3.3 en 3.4 laatste les

3.3 - Duitsland en het buitenland
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.3 - Duitsland en het buitenland

Slide 1 - Tekstslide

Leervragen - 3.3
  1. Hoe veranderde de Duitse buitenlandse politiek?
  2. Wat wilden fascisten bereiken in Italië?
  3. Hoe kreeg het nationaalsocialisme aanhangers in Nederland? 

Slide 2 - Tekstslide

Deel 1
Buitenlandse politiek van Duitsland

Slide 3 - Tekstslide

Doelen Hitler
  • Een einde maken aan de vernederingen van het Duitse volk
  • De economie stimuleren

  • Vernederingen waren vooral te wijten aan het Verdrag van Versailles... 
  • Economie werd gestimuleerd door aanleg van autosnelwegen (autobahn). Zorgde voor banen.

Slide 4 - Tekstslide

Einde aan vernederingen
Hitler weigerde zich aan het Verdag van Versailles te houden:

  • Stoppen met herstelbetalingen
  • Leger vergroten + herbewapenen
  • Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije bij Duitsland voegen (vanaf 1938)

Slide 5 - Tekstslide

Appeasementpolitiek
  • Het niet ingrijpen en toegeven aan Hitler om de vrede te bewaren.

Voorbeeld 1:
Anschluss; De aansluiting in 1938 van Oostenrijk bij Duitsland.
Voorbeeld 2:
Conferentie van München; Een bijeenkomst in 1938 waarbij leiders afspraken dat Hitler Sudetenland (Tjsecho- Slowakije) in mocht nemen, in ruil voor vrede.
Voorbeeld 3:
Inname Tsjechië;
in 1939 bezette Duitse soldaten de rest van Tsjecho-Slowakije (Tsjechië).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Lebensraum
= Leefruimte voor het Duitse volk die Hitler wilde verkrijgen door het Duitse grondgebied uit te breiden, ten koste van andere volkeren

Meer land voor het verbouwen van voedsel + ruimte voor ontwikkeling

Slide 8 - Tekstslide

Deel 2
Fascisme in Italië

Slide 9 - Tekstslide

Italië na WO1 
  •  Veel economische en politieke problemen !
  • Weinig geld
  • Werkeloosheid is groot
  • Regering zwak en besluiteloos
  • Minder vertrouwen in de bestaande politieke partijen

  • Men ging partijen met nieuwe ideeën steunen

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken fascisme
Onder leiding van Benito Mussolini, vanaf 1922

  • Extreemrechts
  • TEGEN democratie en communisme
  • Nationale eenheid onder 1 leider
  • Verheerlijking van geweld

Slide 11 - Tekstslide

Deel 3
Nationaalsocialisme in Nederland

Slide 12 - Tekstslide

Aanpassingspolitiek
De regering Colijn probeerde de economische crisis op te lossen door de aanpassingspolitiek te voeren. Wat hield dit in?
  • Uitgaven van de overheid aanpassen aan de teruglopende inkomsten: bezuinigingen
  • Minder geld uitgeven, omdat er minder inkomsten zijn.


Slide 13 - Tekstslide

Aanpassingspolitiek mislukt

Werkloosheid bleef stijgen
Veel mensen waren ontevreden en verloren vertrouwen in de bestaande politieke partijen.
Zo ontstonden veel nieuwe partijen, zo ook de NSB.

Slide 14 - Tekstslide

Nationaalsocialistische beweging (NSB)
= Extreemrechtse partij, opgericht in 1931 door Anton Mussert

  • Mussert had veel ideeën afgekeken van Hitler. Was ook TEGEN democratie. NSB heeft nooit meer dan 8% van de stemmen behaald. Veel mensen en organisaties keurden de intimidatie en discriminatie af.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

3.4 Sovjet-Unie, 1922-1939

Slide 17 - Tekstslide

Leervragen - 3.4
  1. Welke economische veranderingen werden onder Stalin doorgevoerd?
  2. Hoe maakte Stalin een totalitaire staat van de Sovjet-Unie?
  3. Hoe was de relatie tussen de Sovjet-Unie en het buitenland? 

Slide 18 - Tekstslide

Deel 1
Stalins economische veranderingen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Lenin dood
  • Lenin was de leider van de Sovjet-Unie
  • Vanaf 1922 ging het steeds slechter met Lenin en hij stierf in 1924.
  • Jozef Stalin volgde Lenin op

Slide 22 - Tekstslide

Stalin
  • Stalin benoemde vrienden in de Communistische Partij + werkte vijanden weg
  • Stalinisme --> Communisme tijdens regeerperiode Stalin
  • Sovjet-Unie moest een machtige arbeidersstaat worden.
  • Daarom --> sterke industrie opbouwen !
Planeconomie (vanaf 1928)
Economie waarin de regering bepaalt wat + hoeveel er geproduceerd moet worden.
Vijfjarenplannen
Plannen waarin staat wat + hoeveel er in 5 jaar geproduceerd moet worden.

Slide 23 - Tekstslide

Collectivisatie
  • Stalin wilde ook de landbouw moderniseren.
  • Collectivisatie --> Kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd tot grote gezamenlijke boerderijen (Kolchozen).
  • Waarom? Meer + grotere opbrengst. Met winst uit export kon er weer geïnvesteerd worden in machines/fabrieken.
  • Productie van kolchozen viel tegen.

Slide 24 - Tekstslide

Deel 2
De Sovjet-Unie wordt een totalitaire staat

Slide 25 - Tekstslide

SU na 1929
  • Ondanks de wereldcrisis, groeide de industrie van de SU snel.
  • Stalin maakte van de SU een extreemlinkse totalitaire staat.

Slide 26 - Tekstslide

Kenmerken totalitaire staat Stalin
  1. Planeconomie
  2. Dictatuur
  3. Persoonsverheerlijking
  4. Indoctrinatie
  5. Terreur

De communistische partij o.l.v. Stalin had alle macht. 

Slide 27 - Tekstslide

Grote Terreur
  • 1934-1938 --> miljoenen mensen werden naar strafkampen verbannen (of vermoord)
  • Tegenstanders/eventuele dreigingen (qua macht) werden opgepakt en kregen een showproces (rechtszaak waarbij uitkomst al vaststaat)
  • 1939 verklaarde Stalin dat de grote zuivering voltooid was

Slide 28 - Tekstslide

Deel 3
De Sovjet-Unie en het buitenland

Slide 29 - Tekstslide

SU en het buitenland
  • Stalin vertrouwde Engeland en Frankrijk NIET.
  • Sovjet-Unie en nazi-Duitsland waren aartsvijanden, maar tekenden een niet-aanvalsverdrag (29 augustus 1939), Molotov - Ribbentroppact.
  • Geheim gedeelte verdrag: Polen werd tussen beide landen verdeeld...

Stalin wist dat Duitsland uiteindelijk Rusland ook aan zou vallen, maar rekte tijd om het leger te mobiliseren.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video