les 4 module 3 observeren

Welkom
Les 4

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Les 4

Slide 1 - Tekstslide

OBSERVEREN

Slide 2 - Tekstslide

Deze les gaat over:

- Je kunt een observatie- doel, - methode en techniek bepalen
- Je oefent met het maken van een observatieschema voor het obsereveren van gedrag.

Slide 3 - Tekstslide

OBSERVEREN ??

Slide 4 - Woordweb

OBSERVEREN:
 observeren is gericht waarnemen met al je zintuigen:
  • kijken
  • horen
  • voelen
  • ruiken
  • proeven 

Slide 5 - Tekstslide

Zintuigcellen
Zintuigcellen die de wereld om je heen waarnemen.

Slide 6 - Tekstslide

Observeren:
* Zonder meetinstrument. Je gebruikt alleen je zintuigen om de cliënt(situatie) te observeren.
* Met meetinstrument. Dit kan een risicosignaleringslijst zijn, maar ook een thermometer, bloeddrukmeter of teststrip.

Slide 7 - Tekstslide

OBJECTIEVE GEGEVENS ?

Slide 8 - Open vraag

SUBJECTIEVE GEGEVENS

Slide 9 - Open vraag

 Objectief en Subjectief
Objectieve symptomen: Klachten die voor een ander waarneembaar zijn.

Subjectieve symptomen: Klachten zijn niet voor een ander waarneembaar. Het gaat hierbij om wat iemand voelt.

Slide 10 - Tekstslide

Van subjectief naar objectief
Soms kun je subjectieve gegevens wat meer objectief maken. Pijn is bijvoorbeeld een subjectief gegeven, het is de beleving van de zorgvrager. Je kunt de beleving van de pijn objectief maken met een pijnscorelijst: de zorgvrager geeft een cijfer aan zijn pijn. 

Slide 11 - Tekstslide

Observatiedoel
Een observatiedoel is een specifieke doelstelling die aangeeft wat je wilt observeren en waarom.

Slide 12 - Tekstslide

Observatiemethoden:
  1. Participerende observatie: je doet mee aan de activiteit vd cliënt en observeert hierbij.
  2. Niet-participerende observatie: je observeert van een afstandje, je doet niet mee aan de activiteit.
  3. Gestructureerde observatie: je observeert adhv vooraf opgestelde regels en schema's.
  4. Ongestructureerde observatie: je observeert zonder regels enz.

Slide 13 - Tekstslide

Observatietechnieken:
1. Continu observeren; hierbij observeer je de cliënt tijdens een bepaald tijdsbestek, doorlopend.
2. Tijdsintervallen; je obeserveert de cliënt op bepaalde momenten, bv elke 5e minuut kijk je wat er gebeurt.
3. Event sampling; je observeert in bep. gebeurtenis/situatie

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
GATENTEKST

Slide 15 - Tekstslide

GATENTEKST:
Individueel invullen
Nabespreking : klassikaal

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

BPV - OPDRACHT stap A: oriënteren:
Is dit gelukt ? Heb je een zorgvrager kunnen kiezen voor deze opdracht ?
Ben je op de hoogte van de meetinstrumenten en de zintuigen die je in kunt zetten ?

Slide 18 - Tekstslide

Bespreken observatieplan
UITVOEREN

Slide 19 - Tekstslide

Criteria Rubric ?
De student heeft beschreven welke observatieen/of meetinstrumenten ingezet kunnen worden
bij het signaleren van veranderingen in de
gezondheidstoestand van zorgvragers
De student verwoord welke afspraken, procedures, enz......
en/of protocollen gelden op de afdeling omtrent
het verzamelen van informatie over de
gezondheidstoestand van zorgvragers
Uitvoeren
De student heeft een uitvoerbaar plan opgesteld
waarmee relevante informatie over de
gezondheidstoestand van de zorgvrager opgehaald

Slide 20 - Tekstslide

Casus Mevr. Verhagen
Een oefening voor je BPV opdracht: observatieplan.

Slide 21 - Tekstslide