Afstemmen op publiek

welke 3 schrijfdoelen ken je?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

welke 3 schrijfdoelen ken je?

Slide 1 - Open vraag

welke tekstsoort hoort bij doel overtuigen?
A
recept voor koekjes
B
krantenartikel over geloof
C
een schema met bustijden
D
een vacature

Slide 2 - Quizvraag

Ik wil kinderen overtuigen om meer te sporten, welke zin past het best:
A
Sporten maakt u gezonder.
B
Met sporten hoor je er helemaal bij!
C
Bij sporten gaat het vooral om bewegen.
D
Met sporten blijft u langer fit en gezond!

Slide 3 - Quizvraag

Ik wil een vrije dag bij mijn baas aanvragen.
Deze zin past daar het best bij:
A
Vind je het goed dat ik volgende week een dagje vrij pak?
B
Graag zou ik een dag verlof willen aanvragen
C
Ik pak volgende week een dagje vrij als, je het niet erg vindt
D
Kan ik vrij krijgen, ik moet echt iets belangrijks doen

Slide 4 - Quizvraag

formele taal is:
A
spreektaal
B
zakelijk
C
zonder woorden
D
Schreeuwen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bij welke doelgroep zou je kiezen voor informele taal

Slide 8 - Open vraag

Bij welke doelgroepen zou je kiezen voor formele taal?

Slide 9 - Open vraag

welke kenmerken horen bij formele taal

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

wat vond je van deze les?

Slide 14 - Open vraag