4.3 Breuken Optellen & Aftrekken

Les 2
Hoofdstuk 4 Les 2: 
Breuken optellen en aftrekken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2
Hoofdstuk 4 Les 2: 
Breuken optellen en aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Planning van de les
- Terugblik vorige les
- Doelen van de les bespreken 
- Instructie Breuken optellen & aftrekken
- opdrachten verwerken
- Vooruitblik & Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
- Breuken vereenvoudigen
- Samengestelde breuken

Voorbeeld 1: 
Samengestelde breuk
39/6 = 
Voorbeeld 2:
Breuk vereenvoudigen
6/9 = 

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan gelijknamige (samengestelde) breuken optellen en aftrekken en de uitkomst
vereenvoudigen.

Ik kan ongelijknamige breuken gelijknamig maken door de teller en de
noemer van één breuk met hetzelfde getal te vermenigvuldigen.

Ik kan ongelijknamige breuken gelijknamig maken door van beide
breuken de teller en de noemer te vermenigvuldigen met de noemer van de
andere breuk.
Ik kan ongelijknamige breuken optellen en aftrekken en de uitkomst
vereenvoudigen.
Leerdoel van deze les

Slide 4 - Tekstslide

Gelijknamige breuken optellen

Slide 5 - Tekstslide

Tel de breuk op:
1/3 + 1/3 =
A
1/3
B
2/6
C
2/3
D
3/1

Slide 6 - Quizvraag

Tel de breuk op:
3 1/7 + 5 3/7 =
A
8 4/14
B
8 4/7
C
8 1/14
D
8 1/7

Slide 7 - Quizvraag

Gelijknamige breuken aftrekken

Slide 8 - Tekstslide

Tel de breuk van elkaar af:
7/8 - 1/8 =
A
6/0
B
8/16
C
6/8
D
8/8

Slide 9 - Quizvraag

Tel de breuk van elkaar af:
6/10 - 2/10 =
A
8/10
B
4/10
C
3/10
D
2/5

Slide 10 - Quizvraag

Ongelijknamige breuken optellen

Slide 11 - Tekstslide

Ongelijknamige breuken kun je optellen door de noemers gelijknamig te maken. Dus hetzelfde getal onderin de breuk. 
+
+
=
=  
65

Slide 12 - Tekstslide


Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag

Ongelijknamige breuken van elkaar afhalen

Slide 15 - Tekstslide


A
10/12
B
12/16
C
4/14
D
10/0

Slide 16 - Quizvraag


Slide 17 - Open vraag

Samengestelde ongelijknamige breuken optellen en aftrekken

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Je kunt ongelijknamige breuken aftrekken

3 5/7 - 2 1/4
A
1 13/28
B
1 1/2
C
1 4/3
D
1 11/26

Slide 20 - Quizvraag

Je kunt ongelijknamige breuken aftrekken

5 23/24 - 3 5/6
A
2 18/18
B
0
C
2 1/6
D
2 3/24

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag!
Hoe?
Zelfstandig
Ik loop rond voor vragen
Blz.
Hoofdstuk 4.3
begint op blz. 128

Opdr.
Opdracht 16, 18, 20, 21, 23
Er moet een berekening bij.

Klaar?
Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort. 


timer
15:00

Stap 1: Breng de hele in de breuk
Stap 2: Maak de breuken (noemers) gelijknamig. 
Stap 3: Tel de tellers bij elkaar op of haal ze van elkaar af. De noemers blijven gelijk.
Stap 4: Haal de helen uit de breuk en vereenvoudig.

Stappenplan Breuken

Slide 22 - Tekstslide

Vooruitblik & Afsluiting
4.4/4.5 Breuken vermenigvuldigen en delen
5.1 Rekenmachine
5.2 Afronden
5.3 Toegepast rekenen
6.1 Wat zijn verhoudingen?

Slide 23 - Tekstslide

Afsluitende vragen

Slide 24 - Tekstslide