Gezondheidskunde spijsvertering

Spijsvertering
Spijsvertering
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spijsvertering
Spijsvertering

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het spijsverteringsstelsel
Het spijsverteringskanaal:
  •  Mondholte
  •  Keelholte (Farynx)
  •  Slokdarm (oesophagus)
  •  Maag (ventriculus, gaster)
  •  Dunne darm (enteron)
  •  Twaalfvingerige darm (duodenum)
  •  Nuchtere darm (jejunum)
  •  Kronkeldarm (ileum)
  •  Dikke darm (colon)
  •  Blinde darm (appendix)
  •  Karteldarm
  •  Endeldarm (rectum)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

dit proces gebeurt in het spijsverteringstelsel

Het spijsverteringsstelsel zijn een aantal organen die samen werken om  voedsel in je  lichaam  te verwerken . Het stelsel bestaat uit de mond, keelgat, slokdarmhoofd, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm, lever, galblaas en alvleesklier.

Slide 4 - Tekstslide

Wat:  uit welke onderdelen bestaat de spijsverteringstelsel? 

Hoe: individueel
Tijd: 15 min ervoor
Hulp: gebruik  je boek op blz 197 t/m 199



Mondholte
Vertering start in de mond.
in de mond liggen speekselklieren die een enzym uitscheiden-> speeksel
speeksel verteert zetmeel.
de tong duwt het eten de slokdarm in.
het strotklepje sluit de luchtpijp af bij het doorslikken
  • .Eten ​:
  • Bijten en kauwen; malen, kleiner en zacht maken​
  • Proeven​
  • Sta      Start van vertering van koolhydraten door enzymen in speeksel​
  • Slikken​​
  • Absorptie van stoffen in bloed​
  • Via wangslijmvlies​

(Spraak)









Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelholte-farynx
 De keelholte is een deel van de ademhalingsweg en
het verteringskanaal.
 Het slikken is een reflexbeweging.
 Tijdens het slikken wordt de tong tegen het harde
gehemelte geduwd en het zachte gehemelte met de
huig omhoog getrokken
 De neusholte wordt afgesloten door de huig
De luchtpijp wordt afgesloten door het strotklepje

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keelholte-farynx

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in de keelholte tijdens de slikbeweging?

A
De huig gaat omlaag en het strottenklepje naar boven
B
De huig gaat omlaag en het strottenklepje gaat naar beneden.
C
De huig gaat naar boven en het strottenklepje naar beneden
D
De huig gaat naar beneden en het strottenklepje omhoog

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm
De slokdarm is de verbinding tussen de keelholte en de maag. 
In de slokdarm gaat het voedsel door peristaltische bewegingen richting de maag. 
 
Onderaan de slokdarm zit een sluitspier. 
Dit zorgt ervoor dat de maaginhoud niet terug kan  
stromen de slokdarm in. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maag 


  • 1: Opslag voor voedselbrij
  • 2: Peristaltische beweging 
  • 3: Sterke zuren zorgen voor afbraak  
       Deze zuren doden ook bacteriën
  • Voedsel zit max 4 uur in je maag

ventriculus, gaster:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DUNNE DARM
Bestaat uit:

  • Twaalfvingerige darm
  • Nuchtere darm
  • Kronkeldarm

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertering 
3 sappen:

1: Pancreassap --> Alvleesklier 
2: Gal --> lever  
3: Darmsap --> Darmspiertjes 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in de dunne darm?
A
De dunne darm neemt voedingsstoffen op, zodat je energie hebt en alles kan doen.
B
De dunne darm neemt zouten en water op
C
De dunne darm verplaatst het voedsel naar de endeldarm
D
In de dunne darm worden verteringssappen toegevoegd

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Resorptie (opnamen)
Opnamen voedingsstoffen: Koolhydraten, vetten, eiwitten, vitaminen, mineralen maar ook geneesmiddelen 

Voor een goede resorptie (opname) is een groot oppervlakte nodig (6 meter)

Eiwitten en koolhydraten worden na de vertering opgenomen via de poortader in het bloed en
vervoerd naar de lever.
Vetten komen via de lymfevaten in het bloed

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie over de lever?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lever
  • Hoort niet bij het spijsverteringskanaal !
  • Heeft wel een belangrijke rol bij de spijsvertering, dus hoort wel bij het spijsverteringsstelsel
  • Functioneert als een chemische fabriek
  • Neemt voedingsstoffen uit het bloed op, geven stoffen af
  • Opslagplaats voor energie, vitaminen, vetten, eiwitten en metalen.
  • Geeft suiker af aan het bloed als het lichaam het nodig heeft
  • Vormt gal. Galvloeistof helpt bij het oplossen van vetten. Gal wordt in de galblaas opgeslagen.
  • Zet eiwitten om in bruikbare eiwitten voor afweer van het lichaam en bloedstolling
  • Maakt giftige stoffen onschadelijk. Zet schadelijke stoffen om in minder schadelijke stoffen. (medicijnen, alcohol, drugs)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm (colon)
  • Vocht en zouten worden nog gewonnen
  • Zitten bacteriën in de dikke darm 
produceren vitamine K
Deze is belangrijk voor de bloedstolling.

  • Voedingsvezels worden nog opgenomen in de dikke darm.
  • Uiteindelijke brei 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies