4.3

• economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

In paragraaf 4.3 heb je geleerd:​

 

welke soorten werkloosheid er zijn​

waardoor werkloosheid ontstaat​

waarom werklozen zich inschrijven bij het UWV​

Een ski-instructeur is in de zomer werkloos.

1. frictiewerkloosheid
2. seizoenswerkloosheid
3. regionale werkloosheid 

Werkloosheid die door blijvende veranderingen in het productieproces door producenten. Hiervan is ook sprake als het aanbod van arbeid niet aansluit op de vraag ernaar.

1. Structurele werkloosheid
2. Conjuncturele werkloosheid

Werkloosheid die ontstaat doordat de vraag naar goederen en diensten (tijdelijk) afneemt.

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid

Een casesier is ontslagen, maar kan volgende maand weer aan het werk.

1. frictiewerkloosheid
2. seizoenswerkloosheid
3. regionale werkloosheid 

Kortdurende werkloosheid omdat je even tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.

1. Geregistreerde werkloosheid
2. Frictiewerkloosheid
3. Regionale werkloosheid
4. Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land.

Een onderwijzer uit Breda is werkloos. In de Randstad kan hij wel aan het werk.

1. frictiewerkloosheid
2. seizoenswerkloosheid
3. regionale werkloosheid 

Welke vorm van werkloosheid is het moeilijkst om te verhelpen?

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Seizoenwerkloosheid
3. Frictie werkloosheid
4. Structurele werkloosheid

Werkloosheid die ontstaat doordat bepaald werk alleen maar in een deel van het jaar verricht kan worden.

Een deel van de werkloze beroepsbevolking in Nederland staat ingeschreven bij het UWV. ​

Zij vormen samen de ............... werkloosheid.

1. geregistreerde
2. verborgen

Noem een reden om je in te schrijven bij de UWV?