1.4 Schimmelrijk en bacterierijk

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1.1 - Organismen indelen
1.2 - Plantenrijk
1.3 - Dierenrijk
1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk
1.5 - Voedselkringloop
1.6 - Biotechniek

Slide 2 - Tekstslide

1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kan uitleggen hoe schimmels er uit zien
Je kan uitleggen hoe schimmels groeien
Je weet hoe schimmels zich voortplanten
Je weet hoe een schimmelcel er uit ziet
Je kan vertellen welke onderdelen in een schimmelcel te vinden zijn
Je weet hoe een bacterie er uit ziet
Je weet hoe een bacterie zich voortplant
Je weet hoe bacteriën en schimmels zich verspreiden
Je kan uitleggen hoe je kan voorkomen dat bacteriën en schimmels in en op voedsel groeien

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een schimmel?
Bestaat uit netwerk van dunne draadjes -> zwamvlok
Zwamvlok groot genoeg -> bolletjes aan de bovenkant
Dit noemen we sporenkapsels
In sporenkapsels worden sporen gemaakt -> voortplantingscel
Sommige schimmels hebben grote voortplantingsorganen, namelijk paddenstoelen

Slide 5 - Tekstslide

Schimmelcel
Langwerpig
Zelfde onderdelen als plantencel, behalve 1

Korte kanten aan elkaar
Lange draden (meters)

Slide 6 - Tekstslide

Voortplanting van schimmels
Een kleine cel met dikke celwand
Zweeft door de lucht tot hij op een goede plek terechtkomt
Daar groeit hij en gaat hij delen
Er ontstaat een nieuwe zwamvlok
Voedingsstoffen van voedsel of uit dode (resten van) organismen

Slide 7 - Tekstslide

Bacteriën
Heel klein, enkele micrometers
1 micrometer = 0,001 mm
Drie celonderdelen
Geen celkern, chromosomen (DNA) ligt los in het cytoplasma
Leven van voedingsstoffen in voedsel of dode dieren/planten
Sommige bewegen met zweepharen


Slide 8 - Tekstslide

Bacteriën
Leven op voedsel of dode resten
Een bacterie niet zichtbaar, in een kolonie zitten meer dan een miljard
Bacteriën en schimmels kunnen voedingstoffen vaak niet helemaal opnemen
Scheiden verteringssappen uit
Voedingsstoffen gaan kapot, kleine deeltjes wel op te nemen

Slide 9 - Tekstslide

Voortplanting van  bacteriën
- Heel klein
- Voortplanting door celdeling


Slide 10 - Tekstslide

Verspreiding
Bacteriën en schimmels zijn overal
Verspreiding via contact tussen voorwerpen of mensen
Via dieren
Via water of lucht

Slide 11 - Tekstslide

Voedselbederf
Voedselinfectie - bacterie/schimmel in voedsel
Voorkomen:
- Drogen
- Verhitten
- Koelen
- Conserveermiddelen toevoegen
- Vacuüm verpakken

Slide 12 - Tekstslide

Vragen

Slide 13 - Tekstslide

Schimmelcellen hebben geen...
A
celwand
B
bladgroenkorrel
C
celkern
D
cytoplasma

Slide 14 - Quizvraag

Schimmels bestaan uit schimmeldraden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Schimmels kan je nooit met het blote oog zien
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Een bacterie
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit 1 cel
D
is geen cel

Slide 17 - Quizvraag


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 18 - Quizvraag

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 19 - Quizvraag

Wat moet je doen om voedselbederf te voorkomen?
A
Snel opeten
B
Conserveren
C
In de aanbieding kopen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen manier van conserveren?
A
Steriliseren
B
Pasteuriseren
C
Invriezen
D
In water leggen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe voorkom je voedselbederf?
A
Wanneer bacteriën moeilijker delen
B
Wanneer er geen schimmels en bacteriën bij komen
C
Wanneer schimmels minder sporen vormen
D
Zowel A,B als C zijn goed

Slide 22 - Quizvraag

Aan het werk
Les 1: Maken 1 tot en met 13
Les 2: Maken 14 tot en met 23
Eerder klaar? Opdracht 24 + lezen practica blz 41-43

Slide 23 - Tekstslide