Anatomie p2 wk 7 Voortplantingsstelsel

Anatomie 
Voortplantingsstelsel

periode 2
week 7
LOEP Basiszorg
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Anatomie 
Voortplantingsstelsel

periode 2
week 7
LOEP Basiszorg

Slide 1 - Tekstslide

Vragen

           Zijn er nog vragen over
        de lesstof van vorige week?
            --> Hormoonstelsel

Slide 2 - Tekstslide

Quiz
Er volgen nu 8 quizvragen over de lesstof
van vorige week
.
Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Welke uitspraak over de afgifte van hormonen is juist?
A
hormonen worden afgegeven aan het bloed, dit is een vorm van interne secretie
B
hormonen worden afgegeven aan het bloed, dit is een vorm van externe secretie

Slide 4 - Quizvraag


Hoe wordt de hormoonspiegel in het bloed op peil gehouden?
A
dit regelt de lever
B
dit regelen de nieren
C
dit wordt geregeld via een regelkring
D
dit wordt geregeld door de kleine hersenen

Slide 5 - Quizvraag

Waar worden de hormonen Tri-joodthyronine (T3) en Thyroxine (T4) geproduceerd?
A
in de bijnieren
B
in de hypofyse
C
in de geslachtsklieren
D
in de schildklier

Slide 6 - Quizvraag


Welk hormoon wordt aan het bloed afgegeven bij een te hoge bloedsuikerspiegel?
A
aldosteron
B
insuline
C
glucagon
D
ADH

Slide 7 - Quizvraag

Welk hormoon stimuleert de groei en ontwikkeling van de geslachtskenmerken bij de man?
A
testosteron
B
corticosteroïden
C
adrenaline
D
progesteron

Slide 8 - Quizvraag


Waar wordt het hormoon ACTH gevormd en welke functie heeft het?
A
gevormd in de schildklier, stimuleert de celstofwisseling
B
gevormd in de eilandjes van Langerhans, stimuleert de omzetting van glucose in glycogeen
C
gevormd in de hypofyse, stimuleert de rijping van een eicel in de eierstokken van de vrouw
D
gevormd in de hypofyse, stimuleert de bijnierschors tot aanmaak van bijnierschorshormonen

Slide 9 - Quizvraag


Welke functie heeft het hormoon ADH?
A
stimuleren van de bijnierschors tot aanmaak van adrenaline
B
terugresorptie van natrium uit de voorurine
C
terugresorptie van water uit de voorurine
D
stimuleren van de bijnier tot afgifte van aldosteron

Slide 10 - Quizvraag

Welke hormoon zorgt onder andere voor: stijging van de bloedsuikerspiegel, verhoging van de hartslag, verhoging van de spierspanning en verwijding van de oogpupillen?
A
cortisol
B
adrenaline
C
oxytocine
D
calcitonine

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het voortplantingsstelsel.


Subleerdoelen
 De student kan:
  1. uitleggen wat de ligging, bouw, functie van de geslachtsorganen van de man zijn en kan deze in het Nederlands benoemen en in het Latijn herkennen en aanwijzen bij de man en de vrouw
  2. aangeven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn
  3. de menstruatiecyclus uitleggen
  4. een omschrijving geven van de volgende begrippen: menstruatiefase, proliferatiefase, secretiefase, Graafs follikel, geel lichaam, bevruchting, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, HCG.
  5. aangeven wat er gebeurt rond de overgang.




Slide 12 - Tekstslide

Geslachtskenmerken
We maken bij de man en de vrouw onderscheid tussen primaire geslachtskenmerken en secundaire geslachtskenmerken. (leerdoel 2)

--> sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

Primaire geslachts-
kenmerken vrouw
Secundaire geslachts-
kenmerken vrouw
Primaire geslachts-
kenmerken man
Secundaire geslachts-
kenmerken man
Baarmoeder
zaadleiders
stem-
verlaging
'baard in de keel'
Beharing van gezicht, borst, 
schaamstreek, oksels 
en ledematen
zwaardere botten
en meer spierweefsel
dan personen van het 
andere geslacht
prostaat
vulva
verbreding van 
het bekken
zaadballen en
bijballen
borsten
eierstokken
menstruele 
cyclus

Slide 14 - Sleepvraag

Primaire geslachtskenmerken: (vanaf de geboorte aanwezig)
Vrouw: eierstokken, eileiders, baarmoeder, vagina en vulva
Man: penis, zaadballen, bijballen, zaadleiders, prostaat

Secundaire geslachtskenmerken: (groei door geslachtshormonen)
Vrouw: volgroeid zijn van de eierstokken, baarmoeder en vulva, menstruele cyclus, borsten, beharing onder oksels en de schaamstreek, verbreding bekken, toename van onderhuids vet op bepaalde plaatsen (heupen en bovenbenen)
Man: volgroeid zijn van de zaadballen, bijballen en penis, stemverlaging, beharing onder oksels, in de schaamstreek, het gezicht, op de borst en de ledematen, zwaardere botten en meer spierweefsel dan bij de vrouw

Slide 15 - Tekstslide

Geslachtsorganen
Leerdoel 1: Uitleggen wat de ligging, bouw, functie van de geslachtsorganen van de vrouw en de man zijn.

--> quizvragen

Slide 16 - Tekstslide

Welk onderdeel van de vrouwelijke geslachts- organen is in de afbeelding aangeduid met het cijfer 1?
A
eileider
B
vagina
C
baarmoeder
D
eierstok

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de functie van het onderdeel dat met het cijfer 3 is aangeduid?
A
verbinding vormen tussen baarmoeder en buitenwereld
B
vervoeren van eicel
C
innesteling van bevruchte eicel
D
produceren van eicellen en geslachtshormonen

Slide 18 - Quizvraag

Welk onderdeel van de mannelijke geslachts- organen is in de afbeelding aangeduid met het cijfer 4?
A
penis
B
zaadbal
C
bijbal
D
prostaat

Slide 19 - Quizvraag


Wat is de functie van het onderdeel dat met het cijfer 8 is aangeduid?
A
opslag van zaadcellen
B
vervoeren van zaadcellen
C
productie van vloeistof die de beweeglijkheid van de zaadcellen vergroot
D
productie van zaadcellen en geslachtshormonen

Slide 20 - Quizvraag

Menstruatiecyclus
De menstruatiecyclus bestaat uit 3 fasen:
  • menstruatiefase
  • proliferatiefase
  • secretiefase
(leerdoel 3+4)

Wat gebeurt er in elk van deze fasen? --> sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Menstruatie-
fase
Proliferatie-
fase
Secretie-
fase
duurt 4-5 dagen
Duurt van de 15e - 28e dag
duurt van de 4e - 15e dag
baarmoederslijm- vlies wordt steeds dikker, hoeveelheid klierweefsel en bloedvaatjes neemt toe
klierweefsel gaat slijmerig vocht afscheiden, baarmoederslijmvlies zwelt op. Doorbloeding neemt verder toe
Baarmoederslijmvlies wordt afgestoten, dit gaat gepaard met bloedverlies uit de vagina
treedt op wanneer er geen bevruchting heeft plaatsgevonden en oestrogeen- en progesteron- gehalte afnemen
staat onder invloed van progesteron, gevormd door het gele lichaam
staat onder invloed van oestrogeen, gevormd door de follikelcellen in de eierstok

Slide 22 - Sleepvraag

Menstruatiecyclus

Slide 23 - Tekstslide

Wanneer de eicel bevrucht wordt:

Slide 24 - Tekstslide

Wanneer de eicel niet bevrucht wordt:

Slide 25 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 26 - Tekstslide

Hormonen
Waar worden de volgende hormonen geproduceerd en wat is hun functie?
  • FSH
  • LH
  • HCG
  • Oestrogeen
  • Progesteron

--> quizvragen

Slide 27 - Tekstslide

Waar worden de hormonen FSH en LH gemaakt?
A
in de hypofyse
B
in de baarmoeder
C
in de zaadballen
D
in de bijballen

Slide 28 - Quizvraag


Wat is de functie van FSH?
A
stimuleert de ontwikkeling van eifollikels bij de vrouw en de vorming van zaadcellen bij de man
B
zorgt dat bij een zwangerschap in de eerste 3 maanden het gele lichaam niet vergaat
C
bevordert de eisprong
D
bevordert en handhaaft de secundaire geslachtskenmerken

Slide 29 - Quizvraag


Wat is de functie van LH?
A
zorgt dat bij een zwangerschap in de eerste 3 maanden het gele lichaam niet vergaat
B
bevordert en handhaaft de secundaire geslachtskenmerken
C
stimuleert de eisprong en de vorming van progesteron bij de vrouw en testosteron bij de man
D
stimuleert de rijping van eicellen en zaadcellen

Slide 30 - Quizvraag

Welk hormoon wordt geproduceerd door de placenta bij een zwangerschap?
A
LH
B
Progesteron
C
Oestrogeen
D
HCG

Slide 31 - Quizvraag

Welk hormoon stimuleert de groei en ontwikkeling van de geslachtskenmerken van de vrouw?
A
testosteron
B
oestrogeen
C
HCG
D
FSH

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Overgang (menopauze)
= het permanent wegblijven van de menstruatie 
  • rond 50e levensjaar
  • eierstokken minder actief --> minder oestrogeen en progesteron productie
  • opvliegers
  • niet meer vruchtbaar



Slide 34 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft de ligging, bouw, functie en werking van het voortplantingsstelsel.


Subleerdoelen
 De student kan:
  1. uitleggen wat de ligging, bouw, functie van de geslachtsorganen van de man zijn en kan deze in het Nederlands benoemen en in het Latijn herkennen en aanwijzen bij de man en de vrouw
  2. aangeven wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn
  3. de menstruatiecyclus uitleggen
  4. een omschrijving geven van de volgende begrippen: menstruatiefase, proliferatiefase, secretiefase, Graafs follikel, geel lichaam, bevruchting, FSH, LH, oestrogeen, progesteron, HCG.
  5. aangeven wat er gebeurt rond de overgang.




Slide 35 - Tekstslide

Heb je na de anatomielessen van deze week genoeg kennis/informatie om de leerdoelen te kunnen beantwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Volgende week
Laatste les vóór de toetsweek
Ruimte voor herhaling van lesstof en voorbereiden op de toets.

Grote Kahoot met lesstof van week 1 t/m 7

Slide 37 - Tekstslide

Afsluiting
Doen na de les:
  • uitwerken leerdoelen uit de LOEP
  • leerdoelen week 1 t/m 7 doornemen ter voorbereiding op de volgende les en op de toets.

Slide 38 - Tekstslide