Borp - H3.2 Deel 2

Welkom
4 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 3 - We gaan voor de winst
Exameneenheid Arbeid en productie

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 MAVO ||  2023-2024

Hoofdstuk 3 - We gaan voor de winst
Exameneenheid Arbeid en productie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoelen
  • Herhaling H3.1 en 3.2
  • Theorie H3.2
  • Aan de slag
  • Opdracht bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf op.... 
Het rijtje van kostprijs naar consumentenprijs
Het rijtje van Omzet naar nettoresultaat

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bedrijven willen altijd nog meer winst maken

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
  • Arbeidsproductiviteit = de productie per werknemer in een bepaalde tijd (bijvoorbeeld per uur of per week).
  • Met een hogere arbeidsproductiviteit kun je met evenveel mensen meer produceren in dezelfde tijd. Of evenveel produceren, maar dan met minder mensen. 
  • De kostprijs per product wordt dan lager.

Slide 8 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • technologische ontwikkelingen: mechanisatie en automatisering
  • scholing: door bijvoorbeeld cursussen kun je het werk beter en sneller doen
  • arbeidsverdeling of specialisatie: de werkzaamheden worden zo verdeeld, dat iedereen doet waar hij of zij goed in is
  • prestatieloon: je krijgt als afdeling of werknemer een bonus als je een bepaalde productie hebt behaald.


Slide 9 - Tekstslide

Leg uit waarom de kostprijs per product lager wordt als de arbeidsproductiviteit stijgt

Slide 10 - Open vraag

Voorbeeld arbeidsproductiviteit
  • 1 werknemer maakt 10 hoesjes per uur
  • Loon is €20 euro per uur.
  • Loonkosten = €20,00 : 10 = €2,00
  • Werknemer heeft een cursus gehad
  • 1 werknemer maakt 20 hoesjes per uur
  • Loonkosten = €20,00 : 20 = €1,00
  • Gevolg? → Kostprijs daalt (het is immers goedkoper een product te maken)

Slide 11 - Tekstslide

Productiecapaciteit
Productiecapaciteit: is de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

De productiecapaciteit wordt bepaald door:
  • het aantal mensen dat in het bedrijf werkt
  • het aantal uren dat zij werken
  • de machines (kapitaalgoederen) die worden gebruikt

Slide 12 - Tekstslide

Maatschappelijke opbrengsten
  • Door meer te produceren is een grotere afzet mogelijk. En door meer productie neemt de werkgelegenheid toe.
  • Met het inkomen dat met de extra banen wordt verdiend, kunnen mensen meer goederen en diensten kopen. Daardoor stijgt de welvaart in ons land.
  • Dit soort voordelen die de samenleving van productie heeft, noem je maatschappelijke opbrengsten.


Slide 13 - Tekstslide

Maatschappelijke kosten
  • Meer productie heeft ook nadelen voor onze samenleving. Als bedrijven meer gaan produceren, kan dat milieuschade veroorzaken.
  • Soms betalen bedrijven zelf voor het oplossen van de milieuschade, dan zijn het dus bedrijfskosten.
  • Maar als de kosten voor rekening van de samenleving komen, zijn het maatschappelijke kosten. Niet altijd kun je deze kosten in geld uitdrukken.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maken tot en met opdracht 10
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Herhalingsopdrachten paragraaf 1
Niet af? Huiswerk!



Slide 16 - Tekstslide