3B Lesson 3

3Basis- Lesson 3
* Verbs
* Present Simple
* Watching
    
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3Basis- Lesson 3
* Verbs
* Present Simple
* Watching
    

Slide 1 - Tekstslide

Irregular verbs
Kies het juiste onregelmatige werkwoord voor de zinnen. 

Slide 2 - Tekstslide

What ... you do?!
A
bet
B
did
C
drink
D
dug

Slide 3 - Quizvraag

I ... the line here. It has gone too far.
A
draw
B
bleed
C
blow
D
cut

Slide 4 - Quizvraag

Do you know how much that ... me?
A
cost
B
caught
C
did
D
bought

Slide 5 - Quizvraag

The bride and groom ... the cake.
A
choose
B
cut
C
done
D
bitten

Slide 6 - Quizvraag

"I ... you can't do that!"
"Oh, yeah? Five bucks I can!"
A
bet
B
caught
C
bit
D
chose

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
He brought home a puppy.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
That will cost you $300.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
Van Gogh drew himself a lot.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
Bob the Builder built a house.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het onregelmatige werkwoord in de zin?
I cut myself on that paper. Now I have a paper cut.

Slide 12 - Open vraag

Present Simple (shit-regel)
Bij een she, he of it  komt een S achter het werkwoord.
I like pizza.                                                           She likes pizza.

Bij vraagzinnen zet je do of does  vooraan in de zin.
Do they like pizza?                                   Does he work there?
Bij ontkenningen zet je don't  of doesn't  in de zin.
You don't work here.                      The cat doesn't like dogs.

Slide 13 - Tekstslide

Present Simple
Zet de werkwoorden in de juiste vorm. 
Je hoeft alleen de hele zin op te schrijven als je vragend of ontkennend maakt.

Slide 14 - Tekstslide

He ... (live) in America.

Slide 15 - Open vraag

The man has orange skin and ... (talk) a lot.

Slide 16 - Open vraag

We ... (laugh) at him a lot.

Slide 17 - Open vraag

Trump supporters ... (storm) the Capital

Slide 18 - Open vraag

Mike Pence ... (run) away.

Slide 19 - Open vraag

They ... (attack) the senators.

Slide 20 - Open vraag

Maak de zin vragend.
He is crazy.

Slide 21 - Open vraag

Maak de zin vragend.
She is his wife.

Slide 22 - Open vraag

Maak de zin vragend.
Melania looks pretty.

Slide 23 - Open vraag

Maak de zin vragend.
Trump speaks of peace.

Slide 24 - Open vraag

Maak de zin vragend.
We watch TV.

Slide 25 - Open vraag

Maak de zin vragend.
The police fight the protestors.

Slide 26 - Open vraag

Maak de zin vragend.
We all stay at home.

Slide 27 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
We are amazed.

Slide 28 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
Valerie and Tess are talking.

Slide 29 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
Trump wins the election.

Slide 30 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
Melania wants to divorce him.

Slide 31 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
Biden and Harris look alike.

Slide 32 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
Trump posts on Twitter.

Slide 33 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
We follow everything.

Slide 34 - Open vraag

Maak de zin ontkennend (geen afkortingen).
They wave a flag.

Slide 35 - Open vraag