chap 5, 3havo, Grammaire H
1 / 18
Lesduur is: 48 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Choisis:
Je mange (du/ de la/ des/ de l') légumes
Je mange (du/ de la/ des/ de l') légumes
A
Je mange du légumes.
B
Je mange des légumes.
C
Je mange de la légumes.
D
Je mange de l' légumes
Slide 7 - Quizvraag
Choisis: J'adore (la/ les/du/ l'/ de la/ ) croissants.
A
les
B
du
C
de la
D
de l'
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
sinds
apporter
car
râler
donc
het beroep
réussir
retourner
le pourboire
le poivre
het zout
le couteau
le beurre
klagen
depuis
de peper
de fooi
het mes
le sel
brengen
want
dus
slagen
le métier
teruggaan
de boter
Slide 10 - Sleepvraag
le pain
het vlees
il faut
devenir
donc
het beroep
réussir
comme
aujourd'hui
le yaourt
la manière
commander
ou
worden
het brood
de yoghurt
vandaag
bestellen
de maniere
la viande
je moet
dus
slagen
le métier
zoals
of
Slide 11 - Sleepvraag
le bateau
het doel
de vrouw
la fenêtre
gebroken
délicieux
chaud
rencontrer
rêver
rater
nager
décrire
surtout
het raam
de boot
missen
dromen
beschrijven
zwemmen
le but
la femme
cassé
warm
heerlijk
ontmoeten
vooral
Slide 12 - Sleepvraag
commander
avoir soif
le lait
manger
ik heb dorst
la vie
la bouteille
enfin
ga je gang!
le sucre
la boisson
het toetje
eten
bestellen
de suiker
vas-y
le dessert
het drankje
dorst hebben
de melk
j'ai soif
de fles
het leven
(uit)eindelijk
