2.1/2.2 Naamgeving koolstofchemie deel 1

Naamgeving koolstofchemie deel 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Naamgeving koolstofchemie deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert de naamgeving kennen van alkanen, alkenen, halogeenalkanen en alkylgroepen.
  • Je leert om structuurformules te tekenen van alkanen, alkenen, halogeenalkanen en alkylgroepen.
  • Je leert wat isomeren zijn, je leert deze herkennen en om zelf isomeren te tekenen bij een gegeven molecuulformule.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • Uitleg naamgeving en structuurformules
  • Maken 10, 11, 12, 14 t/m 17, 25 t/m 29
  • Uitleg isomeren
  • Maken 13 + 18

Slide 3 - Tekstslide

Naamgeving koolstofchemie
Stappenplan:
  1. Zoek en benoem de langste aaneengesloten koolstofketen. Dit is de hoofdketen.
  2. Zoek en benoem de zijgroepen
  3. Geef de zijgroepen plaatsnummers (tel vanaf kant met laagste plaatsnummer) en geef telwoorden (hoe vaak komt dezelfde groep voor).

Gebruik Binas tabel 66C+D.

Slide 4 - Tekstslide

Alkanen
  • Naam = stam + aan
  • Koolstofketen met enkele bindingen tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: methaan (meth = 1C, aan = enkele bindingen).

Slide 5 - Tekstslide

Geef de naam van het molecuul.
A
Ethaan
B
Propaan
C
Butaan
D
Pentaan

Slide 6 - Quizvraag

Alkenen
  • Naam = stam + een
  • Koolstofketen met een dubbele binding tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: but-1-een (but = 4C, 1-een = dubbele binding op C1).
  • Tel de C-atomen vanaf links: C1 komt eerder dan C3.

Slide 7 - Tekstslide

Geef de naam van het molecuul.
A
Penteen
B
Pent-1-een
C
Pent-2-een
D
Pent-3-een

Slide 8 - Quizvraag

Alkylgroepen
  • Een koolstofketen als zijgroep noem je een alkylgroep.
  • Aantal C van zijgroep krijgt zelfde stamnaam als in hoofdketen, en eindigt op -yl.
  • Alkylgroep komt voor de naam van de hoofdketen.
  • Voorbeeld: (2-)methylbutaan.
  • In dit geval kun je het cijfer 2 weglaten, omdat de 
methylgroep alleen op C2 kan zitten.

Slide 9 - Tekstslide

Meerdere dezelfde alkylgroepen
  • Bij meerdere dezelfde alkylgroepen gebruik je telwoorden (di, tri etc.).
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2,3-dimethylpentaan.

Slide 10 - Tekstslide

Meerdere verschillende alkylgroepen
  • Bij verschillende alkylgroepen geef je de namen van de zijgroepen op alfabetische volgorde.
  • Elke zijgroep krijgt een eigen nummer.
  • Voorbeeld: 2-methyl-3-ethylpentaan.

Slide 11 - Tekstslide

Geef de naam van het molecuul.

Slide 12 - Open vraag

Halogeenalkanen
  • Een alkaan (of alkeen) kan ook halogeen-atomen hebben als zijgroep. 
  • Halogenen zijn: broom, jood, chloor, fluor.
  • Geef ook hier de zijgroepen nummers en evt. telwoorden.
  • Bijv. tetrachloormethaan (nummers hier niet nodig).

Slide 13 - Tekstslide

Geef de naam van het molecuul.

Slide 14 - Open vraag

Aan de slag
  • Bestuderen 'Zo doe je dat' blz. 41/42
  • Maak vragen 10, 11, 12, 14 t/m 17, 25 t/m 29

Opmerking:
H-atomen die aan C-atomen vastzitten mogen worden weergegeven met uitsluitend streepjes.

Optioneel: koolstofchemie kwartet

Slide 15 - Tekstslide

Isomeren
  • Isomeren hebben dezelfde molecuulformule, maar een andere structuurformule.
  • Verschillende structuurformule = andere stofeigenschappen.
  • Niet verwarren met isotopen!
  • Vb: butaan en methylpropaan (C4H10).

Slide 16 - Tekstslide

Teken 4 isomeren van C3H6Br2.

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag
  • Lezen 2.1 isomeren
  • Maak vragen 13 + 18


Slide 18 - Tekstslide