G6 Ec - 29/30

Economie G6
Les 29/30
Verder met Economische Crisis


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Economie G6
Les 29/30
Verder met Economische Crisis


Slide 1 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?
Hoe gaan we dat doen, ik hier, jullie daar?! 

Iedereen heeft eigen device, dat werkt en opgeladen is. 
Ik verwacht dat je camera werkt en dat je ook oordopes/headsetje hebt. 

Ik zal veelal LessonUp gebruiken, in combinatie met ZOOM. Standaard regel bij deelname: camera aan, geluid aan (oordopjes/headset), microfoon uit. 

Maak van je hart geen moordkuil, niet blij? Voel je vrij dit met me te bespreken: w.vanderkamp@cgu.nl 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
 


Spoorboekje

  • Leerdoelen H6
  • GV (geaggregeerde vraag)
  • GA (geaggregeerde aanbod)
  • Korte termijn, rigiditeit/starheid

  • Opgaven maken (deze week 1.6 Het geaggregeerde vraag-aanbodmodel: A t/m C)
  • (H7 van EC schrappen we uit SE stof)
  • Week 48 (nu): H6 | daarna herhaling (week 49) SE in week 50/51 (maandag 14 december)



Slide 3 - Tekstslide

Wie is er? 
Je blijft in de ZOOM tijdens de les.
Standaard afspraak, je neemt deel met camera aan, geluid aan (via oordopjes/headset) en microfoon gedempt.

Als je tijdens de les apart wil overleggen/uitleg wil met mij, stuur apart een chat bericht naar mij.

Slide 4 - Tekstslide

Voorspelbaar gedrag?
Je blijft in de ZOOM tijdens de les

Slide 5 - Tekstslide

Geaggregeerde vraag 
 
De geaggregeerde vraag of macro-economische vraag is de totale hoeveelheid goederen en diensten die consumenten producten, overheid en buitenland in een jaar willen kopen. 

Er bestaat een negatief verband tussen het algemeen prijspeil (CPI) en de omvang van de geaggregeerde vraag. 

Slide 6 - Tekstslide

Geaggregeerde vraag 
De geaggregeerde vraag heeft een(dalend verloop. Er zijn hiervoor 3 verklaringen:
1. Een stijging van het algemeen prijspeil leidt tot een aantasting van de reële financiële vermogens. De koopkracht daalt hierdoor.
2. Als het algemeen prijspeil stijgt, stijgt de behoefte aan het aanhouden van geld om transacties te doen. Dit leidt tot meer vraag naar geld, waardoor de rente stijgt. Als gevolg van een rentestijging zullen gezinnen meer gaan sparen en minder consumeren. Ook bedrijven zullen minder geld lenen omdat lenen duurder wordt. Daardoor dalen de investeringen.
3. Als de prijzen in een land sterker stijgen dan in het concurrerende buitenland, heeft dat invloed op de bestedingen en dus de macrovraag.

Slide 7 - Tekstslide

Is de vraag naar tomaten een voorbeeld van een collectieve of een geaggregeerde vraag?
A
Collectieve vraag
B
Geaggregeerde vraag

Slide 8 - Quizvraag

Geaggregeerd Aanbod
Totale hoeveelheid goederen en diensten die bedrijven in een jaar aanbieden. 

Onderscheid maken tussen korte en lange termijn, reden? 
Korte termijn zijn kosten minder goed aan te passen, dit kan op lange termijn wel! 

Slide 9 - Tekstslide

Geaggregeerd Aanbod Korte termijn

Prijsrigiditeit/Prijsstarheid doordat:

- Aanbieders durven niet snel aan te passen

- Productiekosten kunnen niet snel aangepast worden (loonstarheid)

- Moeilijk te bepalen welke prijs bij maximale winst

- Geldillusie (denken in nominalen)



Kan ook een stijgend verloop hebben! 


Slide 10 - Tekstslide

Geaggregeerd Aanbod Korte termijn
Productie die tot stand komt is het reëel BBP. 

Stel vraag neemt toe, dan op korte termijn een hogere productie, qua prijs verandert er nog niet veel! 

Slide 11 - Tekstslide

Geaggregeerd aanbod lange termijn

Aanbod wordt bepaald door stand techniek, alle productiefactoren worden ingezet. 

- Door technologische vooruitgang neemt LTGA toe

Slide 12 - Tekstslide

Verschuivingen in geaggregeerde vraaglijn:
- Schommelingen door verandering beleid overheid (belastingen of overheidsbestedingen) 
- Conjunctuurschommelingen (meer vraag naar goederen en diensten of juist minder) 

Slide 13 - Tekstslide

GV

Slide 14 - Tekstslide

Opgaven maken
(ruimte voor vragen)
1.6  Het geaggregeerde vraag-aanbodmodel: A t/m C
Vragen geef het apart aan in de chat van ZOOM, kunnen dan in een 'breakout room' even overleggen.

Over opgave 1.6 A - 6 & 7 
Die wil ik uitleggen indien behoefte?

/opmerking:

Heb je voor de les van vandaag een artikel gemist?
Hier zijn een paar relevantie m.b.t. dit onderwerp:



timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Opgaven maken/
checken hoever ?
6.1 t/m 6.12 
timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen: check?
Leerdoelen

Slide 18 - Tekstslide

Fisher

Slide 19 - Tekstslide

Geld neutraal?
Linkje FD
(opinie stukje 2016)

Op lange termijn is geld neutraal; uiteindelijk zal alle geldgroei leiden tot hogere prijzen. Alle nominale inkomens en prijzen passen zich aan, waardoor alleen reële grootheden het aanbod op lange termijn bepalen

Verschillende meningen 1

Slide 20 - Tekstslide

Fisher?
Linkje FD
(opinie stukje 2016)

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen: check?
Leerdoelen

Slide 22 - Tekstslide