje gemakkelijker te maken, staan hieronder telkens een tweetal opgaven per tijdvak geselecteerd om het overzichtelijk te houden:
Tijdvak 1: Opg. 3+4 blz. 14
Tijdvak 2: opg. 1+4 blz. 28
Tijdvak 3: Opg. 1+4 blz. 38
Tijdvak 4: Opg. 2+5 blz. 50
Tijdvak 5: Opg. 6+9 blz. 64
Tijdvak 6: Opg. 3+5 blz. 75
Tijdvak 7: Opg. 2+3 blz. 88
Tijdvak 8: Opg. 2+7 blz. 104
Ttijdvak 9: Opg. 2+6 blz. 126
Tijdvak 10: Opg. 4+6 blz. 140

Slide 1 - Tekstslide

Vul hieronder onderstaande vragen in:
1. Wat ga je deze les doen?
2. Waarom ga je dat doen?
3. Wat heb je einde van deze les bereikt? Maak concreet: hoeveel KA ken je, hoeveel opgaven heb je gemaakt en nagekeken?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Vraagtypen en vaardigheden
  • Toepassingsvragen: Bij dit soort vragen wordt je gevraagd om de kennis die je hebt te gebruiken bij een vraag. Er zijn toepassingsvragen met en zonder bron.
  • Chronologievragen: zet een aantal gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde
  • Betrouwbaarheid: in hoeverre kun je er van uit gaan dat een bron betrouwbaar/onbetrouwbaar is? Welke argumenten kun je daarvoor geven. Hint: een bron is nooit 100% betrouwbaar of onbetrouwbaar.
  • Standplaatsgebondenheid: De manier waarop iemand kijkt naar een gebeurtenis is altijd gekleurd door zijn of haar achtergrond: cultuur, tijd en plaats, religie, leeftijd enz. spelen allemaal een rol. Daar moet je rekening mee kunnen houden.
  • Oorzaak en gevolg. Er wordt vaak van je verwacht dat je uit een bron oorzaken of gevolgen kunt halen. Aanleiding hoort daar ook bij, net zoals gevolgen op de korte (directe) en lange (indirecte) termijn en bedoelde en onbedoelde gevolgen.
  • Continuïteit en verandering: welke zaken veranderen in de loop van de tijd, en welke zaken blijven (deels) hetzelfde.
  • Vragen over de kenmerkende aspecten:
  •        Directe vragen:
  •        - Actief: Geef aan welk kenmerkend aspect bij een bepaalde gebeurtenis, bron of situatie past.
  •        - Passief: Leg van een gegeven Kenmerkend aspect uit waarom het bij een bepaalde gebeurtenis, bron of          situatie past.
  •        Indirecte vragen: Veel kenmerkende aspecten zitten verwerkt in opgaven zonder dat ze genoemd of gevraagd           worden.  










Slide 4 - Tekstslide

VRAAG: (2p) Gebruik bron 11. Uit deze bron kun je twee conclusies trekken:
1 Maria Stewart lijkt in deze bron geïnspireerd door de Verlichting.
2 Maria Stewart is gematigd in haar opvattingen.
Toon de juistheid van beide conclusies aan.


Bron 11 Maria Stewart is een Amerikaanse abolitioniste. In 1832 schrijft ze:
En zullen Afrika's zonen nog langer zwijgen? Ik zal je zeker niet aanraden om te doden, brand te stichten of te verwoesten. Maar ik raad je wel aan je talenten te verbeteren, laat ze niet in de aarde begraven liggen. Laat de kracht van je verstand zien. Bewijs de wereld dat, hoewel jullie huid zo zwart is als de nacht, jullie harten puur zijn en jullie zielen wit.

Slide 5 - Tekstslide

VRAAG: (2p) Gebruik bron 11. Uit deze bron kun je twee conclusies trekken:
1 Maria Stewart lijkt in deze bron geïnspireerd door de Verlichting.
2 Maria Stewart is gematigd in haar opvattingen.
Toon de juistheid van beide conclusies aan.

Slide 6 - Open vraag

VRAAG: (2p) Gebruik bron 11. Uit deze bron kun je twee conclusies trekken:
1 Maria Stewart lijkt in deze bron geïnspireerd door de Verlichting.
2 Maria Stewart is gematigd in haar opvattingen.
Toon de juistheid van beide conclusies aan.


Bron 11 Maria Stewart is een Amerikaanse abolitioniste. In 1832 schrijft ze:
En zullen Afrika's zonen nog langer zwijgen? Ik zal je zeker niet aanraden om te doden, brand te stichten of te verwoesten. Maar ik raad je wel aan je talenten te verbeteren, laat ze niet in de aarde begraven liggen. Laat de kracht van je verstand zien. Bewijs de wereld dat, hoewel jullie huid zo zwart is als de nacht, jullie harten puur zijn en jullie zielen wit.

maximumscore 2 
Voorbeeld van een juist antwoord is: 
• Maria Stewart roept op tot het ontwikkelen van talenten / het gebruik van het verstand, wat past bij Verlichtingsideeën 1 
• Maria Stewart vindt niet dat de abolitionisten met geweld hun zin moeten krijgen, maar door praktisch gebruik van hun verstand / het goede voorbeeld te geven 1 

Slide 7 - Tekstslide

VRAAG: 20. (2p) Twee ontwikkelingen in de negentiende eeuw zijn:
1 de opkomst van emancipatiebewegingen en
2 de uitbreiding van het kiesrecht.
Leg uit welk verband er bestaat tussen beide ontwikkelingen.



\

Slide 8 - Tekstslide

VRAAG: (2p) Twee ontwikkelingen in de negentiende eeuw zijn:
1 de opkomst van emancipatiebewegingen en
2 de uitbreiding van het kiesrecht.
Leg uit welk verband er bestaat tussen beide ontwikkelingen.

Slide 9 - Open vraag

maximumscore 2 
ANTWOORD: Uit het antwoord moet blijken dat door de opkomst van de emancipatiebewegingen meer groepen in de samenleving (arbeiders/vrouwen/katholieken) politieke inspraak eisten, waarvoor het kiesrecht werd uitgebreid. 
VRAAG: 20. (2p) Twee ontwikkelingen in de negentiende eeuw zijn:
1 de opkomst van emancipatiebewegingen en
2 de uitbreiding van het kiesrecht.
Leg uit welk verband er bestaat tussen beide ontwikkelingen.



Slide 10 - Tekstslide

 VRAAG: (2p) Gebruik bron 20. Je kunt met deze foto een kenmerkend aspect van de tweede helft van de twintigste eeuw illustreren. Leg dit uit.
Bijschrift Bron 20 Op 12 april 1967 wordt in Amsterdam het eerste Turkse restaurant in Nederland geopend. Op de foto zie je dat de Turkse ambassadeur een kijkje neemt in de keuken: 

Slide 11 - Tekstslide

Je kunt met deze foto een kenmerkend aspect van de tweede helft van de twintigste eeuw illustreren. Leg dit uit.

Slide 12 - Open vraag

 VRAAG: (2p) Gebruik bron 20. Je kunt met deze foto een kenmerkend aspect van de tweede helft van de twintigste eeuw illustreren. Leg dit uit.
Bijschrift Bron 20 Op 12 april 1967 wordt in Amsterdam het eerste Turkse restaurant in Nederland geopend. Op de foto zie je dat de Turkse ambassadeur een kijkje neemt in de keuken: 
maximumscore 2 
Voorbeeld van een juist antwoord is: 
Het kenmerkend aspect 'ontwikkeling van pluriforme en multiculturele samenlevingen' (of een omschrijving daarvan) kan hiermee worden geïllustreerd, want de (Turkse) gastarbeiders die naar Nederland zijn gekomen willen graag hun eigen (eet)cultuur behouden/overdragen

Slide 13 - Tekstslide