tussenletters in samenstellingen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Los of aan elkaar schrijven?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen honden kussen en hondenkussen?

Slide 4 - Open vraag

Wat bedoel je als je het zo schrijft en wat zouden ze willen schrijven? leg uit op de volgende dia.

Slide 5 - Tekstslide

Leg de fout uit van de vorige pagina.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Samenstellingen, nu verder....


Als je van twee woorden één nieuw woord maakt, kun je ze meestal gewoon aan elkaar plakken.

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen, nu verder....


Soms zet je er een letter (of letters) tussen.
Dat kan een 's' zijn, of een 'e' of 'en'
of dus helemaal niks.

Slide 9 - Tekstslide

Samenstellingen, nu verder....


De 's' gebruik je als je hem bij het uitspreken ook hoort.

Bijv. beroep + voetballer = beroepsvoetballer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Tussenletters bij samenstellingen

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!


Maak opdracht 4 van blz. 145 van je boek.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

seconde + wijzer =
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 15 - Quizvraag

rogge + brood =
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 16 - Quizvraag

spin + web=
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 17 - Quizvraag

dronken + lap =
A
dronkenlap
B
dronkelap

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

en nu zelf

- Maak opdracht 1 t/m 3;


- Leer de regels uit je hoofd.


Slide 20 - Tekstslide