Pannenkoeken bakken

Pannenkoeken bakken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerroute VBLeerroute VKLeerroute VTLeerroute H

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Pannenkoeken bakken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag? 
  • Pannenkoeken maken
  • Zelf meten en wegen
  • Gebruik placemat
  • Gebruik vork en mes
  • Volgorde afwassen
LGO: werken met een plan van aanpak (recept) en uitvoeren van een taak


Slide 2 - Tekstslide

LGO = werken aan vaardigheden
  • Tijdens alle lessen benoemen wij wat het LGO doel is: voor deze les is het hoofddoel dat je in staat bent na een instructie de aanwijzingen van de docent op te volgen en met behulp van het recept een aantal pannenkoeken te bakken en later op te eten.  

Slide 3 - Tekstslide

 Melk

Slide 4 - Tekstslide

Een ei

Slide 5 - Tekstslide

 Boter of margarine

Slide 6 - Tekstslide

De bloem

Slide 7 - Tekstslide

 De spatel

Slide 8 - Tekstslide

Soeplepel

Slide 9 - Tekstslide

 De koekenpan

Slide 10 - Tekstslide

Pak de litermaat

Slide 11 - Tekstslide

Pak het schaaltje

Slide 12 - Tekstslide

Pak het bord

Slide 13 - Tekstslide

Doe 100 ml melk in een litermaat.
1

Slide 14 - Tekstslide

Breek een ei in een schaaltje. 
2

Slide 15 - Tekstslide

Doe 50 gram bloem in de beslagkom. 
3

Slide 16 - Tekstslide

Doe het ei bij de bloem.
4

Slide 17 - Tekstslide

Doe de melk bij de bloem en het ei. 
5

Slide 18 - Tekstslide

Zet de kom in de wasbak en mix 
het door elkaar
6

Slide 19 - Tekstslide

Zet de afzuigkap aan op 3.
7

Slide 20 - Tekstslide

Doe boter of margarine in de koekenpan en 
zet het fornuis aan
8

Slide 21 - Tekstslide

Doe 1 schep beslag in de pan. 
9

Slide 22 - Tekstslide

Draai de pannenkoek om.
10

Slide 23 - Tekstslide

Doe de pannenkoek op het bord
als hij bruin is. 
11

Slide 24 - Tekstslide

Was de vieze vaat af. 

Slide 25 - Tekstslide

Uitleg gebruik van afwaskaart 

Slide 26 - Tekstslide

Afronding/nabespreking
  • Hoe is het gegaan? 
  • Wat ging goed? 
  • Wat zou je de volgende keer anders doen?  

Slide 27 - Tekstslide