carnaval quiz

Carnaval - de Quiz
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Carnaval - de Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video


Lees de tekst op de volgende slides goed door, je krijgt hier quizvragen over!!!

Slide 3 - Tekstslide

de geschiedenis
Carnaval / vastelaovend is een volksfeest dat in februari of maart plaatsvindt. De precieze datum hangt af van Pasen; het carnaval is altijd zeven weken daarvoor. Het is de bedoeling dat je nog even 'uit je dak gaat' en gek doet voordat de vastentijd begint. 
 
Het carnaval duurt officieel van zondag tot en met dinsdag. Maar in veel steden is er op zaterdag al een carnavalsoptocht. De dinsdag heet vette dinsdag (dan mocht je nog even lekker veel en vet eten voordat het vasten begon) en de woensdag na het carnaval heet Aswoensdag. Vroeger ging iedereen dan naar de kerk om een askruisje te gaan halen. De priester zette dan een askruisje op je voorhoofd. Die as kwam van de verbranding van de overgebleven buxus-takjes die het jaar ervoor met Palmzondag in de kerk waren uitgedeeld aan de kerkgangers.

Slide 4 - Tekstslide

De geschiedenis
  1. Voor de naam 'Carnaval' zijn een aantal verklaringen. Het meest waarschijnlijk is dat de naam komt van woord 'Carnevale', wat in het Latijn 'vaarwel vlees' betekent. Dus afscheid nemen van het vlees. Tijdens de vastentijd at men geen vlees. Nou was dat voor heel veel mensen in de Middeleeuwen, maar ook daarna niet zo'n heel groot punt. De mensen waren vaak veel te arm om vlees te kunnen eten.



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe heet Eindhoven tijdens Carnaval?
A
Oeteldonk
B
Lampegat
C
Knotsenburg
D
Kruikenstad

Slide 7 - Quizvraag

Voor de hoeveelste keer wordt de Kuukse Elfkroegentocht gehouden?
A
20e keer
B
35e keer
C
38e keer
D
41e keer

Slide 8 - Quizvraag

In welke provincie wordt GEEN Carnaval gevierd?
A
Limburg
B
Gelderland
C
Noord-Brabant
D
Friesland

Slide 9 - Quizvraag

Op welke dag begint Carnaval officieel?
A
11 februari
B
11 januari
C
11 november
D
11 december

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel

Slide 11 - Quizvraag

Welk dorp heet
Lappegat?
A
Geldrop
B
Mierlo
C
Waalre
D
Best

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noem je de woensdag na carnaval
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag

Slide 13 - Quizvraag

Wie is de baas van de stad tijdens Carnaval?
A
De burgemeester
B
Prins Carnaval
C
De koning
D
Marc Rutte

Slide 14 - Quizvraag

Wat doe je na carnaval?
A
Uitkateren
B
Bidden
C
Vasten
D
Naar de kerk gaan

Slide 15 - Quizvraag

Welke woord is goed gespeld?
A
poloonaise
B
poolonaise
C
pooloonaise
D
polonaise

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de zin:
Prins Carnaval liep net voorbij!
A
voorbij
B
net
C
Prins Carnaval
D
liep

Slide 17 - Quizvraag

Een versierde wagen
in de optocht noem je een:
A
bolide
B
kar
C
bak
D
praalwagen

Slide 18 - Quizvraag

Volgens een carnavalslied staat er een dier in de gang. Welk dier is dat?
A
een olifant
B
een aap
C
een geit
D
een paard

Slide 19 - Quizvraag

In welk land vieren
ze zo Carnaval?

A
Mexico
B
Portugal
C
Brazilie
D
Spanje

Slide 20 - Quizvraag

In welke stad
vieren ze zo
Carnaval?
A
Parijs
B
Venetie
C
Rome
D
Barcelona

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet Den Bosch in carnavalstijd?
A
Oeteldonk
B
Bökkenlaand
C
Papsleefndorp
D
Krullendonk

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt de vastenperiode?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 23 - Quizvraag

Wat is geen plaatsnaam tijdens carnaval?
A
Lampegat
B
Kielegat
C
Moddergat
D
Hollegat

Slide 24 - Quizvraag

Hoe lang bestaat carnaval zoals we het nu kennen?
A
ruim 2000 jaar
B
ruim 200 jaar
C
ruim 50 jaar
D
ruim 25 jaar

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent Alaaf?
A
Het is een vorm van laven: dorst lessen.
B
Alles af. Dat verwijst naar vastenavond. Alles moet op.
C
Elf. uitgesproken door dronken mensen.
D
Het komt van I love you.

Slide 26 - Quizvraag

Alaaf
Op naar de voorjaarsvakantie.
Maar eerst nog wat werk maken.
Succes!

Slide 27 - Tekstslide