wederkerend vnw, wederkerig vnw, vr. vnw. onbep.vnw

DOEL VAN DEZE LES

VOORNAAMWOORDEN

je kunt de volgende 4 woordsoorten ook herkennen in een zin:

- wederkerend voornaamwoord

- wederkerig voornaamwoord

- vragend voornaamwoord

- onbepaald voornaamwoord



1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

DOEL VAN DEZE LES

VOORNAAMWOORDEN

je kunt de volgende 4 woordsoorten ook herkennen in een zin:

- wederkerend voornaamwoord

- wederkerig voornaamwoord

- vragend voornaamwoord

- onbepaald voornaamwoord



Slide 1 - Tekstslide

Wat is het wederkerend vnw?

Mijn broer verheugt zich op zijn verjaardag.
A
mijn
B
zich
C
op
D
zijn

Slide 2 - Quizvraag

Wederkerend voornaamwoord
Verwijst terug naar het onderwerp. Je kan er vaak 'zelf' achter zetten.

Ik schaam me diep



Zorg je wel goed voor jezelf?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het wederkerend vnw?

Waar zie je jezelf over vijf jaar?
A
waar
B
je
C
jezelf
D
over

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het wederkerig vnw?

We zien elkaar vanavond!
A
We
B
zien
C
elkaar
D
vanavond

Slide 5 - Quizvraag

Wederkerig voornaamwoord
a


Geeft aan dat twee personen een 'wederzijdse' handeling verrichten. Ze doen iets samen.

Geef mekaar de vijf!



elkaar
mekaar
elkander

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het wederkerig vnw?

De vijanden waren aan elkander gewaagd.
A
vijanden
B
waren
C
aan
D
elkander

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het vragend vnw?

Weet jij wie zoveel mandarijnen heeft gegeten?
A
weet
B
jij
C
wie
D
zoveel

Slide 8 - Quizvraag

Vragend voornaamwoord
Staat aan het begin van een vraag:
Wie, wat, welke, wat voor (een)

Wie loopt daar in de verte?


Let op! NIET de W&H-vragen!

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het vragend voornaamwoord in deze zin:

Naar welke film ben je gisteren geweest?
A
naar
B
welke
C
je
D
geweest

Slide 10 - Quizvraag

aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
hetzelfde
deze
wie
zulke
welke

Slide 11 - Sleepvraag

Onbepaald voornaamwoord
Duidt een persoon of ding aan, 
maar zegt niet precies wie of wat.

Iemand, niemand, iedereen, men, het, iets, een zekere

Let op: het woordje 'je' is onbepaald als het 'men' betekent.
'Tegenwoordig kun je beter geen lifters meenemen.'

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onbepaald voornaamwoord in deze zin:

Zulke goedkope schaatsen kun je maar beter niet kopen.
A
Zulke
B
je
C
beter
D
niet

Slide 13 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een
1. aanwijzend voornaamwoord
2. vragend voornaamwoord
3. onbepaald voornaamwoord

Slide 14 - Open vraag

Maak de juiste combinaties
Het stelletje houdt van elkaar
Mijn moeder schaamde zich voor het gedrag van mijn broer.
Voor welk vak hebben we vandaag een toets?
Heb je nog iets van hem gehoord?

Wederkerig voornaamwoord

Wederkerend voornaamwoord

Vragend voornaamwoord
Onbepaald voornaamwoord

Slide 15 - Sleepvraag

Wat kies je?
Ik snap het! Ik wil graag zelf aan de slag.
Ik snap het nog niet zo goed. Ik wil graag opdrachten samen maken

Slide 16 - Poll

Ik wil zelf opdrachten maken

Ga achter in de klas zitten en in stilte aan het werk aan les 21.
Ik wil samen opdrachten maken

Kom voor in de klas zitten en leg je spullen klaar op les 21.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht deze les
Les 21: voornaamwoorden en telwoorden
Maak opdracht 1 t/m 5.

Klaar? 
Laat de opdrachten aan mij zien.
Serieus gemaakt? Dan krijg je een antwoordblad. Kijk kritisch na met een andere kleur pen.
Klaar?
Maak opdr. 6 en 7 of ga lezen.

Slide 18 - Tekstslide