Les 1 en Les 2 breng het verkeer niet in gevaar. (Les 3 is de toets)

Les 1 Breng het verkeer niet in gevaar.
1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
M&MVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 1 Breng het verkeer niet in gevaar.

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
Je herhaalt regels en je weet dat "Alle bestuurders van rechts voorrang krijgen".

Slide 2 - Tekstslide

Weet je:
1. Je fiets moet goed in orde zijn
2. Geen spelletjes en capriolen op de fiets, je kunt het verkeer in gevaar brengen
3. Op tijd de juiste richting aangeven
4. Aan alle verkeer van rechts voorrang geven
5. Bij het passeren, eerst omkijken. Weg vrij, dan pas voorbij!
6. Uiterst voorzichtig bij het oprijden van een voorrangsweg, kruispunt of splitsing
7. Let op borden en verkeerslichten
8. Defensief rijden. De ander kan soms geen voorrang geven of een verkeersfout maken

Slide 3 - Tekstslide

bekijk het plaatje goed! 

Slide 4 - Tekstslide

De man kwam van rechts. hij wilde
A
linksaf
B
rechtsaf

Slide 5 - Quizvraag

Joris zag de man. hij gaf hem.....
A
wel voorrang
B
geen voorrang

Slide 6 - Quizvraag

Let op!
Alle bestuurders van rechts hebben voorrang. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk het plaatje goed!

Slide 9 - Tekstslide

Daar is een opgebroken weg.
Het verkeer dat van de andere kant komt mag daar....
A
doorgaan
B
niet doorgaan

Slide 10 - Quizvraag

yvonne moet...
A
wachten
B
niet wachten

Slide 11 - Quizvraag

Dat wil ze, maar ze botst tegen de auto aan. De.....
A
bel van haar fiets is niet in orde.
B
rem van haar fiets was is niet in orde.

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk het plaatje goed.

Slide 13 - Tekstslide

Het licht van de bromfiets is..
A
goed gericht
B
niet goed gericht

Slide 14 - Quizvraag

Het licht van een fiets of bromfiets moet
A
recht vooruit gericht zijn.
B
schuin omlaag gericht zijn.

Slide 15 - Quizvraag

De verlichting op de voorkant van een brommer of fiets moet geel of wit zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Kijk goed!
wie brengt zichzelf en het verkeer in gevaar?
A
de jongen
B
het meisje

Slide 18 - Quizvraag

Waarom brengt hij/zij zichzelf en het verkeer in gevaar?

Slide 19 - Open vraag

een fiets heeft...
A
geen remlicht
B
wel een remlicht

Slide 20 - Quizvraag

het licht van
A
de koplamp moet rood van kleur zijn.
B
het achterlicht moet rood van kleur zijn.

Slide 21 - Quizvraag

Als het achterlicht niet rood van kleur is, kan een automobilist denken dat een fietser hem...
A
voorbij rijdt.
B
tegemoet rijdt.

Slide 22 - Quizvraag

Wat kun je op de fiets beter niet doen? sleep deze stellingen naar het vak NIET
NIET
pakjes onder je arm hebben
Een tas op de bagagedrager hebben.
goed richting aangeven
een boodschappen tas aan het stuur hangen.

Slide 23 - Sleepvraag

Je rijdt op je fiets en je wilt stoppen. waarom stop je niet onverwachts?
omdat.....
A
ik dan kan vallen
B
dan kan de rem stuk gaan
C
er vlak achter me iemand kan rijden.

Slide 24 - Quizvraag

Je rijdt op je fiets en je wilt stoppen. Wat doe je?

A
Dan stop ik.
B
Ik kijk eerst achterom en dan stop ik

Slide 25 - Quizvraag

Tot slot kijken we naar een filmpje waarmee mensen het verkeer en zichzelf in gevaar kunnen brengen.

Slide 26 - Tekstslide

Les 2 Breng het verkeer niet in gevaar.

Slide 27 - Tekstslide

Terugblik
-Je weet dat alle bestuurders van rechts voorrang hebben
-Je weet dat je mobiel niet gebruikt mag worden tijdens het rijden in het verkeer

Slide 28 - Tekstslide

Hoe brengen de jongens het verkeer in gevaar?
Denk ook aan de tractor.

Slide 29 - Tekstslide

lees dit korte verhaaltje en maak de vragen. 

Het sneeuwt hard. 
er ligt al een dikke laag. 
let dan heel goed op. 

Slide 30 - Tekstslide

Houd je stuur met
A
één hand goed vast.
B
beide handen goed vast

Slide 31 - Quizvraag

fiets
A
hard
B
langzaam

Slide 32 - Quizvraag

Het licht op je fiets moet
A
branden
B
niet branden.

Slide 33 - Quizvraag

Bekijk het plaatje goed.

Slide 34 - Tekstslide

Marieke komt bij het zebrapad. Ze laat Jos niet voor gaan.
Doet Marieke het goed?

Slide 35 - Open vraag

Welke zin is goed?

Voordat je gaat inhalen....
A
rem je eerst af.
B
kijk je eerst achterom.
C
ga je eerst helemaal naar rechts.

Slide 36 - Quizvraag

bekijk het plaatje goed

Slide 37 - Tekstslide

Hamid en Sophie willen de wagen inhalen.
A
Hamid doet het goed hij kan er nog prima voorbij
B
Sophie doet het goed omdat ze eerst achterom kijkt en dan haar hand uitsteekt

Slide 38 - Quizvraag

als je gaat inhalen, moet je eerst
A
achterom kijken.
B
je hand uitsteken.

Slide 39 - Quizvraag

Vlak voor een zebrapad inhalen of voorbij rijden is
A
verboden
B
toegestaan

Slide 40 - Quizvraag

Als je ingehaald hebt ga je
A
vlug naar rechts
B
niet te vlug naar rechts

Slide 41 - Quizvraag

Bekijk het plaatje goed. 

Slide 42 - Tekstslide

de jongen en de automobilist willen niet stoppen.
wie zit er fout?
A
de automobilist
B
de jongen

Slide 43 - Quizvraag

Waarom zat de automobilist fout?
A
bestuurders van links gaan voor.
B
bestuurders van rechts gaan voor

Slide 44 - Quizvraag

De fietser kwam van rechts en kreeg geen voorrang. Nu heeft de auto hem aangereden.

Slide 45 - Tekstslide

Wie heeft het verkeerd gedaan?
A
De auto, want de fietser kwam van rechts
B
De fietser want de auto reed op een voorrangsweg/kruising

Slide 46 - Quizvraag

wat betekent dit bord?

Slide 47 - Open vraag

wat betekent dit bord?

Slide 48 - Open vraag

bekijk het plaatje goed.

Slide 49 - Tekstslide

Eva en Ilse gaan naar huis. Ze rijden op een voorrangsweg.
ze willen...
A
linksaf
B
rechtsaf

Slide 50 - Quizvraag

Ik moet nog naar de bakker roept Eva opeens. 
Ga je mee?
Dan rijdt ze rechtdoor. 

Slide 51 - Tekstslide

De automobilist heeft dit
A
verwacht
B
niet verwacht

Slide 52 - Quizvraag

Wie hebben er nu voorrang?
A
de auto
B
Eva en Ilse
C
Eva wel maar Ilse niet

Slide 53 - Quizvraag

De bestuurder van de auto zal niet erg blij zijn met deze actie. 
Denk vooraf goed na waar je heen moet, en maak geen overhaaste beslissingen op het laatste moment. 

Tot slot gaan we kijken naar een filmpje. 
Wat vind jij van deze regel voor speed pedelecs?

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Video

Je bent klaar!

Slide 56 - Tekstslide