Persoonlijke eigenschappen GPM

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Ter inleiding zag je hier een filmpje waarin je mee kon kijken op een mogelijke stageplek voor een student van GPM. Nu komt er een verdere uitleg over de persoonlijke eigenschappen waarover je moet beschikken als je GPM wilt doen.

Slide 2 - Tekstslide

Vaardigheden GPM
Zet hier eigenschappen in waarvan je al weet dat je die
nodig bent bij GPM.

Slide 3 - Woordweb

Belangrijke vaardigheden pedagogisch medewerker
Wil je van pedagogiek je werkt maken? Dan verzorg, help, begeleid en ondersteun je kinderen, jongeren en hun opvoeders in normale opvoedsituaties, maar ook als er (gedrags)problemen spelen. Afhankelijk van welk werkterrein je kiest, onderstaand een overzicht met vaardigheden die relevant zijn voor pedagogisch werk.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom denk jij dat GPM wat voor jou is?

Slide 5 - Open vraag

Interesse in kinderen en/of jongeren
Of je nu in de kinderopvang, onderwijs, ziekenhuis of jeugdzorg wilt werken. Het is belangrijk dat je graag met kinderen en/of jongeren omgaat. Maar, ook betrokken bent bij hun dagelijkse doen en laten plus je moet weten wat hun bezighoudt. Eveneens moet je in staat zijn een fijne sfeer te creëren waarin de kinderen of jongeren zich op hun gemak en veilig voelen. Lukt je dat? Dan kun je bijdragen aan de opvoeding en ontwikkeling van de jeugdigen.

Slide 6 - Tekstslide

Op welke plek zou je graag stage willen lopen?

Slide 7 - Open vraag

Stressbestendig zijn
Schiet je niet in de stress als kinderen superdruk zijn? Opstandig? Lawaaierig? Of veel aandacht en verzorging nodig hebben? Houd je je hoofd koel als jongeren agressief gedrag vertonen? Telkens regels met voeten treden? Kortom: blijf je rustig in drukke en moeilijke situaties? En weet je op een positieve manier kinderen en/of jongeren te begeleiden en te motiveren hun gedrag te veranderen? Dat komt goed van pas als je als pedagogisch medewerker wilt werken.

Slide 8 - Tekstslide

Wat doe jij als je last hebt van stres?

Slide 9 - Open vraag

Inlevingsvermogen
Ook is het relevant dat je je kunt inleven in het gedrag van je doelgroep. Dat betekent goed kunnen luisteren naar kinderen en jongeren plus ook oog hebben voor gevoelens en gedrag. Dus signaleren waarom ze boos, opstandig of juist blij zijn. Daarnaast is het zaak dat je aanvoelt wat ze fijn vinden om te doen. Oftewel: je weet in te spelen op de wensen en behoeften passend bij de leeftijd en ontwikkeling. Daarnaast beschik je over de vaardigheid om kinderen te motiveren, stimuleren en instrueren.

Slide 10 - Tekstslide

Kun jij je goed inleven in anderen?
ja
Nee

Slide 11 - Poll

Waarom wel of niet?

Slide 12 - Open vraag

Creativiteit
Wil je als pedagogisch medewerker aan de slag? Dan is het fijn als je creatief bent. Ofwel houdt van bijvoorbeeld knutselen, schilderen en spelletjes spelen, maar ook diverse andere activiteiten graag doet. Denk aan zwemmen, dansen, toneelspelen of de natuur in trekken. En het spreekt voor zich dat je de activiteiten afstemt op de leeftijd en vaardigheden van de jeugdigen. Kinderen van 6 jaar hebben andere interesses dan bijvoorbeeld kids van 12 jaar.

Slide 13 - Tekstslide

Weetje?
Dat je op de opleiding zelf creatieve lessen moet voorbereiden voor een bepaalde doelgroep en deze geeft aan je klasgenoten. Zo leer je om een les of activiteit voor te bereiden en uit te voeren.

Slide 14 - Tekstslide

Communicatief sterk
Het is vervolgens ook van belang dat je je mondeling en schriftelijk goed kunt uitdrukken. Immers, je praat niet alleen met de kinderen en/of jongeren, maar ook met de ouders, opvoeders, leraren en andere hulpverleners. Je bespreekt problemen die je tegenkomt en overlegt over welke ondersteuningsmogelijkheden bij het opvoeden van de kinderen of jongeren er zijn. Verder houd je schriftelijk bij hoe de ontwikkeling van de jongeren of kinderen verloopt.

Slide 15 - Tekstslide

Kun jij goed communiceren met anderen of vind je dit nog lastig en waarom?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide