Ik kan gelijknamige (samengestelde) breuken optellen en aftrekken en de uitkomst
vereenvoudigen.
Ik kan ongelijknamige breuken gelijknamig maken door de teller en de
noemer van één breuk met hetzelfde getal te vermenigvuldigen.
Ik kan ongelijknamige breuken gelijknamig maken door van beide
breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met de noemer van de
andere breuk.
Ik kan ongelijknamige breuken optellen en aftrekken en de uitkomst
vereenvoudigen.