groepsdynamica 15-1

Groepsdynamica
les 1 15-1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Groepsdynamica
les 1 15-1

Slide 1 - Tekstslide

Groepsdynamica
Wat is nu groepsdynamica?​

Waarin zit nu de dynamiek?​

Wanneer spreek je van een groep?​

Het sociale geheel.






Slide 2 - Tekstslide

Groepsdynamiek, wat versta jij er onder?

Slide 3 - Woordweb

Aspecten binnen een groep
Groepsdynamica zegt iets over de processen in de groep.


Proces aspect​
Omgangsregels, normen en relaties


Taak aspect
De zaken waarmee de groep bezig is en waarover de groep praat. bv gezamenlijk doel 

Slide 4 - Tekstslide

Primaire groep
Secundaire groep
Formele groep
Informele groep
Homegene groep
Hetrogene groep
Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
De individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

Slide 5 - Sleepvraag

Soorten groepen
  • Primaire groep: Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
  • Secundaire groep: Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
  • Formele groep: Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
  • Informele groep: Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
  • Homogene groep: Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
  • Hetrogene groep: De  individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

Slide 6 - Tekstslide

Altijd lid van een groep
Functies: 
Basisbehoefte van een mens om ergens bij te horen. Verschaft identiteit en status.  Wij gevoel. 

Doelen: 
          Taakdoel: een gezamenlijke taak die de groep wil vervullen (werk, sport)
          Sfeerdoel: hoe mensen met elkaar omgaan, samenwerken (bewust en onbewust) 
Sfeer en taakdoelen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar

Voor en nadelen: 
          Voordelen: verschaft identiteit, geeft gevoel ergens bij te horen
          Nadelen: mensen worden afhankelijk van de groep

Slide 7 - Tekstslide

Groepskarakteristieken 
Groepskarakteristieken bepalen het karakter van de groep. 
  • Groepscultuur: bestaat uit normen en waarden. (formele en informele groepen)
  • Groepssocialisatie:  eigen maken van de groepscultuur
  • Groepsdruk: Iedereen wil ergens bij horen. Negatief en positief
  • Groepscohesie: een groep die een geheel vormt. Iedereen krijgt voldoende ruimte om zichzelf te zijn, taken en verantwoordelijkheden zijn eerlijk verdeeld. 
  • Groepsrollen, activelingen/leiders, sfeermakers, meelopers, dwarsliggers, zondebokken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Sociogram 


Een sociogram is een grafische 
weergave van onderlinge relaties 
binnen de groep.

Slide 10 - Tekstslide

HUISWERKOPDRACHT begeleiden van groepsprocessen
Maak een sociogram van je woon/activiteiten groep  (handig hulpmiddel is www.sometics.com )
  
Beschrijf hierna:
* Hoe zijn de machtsverhoudingen?
* Welke begeleiding biedt jij om dit proces te begeleiden?
* Hebben jullie cliënten de mogelijkheid om “anders” te zijn dan “de rest”?
* Welke groepsrollen zie je in jouw woon/activiteiten groep?
* Hoe begeleid jij je cliënten hierbij?
* Maak gebruik van: thema 8 boek communicatie blz. 237-258


Lever deze opdracht volgende week in.

Slide 11 - Tekstslide