Persoonlijke voornaamwoorden en imperatives 1km

Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.



He is a duck.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
(onderwerp)

I (ik)
You (jij)
He/She/It (hij/zij/het)
We (wij)
You (jullie)
They (zij)

Persoonlijke voornaamwoorden
(niet-onderwerp)

Me (me)
You (jou)
Him/Her/It (hem/haar/het)
Us (ons)
You (jullie)
Them (hen)

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
Ze vindt me leuk.                                    Wij vinden hem niet leuk.
She likes me.                                           We don't like him.

Wat vinden jullie van hen?                      Vergeet haar niet.
What do you think of them?                   Don't forget her.

Slide 4 - Tekstslide

Hij vindt me niet aardig
He doesn't like ...
A
I
B
me
C
her
D
you

Slide 5 - Quizvraag

Piet vindt hen aardig
Piet likes ....
A
you
B
our
C
them
D
their

Slide 6 - Quizvraag

Het ziet er goed uit.
.... looks good.
A
I
B
its
C
us
D
it

Slide 7 - Quizvraag

Nina vindt hem leuk.
Nina likes ...
A
me
B
I
C
him
D
he

Slide 8 - Quizvraag

Imperatives 
Wel doen!                                   Niet doen!

Kijk uit!
Watch out!
Drink veel water.
Drink plenty of water.
Open je boek op pagina 28.
Open your book one page 28.
Wacht even!
Wait!
Doe de deur dicht.
Close the door.
What does it look like?/ the rule?
Niet te hard praten.
Don't talk too loud.
Verslaap je niet.
Don't oversleep.
Niet doen!
Don't do that!
Hier niet eten.
Don't eat here.
Verpest het niet.
Don't mess it up.
What does it look like?/the rule?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link