11.3 Zuur-basetitratie

11.3 Zuur-basetitratie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

11.3 Zuur-basetitratie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vragen tot en met 19?
  • Lezen 11.3 pagina 123, 124, 125 (chemisch rekenen!)
  • klaar: 21
  • Titratie- uitleg mef
  • Checkvraag
  • Aan de slag!
  • Terugtitratie 

Volgende les demo practicum 4 titratie zien en practicum 5 uitvoeren. 

Slide 2 - Tekstslide

Titratie
een titratie is een analysemethode om de molariteit van een bekende stof te bepalen

Slide 3 - Tekstslide

Lezen
Kwantitatieve analyse + 
Ga naar pagina 232 'vaardigheid 3 - glaswerk gebruiken' 
- maatkolf
- pipet en titratie

Slide 4 - Tekstslide

Buret aflezen
  • Je leest de buret van BOVEN naar BENEDEN af.
  • Lees de buret af op
      twee cijfers achter de
      komma (het 2e cijfer moet
      je schatten)

Slide 5 - Tekstslide

Het equivalentie punt
= eindpunt van de titratie.

Dit betekent dat de stoffen hebben gereageerd volgens de geldende molverhouding. 
In het geval van een zuur-base titratie:
Er is net zoveel zuur als base. Ze hebben elkaar geneutraliseerd.
H3O+  +  OH-   --> 2 H2O

Slide 6 - Tekstslide

plaats de tekst op de juiste plek in de tekening
Een onbekende concentratie van zoutzuur wordt bepaald met een titratie met natronloog
zoutzuur oplossing
natronloog
buret
pH indicator
nauwkeurig toevoegen
bekende molariteit
onbekende molariteit

Slide 7 - Sleepvraag

Eindpuntbepaling bij een 
zuur-base titratie
De indicator kies je zo dat hij omslaat in het steile stuk (BINAS T52A)

Slide 8 - Tekstslide

Soorten titraties en indicator keuze
Sterk met Sterk
- Indicator rond de 4 tot 10

Zwak zuur met sterke base
- Indicator rond de 7 tot 10

Sterk zuur met zwakke base
- Indicator rond de 4 tot 7

Slide 9 - Tekstslide

Welke indicator is geschikt?
Titratie van ammoniak met zoutzuur.

Slide 10 - Open vraag

Titratie berekeningen (stappenplan)
  1. Noteer de reactievergelijking.
  2. Bereken aantal mol toegevoegde stof (liter * molariteit)
  3. Bereken aantal mol gereageerde stof (met de molverhouding)
  4. Bereken de molariteit van de gereageerde stof (naar mol/L)

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld berekening
De onbekende hoeveelheid oxaalzuur wordt opgelost in 100,0 mL demiwater. Hiervan wordt 25,00 mL gepipetteerd in een erlenmeyer en wordt getitreerd met 0,012 M natronloog. Tot kleuromslag is 12,35 mL natronloog toegevoegd. 
Bereken het aantal mg oxaalzuur dat is opgelost in 100,0 mL.
 De reactie die optreedt tijdens titreren: H2C2O4 + 2 OH- -> C2O42- + 2 H2O


timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Uitwerking
  • 0,01235 L * 0,012 mol/L = 1,48*10-4 mol NaOH = 1,48*10-4 mol OH- toegevoegd.
  • Molverhouding 1:2, dus 1,48*10-4 / 2 = 7,41*10-5 mol H2C2O4 (oxaalzuur) gereageerd.
  • Dit zat in 25,00 mL. In oorspronkelijke 100,0 mL zat *4 = 2,96*10-4 mol oxaalzuur.
  • 2,96*10-4 mol * 90,036 g/mol = 0,027 g oxaalzuur = 27 mg.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maak 21, 23 en 24 

Slide 14 - Tekstslide

Planning les 2
  • Vragen tot 24? 
  • Demo bekijken 
  • Aan de slag met practicum 5
  • Tijd over? Maak 24

Slide 15 - Tekstslide

Demo practicum 4 + practicum 5 
Werk je eigen practicum uit qua berekening!

Slide 16 - Tekstslide

Planning les 3
  • Vragen tot 23?
  • Uitleg over terugtitratie + samen 23 doen. 
  • Aan de slag!

Slide 17 - Tekstslide

Terugtitratie
Aan de analiet wordt een nauwkeurige overmaat toegevoegd.
De overmaat wordt bepaald m.b.v. een titratie.
analiet
titrant
overmaat

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag

H: 26
B: 25, 27



Slide 19 - Tekstslide