Spanning in verhalen

Spanning in verhalen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Spanning in verhalen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het spannendste boek of verhaal dat je ooit gelezen hebt?

Slide 2 - Tekstslide

Waardoor werd die spanning veroorzaakt? Dus wat deed de schrijver om het verhaal spannend te maken?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de spannendste serie of film die je gezien hebt?

Slide 4 - Tekstslide

Kijk naar het volgende filmpje.
Welke elementen zorgen voor spanning in het verhaal?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe creëer je spanning in een verhaal?

Slide 7 - Tekstslide

Roep vragen op
  • Maak de lezer nieuwsgierig en breng de lezer in onzekerheid over wat er gaat gebeuren.

Slide 8 - Tekstslide

Stel belangrijke informatie uit

   • Geef de lezer niet meteen alle antwoorden.
   • Laat geheimen, motieven of ware bedoelingen langzaam los.
   • Eindig hoofdstukken met cliffhangers.

Slide 9 - Tekstslide

Zorg voor dreiging en gevaar
  • Zet de hoofdpersoon tegenover iets of iemand dat bedreigend is
  • Dat kan fysiek gevaar zijn, maar ook emotioneel of psychologisch 

Slide 10 - Tekstslide

Creëer conflicten
  • Laat personages botsen met elkaar, met zichzelf of met hun omgeving 

Slide 11 - Tekstslide

Maak gebruik van perspectiefwisselingen
  • Wissel tussen personages, zodat de lezer meer weet dan de hoofpersonage. Op deze manier ziet de lezer gevaar aankomen, die het personage nog niet kent. 

Slide 12 - Tekstslide

Speel met de structuur
  • Begin op het spannendste moment.
  • Gebruik flashbacks of tijdsprongen om informatie op een strategisch moment te geven

Slide 13 - Tekstslide

Zorg voor onvoorspelbaarheid
  • Vermijd clichés en laat gebeurtenissen onverwachte wendingen nemen
  • Houd de lezer alert: niets is zeker!

Slide 14 - Tekstslide

Verhoog het risico geleidelijk
  • Laat de situatie steeds erger worden. Begin klein en bouw op. 

Slide 15 - Tekstslide

Gebruik tijdsdruk

  • Laat de personages tegen de klok werken. 
  •  Hoe minder tijd, hoe groter de spanning.

Slide 16 - Tekstslide

Ruimte
  • De plek waar een verhaal zich afspeelt kan een verhaal spannend maken. Denk maar aan een kelder, een zolder of een verlaten huis. Ook een bos waar het bijna donker wordt of onheilspellend weer kunnen bijdragen aan spanning.

Slide 17 - Tekstslide