Oefenen toets V&A en marktgedrag

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Oefenen toets V&A en marktgedrag

Leg uit wat schaalvoordelen zijn

Schaalvoordelen ontstaan als bij een toename van Q de GTK daalt door ofwel een afname van de grondstofkosten (GVK daalt) ofwel een afname van de GCK doordat de TCK over een groter aantal producten wordt gedeeld.

Wat zijn de vier kenmerken van de marktvorm monopolistische concurrentie?

Kenmerken monopolistische concurrentie

Veel aanbieders

Heterogeen product

Lage toetredingsdrempel

Onvolledige transparantie

Schuif de vijf bovenstaande marktvormen naar de juiste vakken. Zet ze op volgorde (van links naar rechts) van veel macht van de aanbieder om de prijs te bepalen naar weinig macht.

Homogeen oligopolie

Monopolistische concurrentie

Heterogeen oligopolie

Volkomen concurrentie

Monopolie

De maximale winst
is € ....

1. 125
2. 500
3. 625
4. 1250

De prijs bij maximale omzet

1. 0 euro
2. 1 euro
3. 3,5 euro
4. 4 euro

Evenwichtsprijs voor heffing = €50
Heffing = €10
Evenwichtsprijs na heffing = €55
Afwentelingspercentage = ...?

1. 10%
2. 33%
3. 50%
4. 100%

Qa = 0,4P - 2
Er wordt een heffing van €15 opgelegd
De nieuwe aanbodfunctie wordt...

1. Qa = 0,4P + 13
2. Qa = 0,4P + 4
3. Qa = 0,4P - 8
4. Qa = 0,4P - 17

Aan welke elasticiteit herken je inferieure goederen?

1. Prijselasticiteit van de vraag
2. Kruislingse prijselasticiteit
3. Inkomenselasticiteit

Qv = -2P + 100
Wat is de prijselasticiteit van de vraag bij P = 25?

1. -1
2. 1
3. -0,5
4. 0,5

Als de producent de prijs verhoogt bij een elasticiteit van -0,3 zal de omzet ....

1. Dalen
2. Stijgen