tussenletter samenstelling

Tussenletters
Tussenletters in samenstellingen
(pannekoek of pannenkoek?)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tussenletters
Tussenletters in samenstellingen
(pannekoek of pannenkoek?)

Slide 1 - Tekstslide

Waarom belangrijk?
  • Professionaliteit

  • Duidelijkheid 

  • Examen schrijven -> te veel fouten is onvoldoende

Slide 2 - Tekstslide

samenstelling: twee woorden= één ding
coronamaatregelen
avondklok
koffiezetapparaat

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van samenstellingen

Slide 4 - Woordweb

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Open vraag

Wat is een werkwoord?

Slide 7 - Open vraag

Tussen-n
Je schrijft een tussen-n:

-->  als het linkerwoord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft.


Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan tussen-n
1.  Je kijkt of het linkerwoord een zelfstandig naamwoord is -> de tomaat

2.  Als het linkerwoord een zelfstandig naamwoord is, kijk je of het een meervoud op -en, -s of beide heeft -> de tomaten (niet de tomates)

3.  Als het zelfstandig naamwoord alleen een meervoud op -en heeft, dan schrijven we de tussen-n -> tomatensoep.

Slide 9 - Tekstslide

Maak de juiste samenstelling.
¨woord¨ + ¨boek¨

Slide 10 - Open vraag

Maak de juiste samenstelling.
¨muis¨ + ¨nest¨

Slide 11 - Open vraag

Maak de juiste samenstelling.
¨fles¨ + ¨dop¨

Slide 12 - Open vraag

Uitzonderingen tussen-n
  • Het linkerwoord eindigt al op -en -> havengebied, keukentafel.

  • Het linkerwoord heeft geen meervoud -> rijstepap, tarwebloem.

  • Van het linkerwoord is er maar één -> maneschijn, zonnebank.

  • Het linkerwoord versterkt het rechterwoord -> beresterk, apetrots.

  • Het woord is een ouderwetse samenstelling -> elleboog, nachtegaal.

Slide 13 - Tekstslide

Tussen-e
Je schrijft een tussen-e:

--> Als het linkerwoord van een samenstelling geen zelfstandig naamwoord is, dan moet je een tussen-e schrijven 

              --> platteland
           


Slide 14 - Tekstslide

Maak de juiste samenstelling.
vrees
hoogten
hoogte

Slide 15 - Sleepvraag

Kies het goedgeschreven woord.
A
huilebalk
B
huilenbalk

Slide 16 - Quizvraag

Kies het goedgeschreven woord.
A
Koninginnendag
B
Koninginnedag

Slide 17 - Quizvraag

Maak de juiste samenstelling.
goed
beren
bere

Slide 18 - Sleepvraag

Kies het goedgeschreven woord.
A
rodekool
B
rodenkool

Slide 19 - Quizvraag

Tussen-s
Je schrijft een tussen-s wanneer je hem hoort.

    --> inkoopsprijs
   --> tijdsverschil

Slide 20 - Tekstslide

Maak de juiste samenstelling.
¨station¨ + ¨plein¨

Slide 21 - Open vraag

Dorpstraat of Dorpsstraat?
1) Vervang het rechterwoord door een woord dat niet begint met een -s -> dorp + plein.

2) Hoor je nu een tussen-s? -> Dorpsplein

3) Als je de tussen-s nu hoorde, schrijf je twee s´en -> Dorpsstraat.

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag...
  • Nu Nederlands
  • Gram4
  • 4.2 Tussenletters
  • Opdr. 1, 2, 3

Slide 23 - Tekstslide

Reflectie
* Wie kan mij uitleggen wanneer je een tussen-n schrijft?

* Wie kan mij uitleggen wanneer je een tussen-s schrijft?

* Was de les goed te volgen?

* Was er genoeg afwisseling tussen opdrachtjes en theorie?

Slide 24 - Tekstslide