Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Beroepsopleiding

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...het onderwerp van een tekst benoemen;

...vragen over een tekst juist beantwoorden;

...tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

§ Herhaling leerjaar 2

Inloggen Magister --> online lesmethode

Kies §1 Herhaling leerjaar 2

Kies een van de opdrachten:

Opdracht 1 gaat over schermtijd.

Opdracht 2 gaat over AI/ChatGPT

Opdracht 3 gaat over sportblessures.

Je werkt zelfstandig,

in stilte.

Klaar = lees theorie, blz. 10 in je boek &

maak opdracht 1, blz. 10.

Tekstverbanden & signaalwoorden

Woorden, zinnen en alinea's in een tekst hebben met elkaar te maken.

Dit noem je een verband.

Een verband kun je herkennen aan een signaalwoord.

Opsomming, tijdsvolgorde, tegenstelling en toelichting ken je al.

Filmpje --> conclusie, oorzaak-gevolg, reden

Aan de slag!

Opdracht 2 & 4, blz. 11.

We bekijken de opdrachten samen.

Opdracht 4 maak je zelfstandig.

Lesdoelen??

Aan het einde van de les kun je...

...het onderwerp van een tekst benoemen;

...vragen over een tekst juist beantwoorden;

...tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...vragen over een tekst juist beantwoorden;

...kun je woordraadstrategieën toepassen bij moeilijke woorden.

...tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.

Aan de slag!

Opdracht 2, blz. 11 klassikaal.

Maak opdracht 4, 5 & 6, blz. 12 & 13.

Je werkt zelfstandig, in stilte.

Schrijf de antwoorden in je schrift.

Klaar = maak opdracht 8 & 9, blz. 15 in je online methode (= kijken en luisteren).

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;

...mening, argument en conclusie uit een tekst benoemen.

Begintaak

Noteer de juiste signaalwoorden bij de tekstverbanden:

want - bovendien - echter - namelijk - daardoor

opsomming                             

tegenstelling

oorzaak-gevolg

toelichting

reden

Aan de slag!

We lezen klassikaal tekst 4, blz. 16: Tiktok biedt hoop.

Maak opdracht 11, blz. 15.

Je werkt zelfstandig,

in stilte. 

Klaar = lees de theorie, blz. 19 'Mening, argument en conclusie'.

We bespreken samen de antwoorden.

apps.noordhoff.nl

Toetsweek

Wat moet je weten?

Cursus 1 Meer dan lezen

§2 Tekstverbanden en signaalwoorden, blz. 10

§3 Mening, argument en conclusie, blz. 19

§4 Tekstdoelen en publiek, blz. 26

§5 Tekstverbanden en signaalwoorden, blz. 35

§6 Lay-out, blz. 43

Aan de slag!

Maak opdracht 1 & 3, blz. 19

Maak opdracht 7 & 8, blz. 24

Klaar = nakijken via Teams, Apps, Classwork, Antwoorden NN.

Klaar = leren voor de toetsweek.

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je...

...het tekstdoel benoemen;

...signaalwoorden in een tekst benoemen;

...tekstverbanden uit een tekst halen.

Huiswerkcontrole

§4 Tekstdoelen en publiek

Lees de theorie, blz. 26.

Maak opdracht 1 t/m 3.

--> Nakijken via Teams, Apps, Classwork, Antwoorden NN.

Wat is het tekstdoel?

1. Waarschuwen
2. Activeren
3. Amuseren
4. Overtuigen

Wat is het tekstdoel?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Activeren
4. Amuseren

Eet minder vlees!
Dan doe je tenminste echt iets voor het milieu.

In welke volgorde lees je dit?

1. mening + argument
2. argument + mening

Je hebt griep, dus je kunt maar beter in bed blijven.

In welke volgorde lees je dit?

1. mening + argument
2. argument + mening

Wat is het tekstdoel?

1. Instrueren
2. Informeren
3. Overtuigen
4. Activeren

In welke tekst staan vooral feiten?

1. recensie
2. nieuwsbericht

Tekstverbanden & signaalwoorden

opsomming         conclusie

tijdsvolgorde       oorzaak-gevolg

tegenstelling       reden

toelichting

doel-middel : Om je beter te concentreren, is goed slapen noodzakelijk.

vergelijking : Jullie klas heeft het in vergelijking met de andere klas echt goed gedaan!

voorwaarde : Je mag vanavond naar de bioscoop, mits je huiswerk af is.

Aan de slag!

We maken samen opdracht 2, blz. 36.

Maak opdracht 3 t/m 6, blz. 37 & 38.

Je werkt zelfstandig, in stilte.

Je schrijft de antwoorden in je schrift.

Klaar = nakijken (Teams, Apps, Classwork, Antwoorden NN).