Vertel dat lucht altijd overal om ons heen is. Als er in een ruimte nauwelijks of geen luchtdeeltjes zitten noem je dat een vacuüm.
Mensen zijn al heel lang nieuwsgierig geweest naar wat er gebeurt op zo’n plek waar geen lucht is. In het UMU staat een hele oude luchtpomp. Daarmee deden onderzoekers al in 1647 onderzoek naar wat er in een vacuüm gebeurt. In de 17de en 18de eeuw werd daar vervolgens veel mee geëxperimenteerd.
Wil je niet dieper ingaan op de luchtpomp en andere luchtpompen? Ga dan door naar de dia 8.
Wel dieper ingaan op de luchtpomp
Deze Utrechtse luchtpomp is afkomstig uit de werkplaats van Van Musschenbroek. De luchtpomp (of vacuümpomp) staat symbool voor het begin van de experimenten. Voorheen kon enkel waargenomen worden wat er in de natuur plaatsvond. Het nieuwe meetinstrument zorgde ervoor dat er onnatuurlijke situaties gecreëerd konden worden: het vacuüm maken van de omgeving.
Er werd in 17e een 18e eeuw veel mee geëxperimenteerd. Dankzij nieuwe meetinstrumenten, zoals de vacuümpomp konden er nu echte experimenten gedaan worden. Zo kwam men erachter dat dieren en planten dood gingen wanneer ze geen zuurstof hadden. De omschrijving van zo’n soort proces was gruwelijk. Eerst kwam een dier in ademnood, waarna het begon over te geven of buiten bewustzijn raakte. Hierna volgde de dood al snel.
Omdat vacuüm in die tijd een theologisch en filosofisch omstreden begrip was, spraken wetenschappers liever van een luchtpomp. De oude luchtpomp van Van Musschenbroek werd vooral gebruikt voor kleine proefjes, zoals het onderzoeken wat er gebeurt met materiaal als je zuurstof uit de omgeving weg haalt.