Overheid H5 en 6 - Theorie

Overheid H5 en 6
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Overheid H5 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openbaar bestuur & Overheid Leerdoelen
Je kunt:
1) de collectieve en particuliere sector omschrijven
2) een begroting (van de overheid) beschrijven
3) de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
4) de sociale zekerheid omschrijven
5) herverdeling van inkomens omschrijven




Slide 2 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Openbaar bestuur & Overheid Leerdoelen
Je kunt:
6) vier overheidsinstanties omschrijven
7) de inkomsten van de gemeente noemen
8) een progressief belastingstelsel omschrijven
9) omschrijven hoe de overheid met subsidies en accijnzen gedrag stuurt

Slide 3 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Openbaar bestuur/Overheid (H5 en 6)
5.1 Collectieve sector vs particuliere sector
5.2 CBS/CPB/SER
5.2 Economische groei/recessie
5.3 Sociale zekerheid
5.4 Overheidsbegroting – tekort/overschot/staatsschuld
5.4 Accijns - subsidie
5.4 Gemeentebelastingen
5.3 & 6.4 - 3 belastingbeginselen
6.2 en 6.4 Belastingstelsel – progressief
6.3 Inkomensherverdeling – nivellering/denivellering
6.3 Vergrijzing
6.1 en 6.2 Inkomstenbelasting – belastbaar inkomen/heffingskortingen



Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Openbaar bestuur & Overheid Leerdoelen
Je kunt:
1) de collectieve en particuliere sector omschrijven

2) een begroting (van de overheid) beschrijven
3) de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven





Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Je kunt de collectieve en particuliere sector omschrijven
a) Onderdelen van de collectieve sector noemen
b) Collectieve goederen omschrijven
c) Redenen noemen waarom de overheid collectieve goederen produceert
d) Privatiseren en nationaliseren omschrijven

Belangrijke begrippen: collectieve sector, particuliere sector, collectieve goederen, privatiseren, nationaliseren

Slide 6 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt de collectieve en particuliere sector omschrijven
Collectieve sector of Publieke sector: 1) bestaat uit de overheid (rijksoverheid, provincies en gemeenten) en de instellingen voor sociale zekerheid (UWV, SVB)
2) Levert de collectieve goederen
3) Hoeft geen winst te maken

Particuliere sector of Marktsector/Marktwerking: 1) bestaat uit Burgers en bedrijven. 2) Bedrijven verkopen individuele goederen en diensten 3) met het doel winst maken


Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de collectieve en private omschrijven
Collectieve goederen (of collectieve voorzieningen) zijn goederen en diensten waar iedereen gebruik van kan maken en die indirect door iedereen betaald worden uit belastinggeld.
Voorbeelden zijn politie, leger, rechtspraak, onderwijs, dijken, wegen.

De overheid produceert collectieve goederen, 1) omdat ze voor iedereen van belang zijn, 2) de overheid de kwaliteit wil bewaken, 3) ze voor iedereen betaalbaar moeten zijn (onderwijs), 4) voor sommige goederen geen prijs vast te stellen is (bv dijken)

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de collectieve en private omschrijven
Directe medewerkers van de overheid noem je ambtenaren

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de collectieve en private omschrijven
Privatisering: verkoop van een overheidsbedrijf aan de particuliere sector.

Het tegenovergestelde is nationaliseren:
Het overnemen van een particulier bedrijf door de overheid.






Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt 4 overheidsinstanties omschrijven
De overheid kan voor economisch advies terecht bij:
CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek): Verzamelt informatie over economische veranderingen of de bevolkingssamenstelling.

CPB (Centraal Planbureau): Onderzoekt de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid.

SER (Sociaal-Economische Raad): Adviseert over onderwerpen zoals werkgelegenheid, lonen, uitkeringen en pensioenen.





Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt 4 overheidsinstanties omschrijven
UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen), Taken en werkzaamheden:
- Arbeidsbemiddeling
- Werkloosheidsregistratie
- Regelen werkloosheidsuitkering
- Verwijzing naar mogelijke werkgevers
- Ondersteuning bij scholing






Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de rijksbegroting beschrijven
a) De rijksbegroting en miljoenennota omschrijven
b) Directe en indirecte belastingen omschrijven
c) Het overheidssaldo (tekort of overschot) berekenen
d) Een begrotingstekort omschrijven en oplossingen hiervoor noemen
e) Staatsschuld omschrijven

Belangrijke begrippen: rijksbegroting, miljoennenota, overheidssaldo, begrotingtekort en - overschot, bezuinigen, staatsschuld, directe en indirecte belastingen

Slide 13 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt een begroting (van de overheid) beschrijven
Rijksbegroting: verwachte inkomsten en uitgaven van de overheid in het komende jaar.
Miljoenennota: toelichting op de rijksbegroting. De gemaakte keuzes
worden uitgelegd.

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt een begroting (van de overheid) beschrijven
Overheidssaldo: verschil tussen inkomsten en uitgaven
- Begrotingsoverschot: inkomsten > uitgaven
- Begrotingstekort: uitgaven > inkomsten

Doordat de overheid leent bij een tekort, is er een staatsschuld. De overheid betaalt rente over de staatsschuld.

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt directe en indirecte belastingen omschrijven
Directe belastingen: betaal je rechtstreeks aan de Belastingdienst (overheid).
--> Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting

Indirecte belastingen: betaal je met een omweg (via de winkelier) aan de Belastingdienst.
--> Btw, accijns




Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt directe en indirecte belastingen omschrijven
De motorrijtuigenbelasting (of wegenbelasting) is een voorbeeld van Houderschapsbelasting.
--> Iedereen die een voertuig op zijn of haar naam heeft staan (houder is van het voertuig) is verplicht om wegenbelasting te betalen. 


Slide 17 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt subsidie en accijns omschrijven
Subsidie maakt bepaalde producten goedkoper.
Met subsidie moedigt de overheid consumptie aan.
voorbeelden: elektrische auto’s, aanschaf zonnepanelen, musea

Accijns maakt bepaalde producten duurder.
Met accijns ontmoedigt de overheid consumptie
Voorbeelden: sigaretten, alcohol en benzine
--> Accijns betaal je via de winkelier; een indirecte belasting







Slide 18 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
1) De gevolgen van economische groei en recessie op de overheidsfinanciën omschrijven
2) Maatregelen noemen die de overheid kan nemen om de economie te stimuleren

Belangrijke begrippen: economische groei, recessie, economische krimp

Slide 19 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
Economische groei: de productie stijgt, het bbp neemt toe, winsten van bedrijven stijgen, werkgelegenheid en consumptie nemen toe.
Recessie: De economische groei is twee kwartalen achter elkaar negatief of lager dan gemiddeld
Economische crisis: Een recessie duurt langere tijd; het bbp krimpt sterk









Slide 20 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
Als de economie groeit nemen de (belasting) inkomsten van de overheid toe en dalen de uitgaven (aan uitkeringen) --> het overheidssaldo verbetert.

Tijdens een recessie/economische krimp dalen de inkomsten en stijgen de uitgaven van de overheid --> het overheidsaldo verslechtert









Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
Overheidsfinanciën tijdens economische groei:
Meer werkgelegenheid, dus 
- Meer loonbelasting
- Minder uitkeringen
Meer winst voor bedrijven, dus 
- Meer belastinginkomsten
Meer consumptie, dus
- Meer btw-inkomsten
--> Begrotingsoverschot









Slide 22 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
Recessie: minder inkomsten & meer uitgaven
Minder belastinginkomsten
- Zowel minder inkomsten- en loonbelasting, als minder winstbelasting
- Minder btw
Meer werkloosheid
- Meer WW-uitkeringen
- Meer bijstand uitkeringen
--> Begrotingstekort









Slide 23 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
De overheid kan de economie (tijdens een recessie) stimuleren door:
- investeren in de infrastructuur
- inkomstenbelasting te verlagen
- vernieuwende bedrijven subsidie te geven
- investeren in verbetering van het onderwijs










Slide 24 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

AOW: Algemene OuderdomsWet
Je krijgt AOW vanaf 67 jaar
- In Nederland krijgen 3,5 miljoen mensen een AOW-uitkering
- De overheid keert € 53 miljard per jaar uit aan AOW-uitkeringen 
- Iedereen met een inkomen draagt een deel van zijn inkomen af voor de betaling van deze AOW-uitkeringen

Slide 25 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Plattegrond



Maak je startklaar:
- Pen & papier, boek en rekenmachine

Maak aantekeningen; oefen met de nieuwe en bekende stof

Slide 26 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de sociale zekerheid omschrijven
1) Het solidariteitsbeginsel, de sociale zekerheid en het sociaal minimum omschrijven
2) Verschil tussen sociale verzekeringen en sociale voorzieningen noemen
3) Omschrijven hoe de sociale zekerheid wordt gefinancierd
Belangrijke begrippen: solidariteitsbeginsel, sociale verzekeringen, premies, sociale voorzieningen

Slide 27 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt de sociale zekerheid omschrijven

Slide 28 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de sociale zekerheid omschrijven
Sociale zekerheid: In Nederland worden personen of gezinnen die in financiële problemen komen geholpen.
-->  Bijvoorbeeld door werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, ziekte of pensioen.

Door de sociale zekerheid krijgt iedereen ten minste het sociaal minimum.
Sociaal minimum = bedrag dat je minimaal nodig hebt om van te leven.











Slide 29 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de sociale zekerheid omschrijven
De Sociale zekerheid bestaat uit twee onderdelen











Slide 30 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de sociale zekerheid omschrijven
Sociale verzekeringen zijn voor mensen die zonder inkomen komen te zitten. Je kunt ze opdelen in 2 groepen:
-1) Volksverzekeringen: voor alle inwoners in Nederland
- AOW, ANW, WLZ

2) Werknemersverzekeringen: voor mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt
- WW, WIA, 












Slide 31 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de sociale zekerheid omschrijven
Sociale verzekeringen worden betaald uit ‘premies’.
Deze premies worden aan de overheid betaald door:
1) Iedereen met een inkomen, tot aan de pensioenleeftijd
--> Met dit geld worden de volksverzekeringen betaald

2) De werkgevers
--> Met dit geld worden de werknemersverzekeringen betaald













Slide 32 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de sociale zekerheid omschrijven
Sociale voorzieningen worden betaald met belastinggeld.

Het betreft de bijstand: een laatste vangnet voor mensen zonder inkomen en zonder vermogen.
Ook de zorg- en huurtoeslagen horen tot de sociale voorzieningen


Slide 33 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de inkomsten van de gemeente noemen
De inkomsten van de gemeente komen uit:
- Gemeentefonds van het rijk (grootste deel).

Burgers en bedrijven betalen gemeentelijke belastingen en heffingen:
1) onroerendezaakbelasting (ozb)
2) rioolheffing
3) afvalstoffenheffing














Slide 34 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt de 3 belastingbeginselen omschrijven

Slide 35 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Afgelopen les: Sociale zekerheid (€ 115 miljard!!)
R- en T1 vragen
Ken de hele sociale zekerheidskerstboom!
- Sociale zekerheid delen we op in 2 groepen. welke 2?
- Welke 2 groepen verzekeringen zijn er?
- Waaruit en door wie wordt welk deel betaald?
- Wat zijn de namen/afkortingen van alle uitkeringen?

Slide 36 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Openbaar bestuur & Overheid Leerdoelen
Je kunt:
1) de collectieve en particuliere sector omschrijven
2) een begroting (van de overheid) beschrijven
3) de gevolgen van economische groei op de overheidsfinanciën omschrijven
4) de sociale zekerheid omschrijven
5) herverdeling van inkomens omschrijven




Slide 37 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Deze les
Herverdeling van inkomens:
- Theorie
- opgaven 4, 6 en 8

Slide 38 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt herverdeling omschrijven
1) Het verschil tussen actieven en inactieven uitleggen
2) Vergrijzing omschrijven en de gevolgen voor de sociale zekerheid uitleggen 
3) Nivellering en denivellering omschrijven

Belangrijke begrippen: Herverdeling, actieven, inactieven, vergrijzing, nivellering en denivellering

Slide 39 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Leerdoel: Je kunt herverdeling van inkomens omschrijven
Herverdeling van inkomens: Mensen met werk betalen uitkeringen van mensen zonder werk.

Actieven = mensen met betaald werk.
Inactieven = mensen zonder betaald werk die een uitkering ontvangen.

Belangrijk: Er moeten voldoende actieven zijn om de sociale zekerheid te kunnen betalen.















Slide 40 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt herverdeling van inkomens omschrijven
Herverdeling kan door:
Belasting- en premieheffing (bij actieven)
- Uitkeringen, subsidies en toeslagen
geven (aan inactieven)
















Slide 41 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt herverdeling van inkomens omschrijven
Herverdeling wordt lastiger door:
Vergrijzing: het aandeel ouderen in de
bevolking neemt toe.
Door de vergrijzing groeit de groep
inactieven sneller dan de groep actieven.
Gevolg: Actieven betalen premie voor
steeds meer inactieven. Dus werkenden 
houden minder van hun brutoloon over

















Slide 42 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt herverdeling van inkomens omschrijven
Nivellering = de inkomensverschillen worden kleiner:
--> lagere inkomens gaan er in verhouding meer op vooruit dan hogere inkomens.

Denivellering = de inkomensverschillen worden groter:
--> hogere inkomens gaan er in verhouding meer op vooruit dan lagere inkomens.


















Slide 43 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt een progressief belastingstelsel omschrijven
De Nederlandse inkomstenbelasting is progressief. Dat betekent dat mensen met een hoog inkomen een hoger percentage belasting betalen dan mensen met een laag inkomen.

Voorbeeld: Over je inkomen tot € 77.000 betaal je 37,5% belasting. Over je inkomen BOVEN de € 77.000 betaal je een hoger percentage (49%).

Slide 44 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoel: Je kunt een progressief belastingstelsel omschrijven
Naast progressief kan een belastingstelsel ook proportioneel zijn. Iedereen betaalt dan hetzelfde percentage over zijn inkomen (ook wel vlaktaks genoemd; iedereen betaalt bijvoorbeeld 25% belasting over zijn hele inkomen).

Ook kan een belastingstelsel degressief zijn. Dan betalen de hogere inkomens over een deel van hun inkomen een lager percentage dan de lagere inkomens (in absolute bedragen betalen de hogere inkomens wel meer belasting dan de lagere inkomens)

Slide 45 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.