Identiteit

Identiteit
Maatschappijwetenschappen
Vorming
"verwijst naar het proces van de verwerving van een bepaalde identiteit. Hoe word je wie je bent?"

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Identiteit
Maatschappijwetenschappen
Vorming
"verwijst naar het proces van de verwerving van een bepaalde identiteit. Hoe word je wie je bent?"

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord identiteit?

Slide 2 - Woordweb

Referentiekader
  • De Nederlandse Voornamenbank   https://nvb.meertens.knaw.nl/

  • Referentiekader: Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt

Slide 3 - Tekstslide

Wie ben ik?
Vorm groepen van 3 of 4.


Welke tactiek heb je gebruikt om achter jouw persoon te komen?


Slide 4 - Tekstslide

Wie ben jij?
Schrijf 5 zinnen op die beginnen met: "Ik ben..."

Slide 5 - Tekstslide

Op basis waarvan heb je jezelf omschreven?

Slide 6 - Open vraag

Persoonlijke identiteit
  1. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft;
  2. Dat die uitdraagt en anderen voorhoudt;
  3. en dat die als kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon. 

Wie ben ik?

Slide 7 - Tekstslide

Bij welke groepen mensen hoor jij zelf?

Slide 8 - Open vraag

Sociale identiteit
  1. Het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat is afgeleid van zijn perceptie over de groep(en) waar die zelf wel of juist ook niet deel van uitmaakt. 

Groepsidentificatie: bij wie hoor ik?

Slide 9 - Tekstslide

Collectieve identiteit
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en welke verwachtingen zij hebben van het gedrag van mensen met een bepaalde identiteit

  • Intern: wie zijn wij?
  • Extern: wie zijn zij?

Slide 10 - Tekstslide

Kernconcept Identiteit 
Het             dat iemand van                heeft, dat hij                                   en anderen                      en dat hij als                                             en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn                    over de groep(en) waar hij wel of juist niet deel van                   .
kenmerkend
uitmaakt
perceptie
beeld
uitdraagt
voorhoudt
zichzelf

Slide 11 - Sleepvraag


"Ik ben sociaal, vriendelijk en behulpzaam"
Bij welke soort identiteit past deze uitspraak?
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit
D
Externe collectieve identiteit

Slide 12 - Quizvraag



Bij welke soort identiteit past deze afbeelding?
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Interne collectieve identiteit
D
Externe collectieve identiteit

Slide 13 - Quizvraag

Sleep de term naar de juiste definitie.
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft.
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.
Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit

Slide 14 - Sleepvraag

Mijn online identiteit
Welke sociale media gebruik jij? Noteer:
Whatsapp - Instagram - Facebook - Snapchat - TikTok - Twitter - Youtube

Hoeveel tijd besteed je per dag online (gemiddelde schermtijd) en welk deel van die tijd besteed je aan sociale media?

Welk percentage van die tijd gaat naar het zelf maken van content en hoeveel naar het bekijken van de sociale media van anderen? Maak een cirkeldiagram en verdeel deze op basis van jouw online gedrag (Films en series / Gamen / Schoolwerk / Whatsapp / Sociale media: content maken / Sociale media: content bekijken)

Slide 15 - Tekstslide

Mijn online identiteit
'Schakel je referentiekader uit'
  • Bekijk je eigen sociale media account door de bril van een buitenstaander (alsof je jezelf niet kent)
  • Hoe zien jouw posts eruit en waar gaan ze over? Wie volgen jou en wie of wat volg jij zelf? Vul het profiel aan:

  1. Naam
  2. Kenmerken persoonlijke identiteit
  3. Kenmerken sociale identiteit
  4. Kenmerken collectieve identiteit:

Slide 16 - Tekstslide

Mijn online identiteit
'Schakel je referentiekader uit'
  • Nu zet je je eigen bril weer op: welke onderdelen van jouw identiteit komen in jouw online profiel niet naar voren? Schrijf deze onderdelen er bij.
  • Laat je nu online vooral je persoonlijke, sociale of collectieve identiteit zien?

  • Leg uit wat het begrip referentiekader betekent aan de hand van een post van iemand (bekend persoon) wat jij niet begrijpt.

Slide 17 - Tekstslide