Communicatie - normen en waarden les 2

Communicatie 
Les 2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Communicatie 
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen wat waarden en normen zijn.
  • Aan het einde van de les kan de student uitleggen hoe waarden en normen je gedrag bepalen.
  • Aan het einde van de les kan de student voorbeelden benoemen van waarden en normen.

Slide 2 - Tekstslide

Whatsappen is verbaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De docent legt de theorie uit tijdens de les, de docent is de ...
A
Zender
B
Ontvanger

Slide 4 - Quizvraag

Wat is géén voorbeeld van
non-verbale communicatie?
A
gebaren
B
gezichtsuitdrukking
C
boodschappenlijst
D
houding

Slide 5 - Quizvraag

Wat versta je onder waarden?

Slide 6 - Woordweb

Waarden & normen
Waarden: gemeenschappelijke opvattingen van (een groep) mensen over wat zij belangrijk vinden in het leven en in de omgang met elkaar.
       - Waarden kunnen binnen verschillende groepen en culturen verschillend zijn: geheel van overtuigingen en idealen.


Normen: gemeenschappelijke verwachtingen en afspraken over gepast gedrag in een bepaalde situatie.
       - Richtlijnen hoe je moet handelen en gedragen binnen een situatie.
       - Normen zijn afgeleid van de heersende waarden




Slide 7 - Tekstslide

Welke waarde hoort bij de volgende norm?:

In een rij wacht je netjes tot je aan de beurt bent.

Slide 8 - Open vraag

Verschillen tussen jouw en andermans waarden en normen
  • Ouder worden :
      Gedurende je leven veranderen normen en waarden
  • Tussen collega’s :
       Zorgt voor botsingen, discussies en conflicten
  • Tussen VPK/VZ-IG en zorgvrager :
        Zorgt voor botsingen, discussies en conflicten
  • Innerlijk conflict :
       Tweestrijd over wat je belangrijk vindt en moet doen. Je bent in gevecht met jezelf en wat je moet doen.
       Bv. Je vindt het belangrijk om gezond te zijn, maar het lukt je niet om te stoppen met roken.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ga jij om met verschillen in waarden en normen?

Slide 10 - Open vraag

Voorbeelden hoe jij normen overbrengt op cliënten
Voorbeelden:
  • Je let erop dat alle cliënten meehelpen bij het opruimen. Zo nodig spreek je een cliënt die niet meehelpt daarop aan. Je doet dit omdat dit rechtvaardig is. Je wilt dat cliënten rekening houden met elkaar. 

  • Je let erop dat de cliënten niet schreeuwen en rennen door de gang omdat andere cliënten liggen te slapen. Je doet dit omdat je het belangrijk vind dat ze rekening met elkaar houden.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Opstapopdracht
Deel 2
Deel 3 

Slide 12 - Tekstslide