Vocab quiz chapter 1
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Translate:
vacature, carrièrekans
vacature, carrièrekans
Slide 2 - Open vraag
Translate:
zelfbewust, onzeker
zelfbewust, onzeker
Slide 3 - Open vraag
Translate:
voornamelijk
voornamelijk
Slide 4 - Open vraag
Translate:
liefde, genegenheid
liefde, genegenheid
Slide 5 - Open vraag
Translate:
juiste
juiste
Slide 6 - Open vraag
Translate:
verhogen, vergroten
verhogen, vergroten
Slide 7 - Open vraag
Translate:
aanmoedigen, stimuleren
aanmoedigen, stimuleren
Slide 8 - Open vraag
Translate:
bekwaamheid
bekwaamheid
Slide 9 - Open vraag
Translate:
necessity
necessity
Slide 10 - Open vraag
Translate:
onbelangrijk(e)
onbelangrijk(e)
Slide 11 - Open vraag
Translate:
verslavend
verslavend
Slide 12 - Open vraag
They _____ their house 25 years ago.
A
buy
B
buyed
C
bought
D
have bought
Slide 13 - Quizvraag
My mother always _____ when I am late.
A
worries
B
worry
C
worrying
D
worry's
Slide 14 - Quizvraag
My brothers _____ in this office since 2005.
A
works
B
are working
C
have worked
D
worked
Slide 15 - Quizvraag
At what temperature _____?
A
does water freeze
B
freezes water
C
do water freeze
D
does water freezes
Slide 16 - Quizvraag
Peter _____ a movie on Netflix at the moment.
A
watches
B
watching
C
has watched
D
is watching
Slide 17 - Quizvraag
She _____ a glass of wine before she ordered a pizza.
A
was drinking
B
drank
C
had drunk
D
drinked
Slide 18 - Quizvraag
The Normans _____ this castle in 1078.
A
have built
B
built
C
builded
D
had built
