Spreekwoorden 8 juli 2025

Nederlands 
Welkom ;)
Telefoon uit of op stil!

 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 
Welkom ;)
Telefoon uit of op stil!

 

Slide 1 - Tekstslide


Wie schudt er een spreekwoord uit zn mouw;)


Slide 2 - Tekstslide

Spreekwoorden en gezegden
Zijn een soort vaste zinnen die vaak worden gebruikt om advies te geven of om iets duidelijk te maken (wijsheden).

Slide 3 - Tekstslide

Spreekwoorden en gezegden
Wat is het nut hiervan?

Je komt ze overal tegen; in teksten, op tv, op social media. Als je ze herkent of gebruikt snap je beter wat mensen bedoelen.


Slide 4 - Tekstslide

lesdoelen
  •  Je weet wat gezegden/spreekwoorden betekenen.
  • Je snapt waarom we ze gebruiken.
  • Je kan minstens 1 voorbeeld geven.

Slide 5 - Tekstslide

Welk spreekwoord?

Slide 6 - Tekstslide

"Wat klopt hier niet?"

“Waar woke is, is vuur”

“Een dag niet geademd, is een dag niet geleefd”

“De appel valt niet ver van de perenboom”

Slide 7 - Tekstslide

Spreekwoorden hebben een...
A
letterlijke betekenis
B
figuurlijke betekenis

Slide 8 - Quizvraag

Welk spreekwoord zie je hier?
A
De kat in de boom kijken.
B
De kat uit de boom kijken.
C
De kat bekijken.
D
Laat de kat maar in de boom zitten.

Slide 9 - Quizvraag

Het spreekwoord:
Hij eet met lange tanden.

Slide 10 - Tekstslide

Het spreekwoord:
Hij eet met lange tanden.

Met lange tanden eten betekent dat je het eten niet lekker vindt en er lang over doet.

Slide 11 - Tekstslide

Het spreekwoord:
Zij lijken op elkaar als 2 druppels water.

Slide 12 - Tekstslide

Het spreekwoord:
Zij lijken op elkaar als 2 druppels water.

Het betekent dat 2 mensen heel erg veel op elkaar lijken. Druppels water zien er bijna hetzelfde uit. 

Slide 13 - Tekstslide

Thema's bij spreekwoorden
Sommige spreekwoorden gaan over hetzelfde thema. Bijvoorbeeld dieren. Maar er zijn ook veel spreekwoorden die met de LIEFDE te maken hebben.

Wie weet er een?

Slide 14 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • Een oogje op iemand hebben

  • Betekent?

Slide 15 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • De liefde van een man gaat door de maag.  (maag = buik)

  • Betekent?

Slide 16 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • Een blauwtje lopen

  • Betekent?

Slide 17 - Tekstslide

Spreekwoorden over de liefde
  • Liefde maakt blind

  • Betekent?

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent het spreekwoord:
Een oogje op iemand hebben
A
Je houdt iemand de hele tijd in de gaten
B
Je bent vergeetachtig
C
Als je lekker eten voor een man maakt, wordt hij sneller verliefd op jou.
D
Iemand heel erg leuk vinden, verliefd zijn op iemand.

Slide 19 - Quizvraag

Typisch Nederlands?
Al die spreekwoorden, is dat nou typisch iets Nederlands of bestaan er in andere landen ook spreekwoorden? 

Slide 20 - Tekstslide

In heel veel landen:
Chinees: "Een reis van duizend mijl begint met een enkele stap."
(Elke grote onderneming begint klein – vergelijkbaar met: Wie het kleine niet eert…)

Frans:
"Petit à petit, l’oiseau fait son nid."
(Klein beetje bij beetje bouwt de vogel zijn nest – vergelijkbaar met: Alle beetjes helpen.)


Slide 21 - Tekstslide

Een paar Engelse 
spreekwoorden.


It's raining cats and dogs

Slide 22 - Tekstslide

Engels spreekwoord

It's raining cats and dogs
Het regent hard 
(Nederlandse versie?)

Slide 23 - Tekstslide

Engels spreekwoord


Don't judge a book by it's cover

Slide 24 - Tekstslide

Engels spreekwoord

Don't judge a book by it's cover
Beoordeel het boek niet om zijn kaft 
(geen mening vormen op basis van het uiterlijk)

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Dus
Een spreekwoord is:
A
Een grapje
B
Een korte zin met een waarheid of wijsheid
C
Slechte woorden/schelden
D
Iets wat letterlijk wordt bedoeld

Slide 27 - Quizvraag

Aan de slag!
  • Maak de werkbladen die ik uitdeel
  • Als je snel klaar bent doe je in STILTE iets voor jezelf (lezen, puzzel maken, GEEN TELEFOON)
  • Je kijkt het werkblad na van degene die naast je zit (of vlakbij)
  • We bespreken kort met elkaar na! 
  • Daarna heb je pauze ;) 
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen behaald? 
Waarom gebruiken we spreekwoorden?
Weet je er nog 1? 

Slide 29 - Tekstslide

Lesplan - Spreekwoorden
Deze les over spreekwoorden is ontworpen voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs op taalniveau 1F tot 2F. De focus ligt op betekenisverwerving, taalbewustzijn en cultuurtaal. De les is activerend en licht van toon, om aan te sluiten bij de motivatie en belevingswereld van jongeren van ca. 16 jaar aan het einde van het schooljaar.
Lesdoelen (in leerlingtaal)
- Je weet wat een spreekwoord of gezegde is.
- Je snapt waarom mensen spreekwoorden gebruiken.
- Je kunt minstens één spreekwoord herkennen of uitleggen.

Lesopbouw (ca. 50 minuten)
Introductie– Wat is een spreekwoord? (5 min)
Uitleg met voorbeelden. Spreekwoorden zijn vaste zinnen met een figuurlijke betekenis. Gebruik voorbeelden als 'De appel valt niet ver van de boom' en 'Hij eet met lange tanden'. Laat leerlingen raden wat het betekent voordat je de uitleg geeft.
Quizvragen via LessonUp (10 min)
Klassikaal  beurten geven, uitleg geven, uitvragen, doorvragen, naar elkaar luisteren. Laat leerlingen stemmen of hun keuze toelichten. Dit biedt directe interactie en helpt bij begripsvorming.
Voorbeelden:
- Wat betekent 'Hij eet met lange tanden'?
- Welk spreekwoord klopt bij deze afbeelding?
- Wat betekent: 'Een blauwtje lopen'?


Slide 30 - Tekstslide

 Spreekwoorden uit andere landen (5-7 min)
Laat zien dat spreekwoorden niet typisch Nederlands zijn. Toon voorbeelden uit het Chinees, Engels of Frans en vergelijk ze met Nederlandse spreekwoorden. Dit vergroot cultureel taalbewustzijn.
Verwerkingsopdracht met werkblad (15-20 min)
Leerlingen maken een werkblad met opdrachten over spreekwoorden. Daarna kijken ze het werk van een ander na. Dit bevordert samenwerken en zelfcontrole.
Differentiatie:
- Leerlingen met minder taalvaardigheid krijgen meerkeuze-opdrachten of visuele ondersteuning.
- Snelle of sterkere leerlingen mogen spreekwoorden tekenen of zelf een uitleg geven aan een klasgenoot.
Nabespreking + reflectie (5 min)
Bespreek kort:
- Waarom gebruiken mensen spreekwoorden?
- Kun je er één onthouden?
- Lesdoelen behaald?





Slide 31 - Tekstslide


Didactische keuzes

- De les begint luchtig en activerend, om leerlingen op een positieve manier bij het onderwerp te betrekken.
- Humor en herkenning (zoals foute spreekwoorden) worden bewust ingezet om taalinteresse op te wekken.
- Lesdoelen zijn laagdrempelig en sluiten aan bij het niveau van de groep.
- Werkvormen zijn afwisselend: kijken, luisteren, doen, overleggen, stemmen.
- Samenwerkend leren (elkaars werk nakijken) en differentiatie zijn ingebouwd.
- De les sluit aan op dagelijkse taal: spreekwoorden komen voor in media, gesprekken en teksten.
- Cultuurcomponent en transfer (spreekwoorden in andere talen) verbreden het taalbewustzijn.


Slide 32 - Tekstslide