Eco h5 3basis

Mechanisatie is
A
De invoering van computers
B
Het onderhouden van de machines
C
Het invoeren van machines
D
Het verminderen van personeel
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Mechanisatie is
A
De invoering van computers
B
Het onderhouden van de machines
C
Het invoeren van machines
D
Het verminderen van personeel

Slide 1 - Quizvraag

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de afzet?
A
Het aantal verkochte producten
B
de waarde van de verkochte producten
C
Het aantal producten dat je hebt ingekocht
D
De waarde van de producten die je hebt ingekocht

Slide 3 - Quizvraag

Produceren is
A
verkopen aan consumenten
B
het maken van goederen
C
het leveren van diensten
D
het maken van goederen en het leveren van diensten

Slide 4 - Quizvraag

Er zijn 3 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Producten
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een maatschappelijke opbrengst?
A
milieuschade
B
stress
C
meer werkgelegenheid

Slide 6 - Quizvraag

Maatschappelijke kosten zijn
A
De kosten van de maatschappij
B
De kosten van vervuiling die door ons allemaal moeten worden betaald
C
De bedrijskosten - de omzet
D
Zo produceren dat het geen schade voor de omgeving oplevert

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de omzet?
A
Het aantal producten dat je verkoopt in een bepaalde tijd
B
De waarde van de producten die je verkoopt

Slide 8 - Quizvraag

9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%

Slide 9 - Quizvraag

Wat is arbeidsintensief?
A
Veel werken met machines
B
Werken met veel mensen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de arbeidsproductiviteit?
A
Productie per werknemer in een bepaalde tijd
B
Hoeveel de arbeider werkt.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is automatisering?
A
machines nemen het werk van mensen over
B
Computers sturen de productie aan
C
Dingen die automatisch gaan
D
Een auto zonder handschakeling

Slide 12 - Quizvraag

Eindproducten zijn duurder dan
grondstoffen door de toegevoegde waarde.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 15 - Quizvraag

Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren

Slide 16 - Quizvraag