Periode 5 week 8 Zorg in verschillende culturen

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gaan we het over hebben?
  • Begrippen rondom culturen
  • Interculturele communicatie
  • Migrant
  • Allochtoon
  • Interculturele sensitiviteit
  • Ik en Wij culturen vs Grof- en Fijnmazige  culturen
  • David Pinto
  • Palliatieve zorg in andere culturen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

A = van Amalia


Die is Allochtoon

Slide 4 - Tekstslide

Allochtoon = zelf of één ouder geboren buiten Nederland
MIGRANT

Slide 5 - Woordweb

Een persoon die buiten Nederland geboren is en in Nederland woont

Voorkeursterm:  Mensen met een migranten achtergrond
Wat is cultuur?
A
hetzelfde als een religie
B
een land en een geloof
C
alles wat door de mens is bedacht, manier van met elkaar omgaan, manier van denken
D
wetgeving en regels die vastliggen voor een bepaalde bevolkingsgroep

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Interculturele sensitiviteit
A
gevoeligheid voor jezelf
B
gevoeligheid voor andere culturen
C
gevoeligheid voor je collega
D
gevoeligheid voor Carnaval

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen in cultuur
- normen en waarden (individuele factoren)
- gebruiken (sociale factoren)
- religie (religieuze factoren)
- betekenis en wijze van communiceren (individuele factoren)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Knelpunten in de zorg
  • Taalbarriere
  • onbekendheid organisatie van zorg en regelgeving
    (thuiszorg/begrafenis buitenland)
  • Gebrek aan kennis over ziekten
  • Belasting mantelzorg
  • Onvrede met de zorg
  • Gebrek aan culturele kennis bij hulpverleners

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

David Pinto 3 stappen model
Model om  culturele verschillen te overbruggen
behoud van ieders eigenheid

Slide 10 - Tekstslide

Pinto migreerde in 1967 van Israel naar Nederland. ... Hij is een voormalig buitengewoon hoogleraar interculturele communicatie. Hij was titularis van een leerstoel van 1998 tot 2005 aan de Universiteit van Amsterdam, faculteit politieke en sociaal-culturele wetenschappen.
David Pinto Stap 1
Je eigen (cultuurgebonden) normen en waarden leren kennen.

 

Slide 11 - Tekstslide

De Drie Stappen Methode (DSM) is een methodiek om culturele, religieuze en andere verschillen te overbruggen. De methodiek is gebaseerd op het dubbel perspectief. Dit is enerzijds het leren kijken vanuit het perspectief van je eigen cultuur (het kennen van je eigen normen en waarden). En anderzijds vanuit het perspectief van de cultuur van de ander (het leren kennen van de normen en waarden van de ander). 
Stap 1:
Welke normen en waarden en gebruiken zijn van invloed op je denken, handelen en communiceren?

Slide 12 - Open vraag

LIchaamshouding
sociale status
oogcontact
uiterlijk
sekse
gebaren
stemtaal
nabijheidgedrag
DAVID PINTO : STAP 2
De (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander leren kennen. Scheid meningen over het gedrag van de ander van de feiten. Onderzoek wat het ‘vreemde’ gedrag van de ander betekent.

Slide 13 - Tekstslide

Een open en onbevooroordeelde houding hebben ten opzichte van gedachten, gedragingen, waarden en normen van mensen uit andere culturen.
Het eigen oordeel uitstellen
Als iemand andere gewoonten en waarden heeft deze niet veroordelen
Zich verdiepen in het gedrag in andere culturen
Vraagtekens bij de eigen normen en waarden durven zetten
Open staan voor manieren waarop men in andere culturen problemen oplost

Slide 14 - Video

De Congolese Berthe is 75. Ze woont in Brussel. Elke woensdag neemt ze deel aan activiteiten met en voor oudere Afrikaanse vrouwen in het Lokaal dienstencentrum Kuregem.
Berthe beseft heel goed dat ouder worden in België en ouder worden in Congo niet hetzelfde is. Maar het idee aan een verblijf in een rusthuis, boezemt haar angst in.
Stelling
Ons gedrag wordt beïnvloed door bepaalde vooroordelen, die zich al dan niet in het onderbewustzijn bevinden.

Slide 15 - Tekstslide

Onbewuste vooroordelen zijn gedachten die wij hebben over mensen of groepen en zitten diep in ons verborgen. Na verloop van tijd bouwen we deze gedachten op, op basis van onze sociale achtergrond, culturele omgeving en persoonlijke ervaringen. We zijn meer geneigd om positieve vooroordelen te hebben over mensen die op ons lijken, en negatieve over mensen die anders zijn. Hoe duidelijker het verschil, des te waarschijnlijker dat vooroordelen ons denken, beslissingen en handelen beïnvloeden.
Hoewel we allemaal onbewuste vooroordelen hebben, zijn we ons daar nauwelijks van bewust. Dat komt doordat het woord ‘vooroordeel’ een negatieve bijklank heeft, en we denken graag het beste van onszelf. In de interne conversaties waarin we onszelf vertellen wie we zijn, sluiten we negatieve karaktertrekken stelselmatig buiten. We associëren onszelf liever met positieve kenmerken en negeren rationele gedachtes die op het tegendeel wijzen. Dat maakt het lastig te accepteren dat we vooroordelen hebben, zelfs als er harde bewijzen voor zijn.
Stel je voor
Je zit in de metro en een Saoedische jongeman met een lange baard laat zijn rugzak achter in de coupé waar jij bent wanneer hij uitstapt. “

 

 Wat zou je eerste reactie zijn?
Zou je opstaan en zo snel mogelijk de metro verlaten? Of hem attenderen op het feit dat hij zijn rugtas vergeet? En als het een jongeman van Nederlandse afkomst zou zijn? Zou je dan hetzelfde gedaan hebben?”



Slide 16 - Tekstslide

Bovenstaande voorbeeld zijn moeilijke vragen om te beantwoorden, omdat wij ons van een groot deel van dit proces niet bewust zijn. Bovendien ontkennen veel mensen het feit dat hun gedrag wordt beïnvloed door bepaalde vooroordelen, die zich al dan niet in het onderbewustzijn bevinden.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen
  • Vooroordelen heeft iedereen – ze horen bij het mens-zijn. We zijn ons er niet altijd van bewust.
  • Vooroordelen zijn mentale shortcuts waarmee we onze weg te vinden in een complexe en veranderende wereld
  • Onbewuste vooroordelen kunnen we niet controleren, ze gebeuren automatisch.
  • Onbewuste vooroordelen spelen een rol als ons brein een snelle inschatting moet maken van mensen of situaties, en daarom gebruik maakt van stereotypes, onze sociale achtergrond, culturele omgeving en persoonlijke ervaringen.
  • Onbewuste vooroordelen leiden er soms toe dat we feiten en bewijs negeren. Daardoor maken we irrationele beslissingen en behandelen we mensen die anders zijn dan wij minder gunstig.
  • Als we ons bewust zijn van onze persoonlijke vooroordelen, kunnen we hun invloed op ons gedrag en besluitvormingsproces beter controleren.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DAVID PINTO: STAP 3
Bepaal hoe je in de gegeven situatie met de geconstateerde verschillen in normen en waarden omgaat. Bepaal vervolgens waar je grenzen liggen wat betreft aanpassing aan en acceptatie van de ander. Maak deze grenzen aan de ander duidelijk.

Slide 19 - Tekstslide

Sociaal initiatief
De neiging om je in interculturele situaties actief op te stellen en initiatief te nemen.
Omgaan met situaties door een praktische oplossing te zoeken
De leiding nemen door hardop samen te vatten wat het probleem is en/of voorstellen te doen voor oplossingen
Uitleg geven over de eigen cultuur (normen, waarden etc.)
Uitleg vragen over de cultuur van de ander
Ik-cultuur
Wij-cultuur

Slide 20 - Tekstslide

 ‘In dit model is vragen stellen essentieel. Niet veronderstellen, maar vragen stellen. Je zult verbaasd zijn over de antwoorden, omdat we vaak invullen voor een ander. Soms zijn de eerste twee stappen al voldoende om tot een oplossing te komen, maar soms is het ook nodig om grenzen te stelen. Begrijpen en accepteren zijn twee verschillende dingen
Cultuurverschillen 
Veel verschillen tussen mensen zijn volgens David Pinto te verklaren als je kijkt naar de manier waarop ze omgaan met regels. 

Schaal:
Beginschaal:   F-cultuur 
Midden:  M- cultuur 
Eindschaal:  G-cultuur

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

G-cultuur 
  • grofmazig
  • weinig, losse en globale regels
  • centraal: individu
  • kenmerken: leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden, afspraak is afspraak en onverwachte gasten zijn vaak minder welkom en krijgen geen maaltijd aangeboden

Slide 22 - Tekstslide

In G-culturen (grofmazig) zijn mensen in de eerste plaats individuen, die verantwoordelijk zijn voor het eigen gedrag. Mensen moeten hun gedrag grotendeels zelf bepalen. De identiteit in een G-cultuur wordt bepaald door eigen waarden en normen, door eigen zingeving van je leven.
F-cultuur
  • fijnmazig
  • veel, strakke en gedetailleerde (gedrag)regels
  • centraal: groep 
  • kenmerken: veel respect en aanzien voor  ouderen, samen eten is belangrijk, afspraken zijn flexibel en de eer van de familie is heel belangrijk.

Slide 23 - Tekstslide

In F-culturen speelt de groepsgebondenheid een grote rol. Mensen zijn vooral groepslid en verantwoordelijk voor het groepsbelang. Het gedrag van mensen ligt voor een groot deel vast in gedetailleerde gedragsregels. De identiteit in een F-cultuur wordt bepaald door de plaats die je in de groep inneemt en door de waarden, normen en zingeving van de groep.
M-cultuur 
Dit is een mixvorm tussen de F- en G-cultuur.
Voorbeeld: 
  • Een strenge vader en een wat minder strenge.
  • Onder de tweede generatie van migranten waar ook ter
    wereld.



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve zorg en cultuur Nederland

- gericht op goed doodgaan
- sterven bespreken
- geen zinloze behandelingen
- euthanasie/sedatie bespreken
-maximale pijnbestrijding

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet westerse palliatieve zorg en cultuur

gericht op zo lang mogelijk leven
religie
maximaal behandelen tot de dood
voeding niet staken
second opinions
alternatieve behandelingen: voeding/lkruiden/smeersels
geen euthanasie of palliatieve sedatie
Angst voor bijwerkingen, geen antidepressiva
Paracetamol = niet serieus genomen worden



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgopvattingen Nederlandse zorgverleners en families
Nederlandse communicatie & besluitvorming WGBO eis: 
  • Zo goed mogelijk informeren
• Primair gesprek met Patiënt
• Niet over patiënt spreken zonder toestemming
Gewoonte: • Duidelijk en eerlijk over prognose
• Bespreken van sterven
• Besluitvorming primair door patiënt

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet westerse communicatie en besluitvorming
Familie is gesprekspartner
Collectieve besluitvorming • Patiënt beschermen • ernstige ziekte niet rechtstreeks met patiënt bespreken

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TIps verzorging en verpleging


Informeer over mogelijkheden (thuiszorg vrijwilligers etc) Geef voorlichting (ziekte / symptomen / behandeling / toediening) Vraag naar huismiddeltjes, traditionele geneeswijzen Respecteer gebruik van kruiden / baden / oliën Licht paracetamol toe

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand met een Afrikaanse afkomst begroet je met je linkerhand.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Tijdens haar werk als verzorgende in een verzorgingshuis in de Randstad
merkte Inge al snel dat mensen van verschillende culturen op hun eigen manier met elkaar omgaan en elkaar dingen duidelijk maken. Vooral die keer dat
ze kennis wilde maken met een nieuwe cliënt van Afrikaanse afkomst staat
haar nog goed bij. Inge had een zware theepot in haar rechterhand en wilde
daarom met haar linkerhand de hand schudden van deze meneer. Tot grote
verbazing van Inge draaide hij zich boos om en liep weg, Inge vol twijfels achterlatend. Ze had duidelijk iets gedaan wat deze man boos maakte, maar ze
had geen idee wat. Gelukkig kon haar leidinggevende helpen. Zij legde aan
Inge uit dat mensen uit veel Afrikaanse landen de linkerhand zien als onrein.
Mensen gebruiken die hand om na het ontlasten de billen mee af te vegen, en
die gebruik je dus niet om iemand de hand te geven. 
Luid slurpen en smakken tijdens het eten in Japan wil zeggen:
A
Dat je nog meer lust
B
dat het eten heerlijk smaakt
C
dat het eten niet zo lekker smaakt
D
dat je niet met stokjes kunt eten

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent op een Griekse bruiloft, ineens spugen (tuffen) mensen op de grond.
A
Ze bakenen hun territorium af
B
Ze vinden dat je te dichtbij staat
C
Ze wensen het bruidspaar geluk
D
Ze sluiten het feest af

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Maleisië is het een teken van respect als je.....
A
met je duim wijst
B
met je wijsvinger wijst
C
met je hoofd naar iets knikt als je iets aanwijst
D
je lippen tuit in de richting van iets

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land betekent een boeket gele bloemen geven dat de relatie voorbij is?
A
Belgie
B
Polen
C
Hongarije
D
Ruslans

Slide 35 - Quizvraag

 Zo hoef je in Rusland echt niet aan te komen met gele of rode bloemen, bij niemand niet. Geel staat voor verraad of een relatie die voorbij is, rode bosjes worden alleen geplaatst op graven of gegeven aan oorlogsveteranen.
Wat is een chinees gebruik?
A
je bord helemaal leegeten
B
Je bord half leegeten
C
je stokjes op je bord leggen als je klaar bent
D
een servet om je hals knopen

Slide 36 - Quizvraag

je bord volledig leeg eten doe je nooit in China
Daarmee geef je aan dat je niet genoeg eten hebt gekregen en dat je niet voldaan bent, wat zeer beledigend is voor een Chinees.
Tot slot...

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies