Woordenschat H2 - havo 3

Woordenschat H1 en H2
stijlfiguren
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat H1 en H2
stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat H1
blz. 24-25
Stijlfiguren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan de stijlfiguren herhaling, tegenstelling en opsomming herkennen en begrijpen.

Slide 3 - Tekstslide

Stijlfiguren
Een tekst kun je op verschillende manieren aantrekkelijk maken: met beeldspraak (vergelijking, metafoor en personificatie), met (rijmende) uitdrukkingen en met stijlfiguren. 
Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken. 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling
Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een herhaling van woorden om datgene wat je zegt te onderstrepen.
Voorbeelden:
Uur na uur bleef het stil.
Tijdens het kamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we kregen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Tegenstelling

voorbeeld: 

– Vierkant in de fles, rond op de tong (reclame van jeneverproducent)

Slide 7 - Tekstslide

Opsomming
– Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder (uit een liedtekst van Ramses Shaffy)

Bijzondere opsommingen zijn:
drieslag, climax en anticlimax

Slide 8 - Tekstslide

Drieslag (opsomming in drieën)
De naam zegt het al: er worden drie dingen opgesomd. 
Het gaat dus om een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen.

Voorbeeld:
Te land, ter zee en in de lucht.


Slide 9 - Tekstslide

Climax
Dit is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.

Voorbeelden:
-Het team ging voor brons, hoopte toen op zilver, maar heeft goud gewonnen.
-Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste (reclame van een advocatenkantoor)

Slide 10 - Tekstslide

Anticlimax

Bij een anticlimax neemt de kracht of de spanning juist af.


Voorbeeld:

– Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.


Het begrip 'anticlimax' wordt ook wel gebruikt als het einde van een verhaal, roman of film nogal teleurstellend is.







Slide 11 - Tekstslide

Je hebt mensen en mensen.

Dit is een:
A
Drieslag
B
Anticlimax
C
Herhaling
D
Tegenstelling

Slide 12 - Quizvraag

Zij begon op het vmbo, ging naar havo, toen naar het hbo en zit nu op de universiteit.
A
Herhaling
B
Drieslag
C
Tegenstelling
D
Climax

Slide 13 - Quizvraag

Woordenschat H2
blz. 58
Stijlfiguren (2)

Slide 14 - Tekstslide

doelen
  • Ik kan de stijlfiguren herhaling, tegenstelling en opsomming herkennen en begrijpen en gebruiken.
  • Ik kan hyperbolen, understatements en eufemismen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 15 - Tekstslide



hyperbool, eufemisme, understatement

Slide 16 - Tekstslide

stijlfiguren 
  • kun je gebruiken om een tekst aantrekkelijk te maken
  • gebruik je om iets te benadrukken

Slide 17 - Tekstslide

hyperbool
  • overdrijving :  We hebben ons kapot gelachen.

Slide 18 - Tekstslide

understatement
  • afzwakking, je zegt dat iets minder groot, mooi, belangrijk, .. is dan dat het in werkelijkheid is
  • vaak: ironisch effect, je moet de situatie kennen om de understatement te begrijpen                                                                                                                                                                                              Ronaldo kan wel een aardig balletje trappen.

Slide 19 - Tekstslide

eufemisme
  • verzacht de werkelijkheid
  • bij nare situaties
  • Je zegt iets op zo'n manier dat het minder erg of hard overkomt:   Hij gaat creatief om met de waarheid.

Slide 20 - Tekstslide

eufemisme of understatement?
De veestapel werd geruimd.

Bij een 10 voor Nederlands: Ik heb de toets wel aardig gemaakt.

Slide 21 - Tekstslide

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 22 - Quizvraag

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 23 - Quizvraag

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 24 - Quizvraag

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 25 - Quizvraag

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 26 - Quizvraag

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving

Slide 27 - Tekstslide

doelen
  • Ik kan de stijlfiguren herhaling, tegenstelling en opsomming herkennen en begrijpen en gebruiken.
  • Ik kan hyperbolen, understatements en eufemismen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Slide 28 - Tekstslide