M&A werken in de kinderopvang Deel A

1 / 36
volgende
Slide 1: Video
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Waar denk je aan bij het kinderdagverblijf?

Slide 2 - Woordweb

Welke werkzaamheden heb je gezien van Chantal?

Slide 3 - Woordweb

Over welke kwaliteiten moet je beschikken om in het kinderdagverblijf te werken?

Slide 4 - Open vraag

12 - 18 jaar
4 - 6 jaar

6 -12 jaar
2 -4 jaar
1 - 2 jaar

0 - 1 jaar

Slide 5 - Sleepvraag

Wat betekent het als een baby eenkennig wordt?
A
Een achterstand in de sociale ontwikkeling.
B
Gaat huilen als een vreemde aandacht geeft.
C
De baby lacht naar iedereen.
D
De baby herkent gezinsleden niet meer.

Slide 6 - Quizvraag

Wat houdt de koppigheidsfase/ peuterpuberteit in?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?

  • Objectief  kijken is zonder oordeel, alleen de dingen die je daadwerkelijk waarneemt
  • Subjectief zit vaak een waardeoordeel in, maar wat is een waardeoordeel dan?

Slide 8 - Tekstslide

Karin heeft mooie schoenen.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 9 - Quizvraag

Rapporteren is....
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 10 - Quizvraag

Deze opdracht vind ik erg simpel
A
objectief
B
subjectief

Slide 11 - Quizvraag

Dit was een heerlijke onderbreking,
warme broodjes en soep.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Objectief of Subjectief
Karlijn heeft erg leuk met de poppen gespeeld.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

Communicatie
Communiceren 
Verbaal  
non verbaal 
Actief luisteren 
Formeel 
Informeel
Tutoyeren

Slide 14 - Tekstslide

Stelling
Communiceren is makkelijk, iedereen kan het

Slide 15 - Tekstslide

Wie kan het verschil uitleggen tussen verbale en non verbale communicatie?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Actief luisteren
= je helemaal richten op de ander

Hoe?
- aankijken
- voorover leunen
- aanmoedigen om door te praten (hummen, knikken, herhalen)
- vragen stellen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

3. Kies het juiste antwoord. Een beoordelingsgesprek is:
A
Formeel
B
Informeel

Slide 20 - Quizvraag

Groetjes,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent tutoyeren?
A
Iemand met u aanspreken
B
Iemand optutten
C
Iemand constant in de ogen kijken
D
Iemand met je of jij aanspreken

Slide 22 - Quizvraag

Flesvoeding
  • Verschil flesvoeding en borstvoeding
  • Verwarmen van flesvoeding
  • Waar op letten bij een flesvoeding?
  • Boeren?
  • Waarop letten bij het maken van een fruithapje?

Slide 23 - Tekstslide

Een baby krijgt 180 ml flesvoeding. Je hebt de baby de fles gegeven en er blijft nog 20 ml in de fles zitten. Ook komt er 10 ml terug bij het boertje nadat de baby klaar is met drinken. Hoeveel heeft de baby gedronken?
A
180 ml
B
170 ml
C
160 ml
D
150 ml

Slide 24 - Quizvraag

Een baby moet na de flesvoeding een boertje laten
Waarom is dat belangrijk?
A
Omdat hij anders stikt in de flesvoeding
B
Omdat hij anders niet kan slapen
C
Omdat hij dan minder last heeft van darmkrampjes
D
omdat hij dan minder risico heeft op zuivelallergie

Slide 25 - Quizvraag

2

Slide 26 - Video

00:05
Vanaf welke leeftijd mag een baby een fruithapje krijgen?

Slide 27 - Open vraag

01:07
Welk fruit kan een snel een overgevoeligheidsreactie veroorzaken en kun je in dat geval beter nog niet aan een baby geven?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Milieubewust
Voorbeelden van milieu bewust zijn:
- Afvalscheiden.
- Niet onnodig aparaten aan laten staan.
- Gebruik maken van de fiets i.p.v. de auto. 

Wat zijn nog meer voorbeelden van milieu bewust?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Groen afval
plastic afval
Klein chemisch Afval
Glas afval
rest afval
Sleepvraag

Slide 32 - Sleepvraag

Schoonmaakregels

Slide 33 - Tekstslide

Wat gebeurt er bij inenten?
• Het bestrijden van ziekteverwekkers kun je een handje helpen door je te laten inenten tegen een bepaalde ziekte

• Je lichaam gaat afweerstoffen maken

• Door inenten blijf je je hele leven lang immuun voor een bepaalde ziekte

Slide 34 - Tekstslide

Inentingen
DTKP difterie, tetanus, kinkhoest, polio
        hib haemophilus influenzae type b (hersenvliesontsteking)
        hepatitus B (leverontsteking)
        pneumokokken (bacterie)
        bof (ontsteking oorspeekselklieren)
        mazelen (infectieziekte, longen, hersenen)
        rode hond (virus)
        meningokokken C (hersenvliesontsteking, gewrichten,..)
        Humaan papillomavirus (baarmoederhalskanker)

Slide 35 - Tekstslide

Verhoging of koorts?
Normale temperatuur: tussen de 36,5-37,5 
Verhoging: tussen de 37,5-38 
Koorts: boven de 38

!! Temperaturen onder de tong + 0,5 onder de oksel + 1

Slide 36 - Tekstslide